Op safari met Sylvana

Okke Ornstein woont de rechtszaken tegen de racisten en bedreigers van Sylvana Simons bij en reist aldus door de onderbuik van Nederland.

Het is een hele drukte als ik woensdag 12 April aan het begin van de middag de rechtbank van Amsterdam binnenloop, waar een lange lijst verdachten terecht staat voor bedreiging, discriminatie en belediging van Sylvana Simons. “Wil je komen morgen?” had ze me gevraagd. En ja, dat wil ik, want het gebeurt niet zo vaak dat je de personen achter de social media trolls in levende lijve te zien krijgt.

Media-volk loopt druk heen en weer met telefoons aan het oor. Er staat een reportagewagen van de NOS voor de deur, met zo’n grote wok er bovenop die voor de verbinding zorgt. Gisteravond mocht bij diezelfde NOS één van de verdachten, Ben van der Kooi, in het programma Nieuwsuur nog een keer herhalen wat hij allemaal over Simons had beweerd, terwijl voor het gemak in de reportage verder niet genoemd werd dat van der Kooi een actieve neo-Nazi is die rondhangt in de meest obscure krochten van het Nederlandse Nationaal-Socialisme.

Er loopt een mevrouw van Powned rond die later vervelend staat te duwen bij de koffiebalie en die die middag van der Kooi alweer interviewt. Zij wel. Een gekleurde verslaggeefster van AT5 werd door de carriere-racist weggewuifd.

“Oh ja,” zegt ze tegen me, terwijl van der Kooi met bungelend Keltisch Kruis weg beent, “Ik vergeet soms mijn eigen kleur.”

Nou, dat leer je in deze rechtbank wel af. Dit zijn nu normale constateringen geworden: Iemand wil niet met je praten om je huidskleur. Zo is dat dus gewoon. Maakt ook niemand wat uit verder, en het is een mazzeltje voor de omroepen die zo verstandig zijn geweest om blanke verslaggevers te sturen. Want tegenover hen loopt Ben van der Kooi, die terecht staat voor bedreiging, wel helemaal leeg. Ik houd mijn suggestie, dat als hij slegs vir blankesbeschikbaar is we hem als journalisten allemaal moeten negeren maar voor me, want zo werken de dingen in Nederland overduidelijk niet anno 2017.

Er is net geschorst, maar Sylvana beantwoordt geen vragen van journalisten. Misschien later, zegt ze tegen de verslaggevers die om quotes komen bedelen. Als het achter de rug is. We praten even wat bij, want we hebben elkaar al heel lang niet meer gezien. We hadden een afspraak op zondagmiddag 13 November vorig jaar, maar ze verloor zichzelf in het maken van een vlog en vergat het helemaal. De volgende dag vloog ik naar Toronto en de dag daarna naar Panama, waar ik gearresteerd werd vanwege mijn werk als journalist. Na veel gedoe keerde ik in Januari weer in Nederland terug en toen was inmiddels het verkiezingscircus in volle gang en zag je Sylvana alleen nog maar op TV. Nu, hier in de rechtbank, wordt ze omringd door vrienden, getrouwen, en een zwaargebouwde man met een pistool met wie je geen ruzie wilt.

De bedreigingen zijn namelijk ernstig genoeg. “Betaald zetten”, “afmaken”, “verkrachten” en “lynchen” zijn zomaar wat trefwoorden uit het repertoire van de heren (het zijn allemaal heren) die hier vandaag terecht staan. En, legt Sylvana in de rechtszaal uit, je weet niet van wie het komt. Het heeft een enorme invloed gehad op haarzelf, haar kinderen, partner, familie en vrienden. “Iedereen die mij een beetje kent zag dat de kilo’s eraf vlogen”, zegt ze. Dat klopt. Ze is magerder geworden.

DREIG-TSUNAMI

De dreigmannen in de beklaagdenbankjes zijn geselecteerd uit een overweldigende hoeveelheid van veertigduizend van zulke uitlatingen op social media. Ik probeer me voor te stellen hoe het moet zijn om zo’n tsunami van haat over je heen te krijgen. Elke ochtend als je wakker wordt. Zodra je op Facebook kijkt, of op Twitter. Journalisten die je bellen om commentaar op een filmpje, of op een uitzwaaidag. Een lawine van valse profielen op social media.

Ik ben zelf ook bedreigd, meerdere malen zelfs. Gevolgd op straat door ongure types. Online lastercampagnes. En recentelijk dus zelfs gevangen gezet in een corrupte bananenrepubliek vanwege mijn werk. Maar dat lijkt me toch anders dan zo’n trollenleger dat dag in, dag uit kruiwagens vol shit over je heen stort.

Naast me op de publieke tribune zit Anne Fleur Dekker, die erover mee kan praten. Ja, ze is bang geweest, vertelt ze. Ze is net weer boven water gekomen, zit niet meer ondergedoken. Ze werd bedreigd na felle kritiek op Thierry Baudet, de man die de rassenleer gekoppeld aan het nationalisme weer salonfähig aan het maken is in Nederland — als hij niet te druk is met het debiteren van verkrachtingsfantasieën tenminste. Bij debatcentrum de Balie stonden twee mannen haar op te wachten, die per telefoon aan iemand anders doorgaven dat zij net naar buiten kwam.

“Dat was echt het engste”, zegt Dekker tegen me. Vervolgens werd ze door Jeroen Pauw en een dronken Ed Nijpels afgezeken op TV op een manier die nu bij Powned waarschijnlijk als cursusmateriaal dient — waarna een nieuwe karrevracht aan bagger over Dekker werd uitgestort (Ook creepy: Baudet heeft haar recentelijk uitgenodigd om koffie te gaan drinken, vertelt ze me, rollend met haar ogen). Geen wonder dus, dat ook Anne Fleur Dekker geïnteresseerd is in de vraag: Wie zijn die mensen die dit doen?

FRÖBELEN

Ik kijk door de dikke ruit naar beneden. Aan het woord is — ik zal, met dichtgeknepen neus, zijn achternaam niet noemen, maar de man verdient dat respect natuurlijk helemaal niet. Hij publiceerde immers het beruchte filmpje op DailyMotion, waarin hij Sylvana’s gezicht op dat van slachtoffers van een lynchpartij had geplakt. Om elke verdere twijfel weg te nemen over wie hij bedoelde had hij er ook nog het “Oh Sylvana” lied onder gezet dat de een of andere malloot ooit heeft gemaakt. Waarom dus zíjn privacy respecteren?

Maar goed, Marcel K. dus, uit Kudelstaart. Hij heeft er, zo zegt hij, maar moeite mee dat “alles in Nederland verandert”. Daar kan hij niet zo goed tegen, verandering. Hij wordt daarvoor behandeld. Hij is derhalve verminderd toerekeningsvatbaar verklaard door een psychiater. Hij was boos over “het gezeik” over Zwarte Piet “en alles”.

“Straks mag Willem-Alexander niet meer in zijn koets rijden en ze zijn nou ook al bezig over de paashaas, het gaat maar door…”, verklaart K.

De paashaas? Ik begrijp het niet. Dan herinner ik me dat door de ferme berichtgeving in het Algemeen Dagblad half Nederland vandaag in de angst leeft dat onze Christenkinderen met Pasen misschien wel een halal paaseitje door de strot geduwd krijgen, wat natuurlijk je reinste islamisering is. En als eenvoudige Kudelstaarter sta je dan machteloos, vijf maanden voordat dit in het nieuws komt.

“Ik ging gewoon wat zitten fröbelen en toen had ik die video af”, legt K. aan de rechtbank uit. “Ik had een andere video gezien die ook over Sylvana en Zwarte Piet ging en toen dacht ik, dat kan ik ook, dus toen ging ik zo beginnen”.

“Ik klooi wat met uien”, mompel ik, terwijl ik een blik werp op Dekker naast me. Maar die is verdiept in Instagram. Ik kijk even op Twitter onder de hashtag #Sylvana en zie alweer genoeg materiaal voorbijkomen voor nog drie dagen rechtbank.

Marcel K. zet zijn fröbelwerk online. Twee weken lang gebeurt er niks. Dan ziet hij ineens zijn werk op televisie bij de NOS. Hij schrikt zich wezenloos: “Ik dacht, dat heb ík weer.”

“Ik heb eigenlijk een heel saai leven, er gebeurt nooit wat, en dan opeens dit”, zegt K. Hij geeft zichzelf aan bij de politie, maar probeert wel de sporen van zijn videoproductie van zijn computer te wissen.

De officier van justitie citeert in haar requisitoir het beroemde nummer van Billy Holiday, Strange Fruit, dat geïnspireerd werd door de foto waar Marcel K. zo fijn mee heeft zitten knutselen:

Pastoral scene of the gallant south
The bulging eyes and the twisted mouth
Scent of magnolias, sweet and fresh
Then the sudden smell of burning flesh

“Lavendel”, schiet me te binnen. “Dan ruik ik aan dat zakje…”

STIJF VAN DE PILLEN

Hoewel K., net als de meeste verdachten, zegt erg geleden te hebben onder “de commotie” die de zaak teweeg heeft gebracht, zijn bij hém de kilo’s er bepaald niet afgevlogen. Ook dat heeft hij met de meeste verdachten gemeen, behalve met Anne A., een Leidse corpsbal die, zeg maar, het Baudet Nazi-chic segment van het gezelschap vormt en die vrij mager is.

De verdachten hebben naast zwaarlijvigheid meer dingen gemeen. Zo is er geen één die geld heeft. Allemaal zeggen ze grote moeite te zullen hebben om een eventuele geldboete te kunnen betalen van hun uitkering, hun toelage of hun schamele salaris. Ook het vermelden waard: Een groot gedeelte, zo niet het merendeel, heeft een strafblad, cq problemen met justitie gehad. Bedreiging. Vernieling. Geweldpleging. En dan is er de kwakkelende gezondheid van de heren.

“Ik weet het allemaal niet precies meer. Ik sta stijf van de pillen!”, zegt de heer C., refererend aan de ernstige gezondheidsproblemen die hij zegt te hebben. “Ik ben een heel agressief figuur. Je hebt mensen met een kort lontje, nou, ik heb géén lontje. Bij mijn gaat het meteen van boem.”

“Ik ben nogal ontvlambaar. Sorry maar helaas”, zegt meneer M. Hij heeft schulden en een verleden vol ‘uitspattingen’ en iets dat hij ‘nariteit’ noemt. Hij lijdt aan een niet nader genoemde psychische stoornis waarvoor ook hij in behandeling loopt. “Ik ben niet gelukkig, dus ik ben niet vrolijk in de mond”, verklaart hij zijn wat bruuske taalgebruik.

En zo gaat het maar door. De een heeft ouderdomskwalen en loopt moeilijk. De volgende is niet ter zitting verschenen want slikt morfine. De andere heeft slaapstoornissen. Of er zit er een in de knoop omdat z’n vrouw net is overleden en met z’n nieuwe vriendin loopt het ook niet lekker.

MISLUKTE LEVENS

Simone van Saarloos, die er ook is, schreef in Vrij Nederland hoe haar pogingen de verdachten te begrijpen haar tot wanhoop dreven. Het geheim is echter dat er niet veel te begrijpen valt.

Het zijn namelijk net jihadisten. Immers, na elke terreuraanslag als er weer verdachten worden gearresteerd zijn het dezelfde dingen die je hoort en leest: Mislukte levens vol relatieproblemen, problemen met justitie, problemen met werk, gebrek aan geld, nergens echt bij horen en een heilig verlangen naar een verleden dat nooit heeft bestaan. Met dat verschil dat de Wilders jihad, om het zo maar te noemen, bij gebrek aan echte issues vrij snel ook weer van z’n geloof af valt. ISIS terroristen plegen bomaanslagen in wereldsteden, maar het zielige clubje dat ik beneden me in de rechtszaal zie zitten zou in Kudelstaart nog geen klapsigaar tot ontploffing weten te brengen.

De verwarring van van Saarloos is op zich wel te begrijpen, want dit kansloze milieu wordt ons al tijdenlang voorgeschoteld als “boze burgers” naar wie aandachtig en begrijpend geluisterd dient te worden, ook al hebben ze helemaal niets te zeggen. Aalgladde propagandisten zoals Wierd Duk, Arnold Karskens en Syp Wynia laten geen kans onbenut om te waarschuwen voor opstand, verzet, burgeroorlog of andere vreselijke gevolgen als we deze licht ontvlambare pillenslikkers en hun verwarde haatgevoelens niet serieus nemen. Maar mijn aandachtige luisteren naar de verdachten maakt juist steeds duidelijker waarom het maar niet wil vlotten, en ook nooit wat zal worden, met de beloofde opstand en de burgeroorlog.

Zonder uitzondering verklaren ze allemaal in “een opwelling” te hebben gehandeld. Het babbelt maar door van “Ik dacht er niet bij na” en “Ik was boos en toen had ik het geplaatst voor ik er erg in had.” Sylvana Simons, zo leggen ze uit, “vermoordt Zwarte Piet.” En dat maakt ze heel erg boos, al die dooie Zwarte Pieten.

“Er moet ook gekeken worden naar wat mevrouw Simons óns heb aangedaan”, zegt de heer van R. verontwaardigd. “Ken ik ook aangifte tegen haar doen dan? Want dat Zwarte Piet weg moet is ook beledigend voor een hoop mensen.”

Tegelijkertijd beweert van R. echter dat hij “het niet zo bedoeld” had, zijn woorden beter had moeten kiezen en dat het “rotte apenkop” waarvoor hij Simons uitmaakte “niet persoonlijk bedoeld” was.

Het zijn teksten die uit ieders mond komen.

“Niet zo moeten doen.”
“Woorden anders moeten kiezen.”
“Was niet persoonlijk tegen mevrouw Simons bedoeld.”
“Ze heeft wel zichzelf beledigd door het ook te lezen.”
“Maar se heb het wel ook selluf in de media opgesocht.”
Enzovoorts.

SLACHTOFFERROL

Mevrouw Simons zelf is er intussen ook knap gaar van. Tijdens een schorsing laat de man-met-pistool ons naar buiten en verzorgt koffie. “Er wordt mij door die mensen zoveel macht toegedicht, alsof ik in m’n eentje het gehele Sinterklaasfeest om zeep help”, zegt ze, na een tijdje gefulmineerd te hebben over de teksten van sommige verdachten en hoe ze steeds het slachtoffer uithangen. “Ze zijn ongeruster over hun baan en een strafblad dan over wat ze aangericht hebben.”

De enige die tijdens al de zittingen werkelijk spijt heeft betuigd was een vijftienjarige jongen die haar verkrachtingsfantasieën stuurde en wiens zaak achter gesloten deuren werd behandeld.

“Hij draaide zich naar me om en zei, mevrouw Simons, het spijt me echt heel erg, ik had dit nooit mogen doen”, vertelt ze.

Er is meer opmerkelijks: Tot ieders verbazing verschijnt DENK kamerlid Selçuk Öztürk ineens op de rechtbank in een glimmend blauw Balkanpak. “Ik ben tenslotte ook bedreigd”, legt hij zijn aanwezigheid op de publieke tribune uit. Sylvana houdt het er maar op dat hij slim probeert zich in de kijker te spelen. Twee dagen eerder stonden ze nog tegenover elkaar in de rechtszaal, omdat DENK van Sylvana geld wil hebben omdat ze weg is gegaan bij die partij — een eis die door sommigen in het Simons kamp gezien wordt als een poging tot financiële eerwraak.

DE FACEBOOK VORTEX

Na twee dagen luisteren valt me nog iets anders op. Regelmatig hoor ik dingen als, “Je wordt er in meegetrokken, opgefokt door Facebook.” Of: “Me maat stuurde me iets omdat we elkaar op Facebook altijd van die dingen sturen en daar werd ik kwaad om.” Marcel K., de maker van het lynch filmpje, vertelde al hoe hij een filmpje zag, met Sylvana ergens ingemonteerd, en dacht, “Dit kan ik beter.” De wat oudere van R. zei over het Zwarte Piet gedoe: “Op internet, je leest alles. En het komt steeds terug en het werd steeds meer.”

De enige vrouw, die op dag twee terecht staat, mevrouw B., klaagt dat ze “voortdurend met het gezeik over Zwarte Piet wordt geconfronteerd.” Maar tegelijkertijd is ze lid geworden van de Facebook groep ‘Zwarte Piet Moet Blijven’, waarmee ze zich zélf van een aanhoudende stroom van confrontaties heeft verzekerd.

Het lijkt, met andere woorden, alsof ze verslaafd zijn aan boosheid, waarbij de verdachten steeds op zoek gaan naar betere prikkels, de overtreffende trap, een wedstrijd in wie het hardst en grofst tekeer kan gaan, de stresshormonen die op volle sterkte door de aderen worden gepompt, met een fikse dosis racisme in de mix. Facebook helpt daarbij met algoritmes die ervoor zorgen dat je meer krijgt van wat jij wilt zien. Hoe kom je daar vanaf? Cold Turkey, zo lijkt het. Veel verdachten zeggen zó geschrokken te zijn van “alle ophef” dat ze niks meer op social media gaan zetten of zelfs hun accounts hebben opgeheven.

“Nu ik weet wat er van kan komen ga ik nooit meer ergens op reageren”, zegt mevrouw B. Dat je ook een normaal debat zou kunnen voeren behoort voor haar blijkbaar niet tot de mogelijkheden. Het is alles of niks. Net als met heroïne.

Wat is dat toch met Zwarte Piet dat we hier nu bij de rechtbank zitten? Ten eerste het onvermogen om een minderheid haar zin te geven zelfs als dat voor de meerderheid helemaal niks uitmaakt. Hoewel je door het jaarlijkse lawaai erover anders zou vermoeden, kan het de overgrote meerderheid van de bevolking, en vrijwel alle kinderen, eigenlijk niet zoveel schelen wat voor kleur de Pieten hebben. Mij ook niet. De discussie interesseert me ook niet. Het is net als met de — voorlopig imaginaire — halal paaseitjes: Ze smaken hetzelfde, dus wie maakt het wat uit als iedereen ze voortaan eet?

Of misschien is het nog veel simpeler.

Mevrouw B. (“Een gekleurde Piet vind ik stom, het is geen carnaval”) vertelt dat ze zelf Zwarte Piet speelt, elk jaar, in haar woonplaats.

“Tegenwoordig liggen de pepernoten eind Oktober al in de winkel en dan begint het bij mij al helemaal te kriebelen. Ik vind het zo hartstikke leuk”.

En dan: “Je wordt dan zelf weer kind”.

Uitspraak 18 Mei.

Mijn gekozen waardering € -

Tropical Journalist. Covered conflict and corruption in Syria, Afghanistan, Panama, Latin America, the Balkans.