Op stap met de schrijver van de Straatbijbel

Hij schreef drie deeltjes van de Straatbijbel. Je weet toch, de bijbel in straattaal. Op stap door Rotterdam-Zuid met Daniel de Wolf. 'We begonnen in een junkpand met bloed op de muren en spuiten op de grond'

"Hé, zijn jullie soms van de politie?" vraagt een Antilliaanse jongen aan Daniel de Wolf (40) en mij in jongerencentrum The Mall in de Rotterdamse Millinxbuurt. Het is een vraag waar Daniel niet raar van opkijkt, vertelt hij als we even later door de buurt wandelen. "Ze vinden het apart als een jonge, blanke vent met Antillianen praat. Als dat wel zo is, denken ze al snel dat je een agent in burger bent, haha."

Schietpartijen, prostitutie, overvallen en drugshandel

Even later wordt Daniel door een Dominicaanse jongen – "een grote boef" – enthousiast begroet met "Hé pastor!". Als geen ander kent Daniel de Wolf de rauwe straatcultuur 'op Zuid' – zoals Rotterdammers de zuider Maasoever noemen. Als jongerenwerker bij De Nieuwe Kans, en voormalig voorganger van de Antilliaanse gemeente Church4All – dat in 2005 voortkwam uit het welzijnswerk van Youth for Christ-jongerencentrum The Mall – weet hij van de problemen die hier spelen. De eerste locatie van The Mall werd in 2001 gevestigd op de benedenverdieping van een vervallen junkpand met "gaten in het dak, bloed op de muren, spuiten en op de grond". De bovenetage werd dichtgetimmerd en op de benedenetage was het jongerencentrum gevestigd. Schietpartijen, prostitutie, overvallen en drugshandel domineerden in die tijd de buurt. Hoewel de wijk niet meer de getto is die het ooit was – The Mall is inmiddels verhuisd en de oude panden zijn volledig gerenoveerd tot koophuizen – zijn niet alle problemen verdwenen. Daniel heeft nauw contact met voornamelijk Antilliaanse jongeren. De cultuur waarin deze jongeren opgroeien is vaak schrijnend: vaderloze gezinnen, armoede en criminaliteit. Regelmatig gaat Daniel naar de gevangenis om jongens te bezoeken. Ze zijn veroordeeld vanwege geweld of drugshandel.

Het derde en laatste deel van de straatbijbel gaat over koning David en zijn psalmen. Logisch, vindt de auteur. 'David is de perfecte straatfiguur. Hij werd opgejaagd, had bloed aan zijn handen en was niet perfect. Maar hij was wel een man naar Gods hart. Die spanning is herkenbaar voor veel jongeren. David was een herdersjongen of voor nu: een jongen van de straat. Hij zette zijn gevoelens op muziek. Veel jongeren uit de straatcultuur vertolken hun gevoelen in hiphopmuziek.'

Kerk voor tuig

Hoe komt de van huis uit christelijk-gereformeerde Daniel terecht in zo’n wereld? Als jongen uit Capelle aan den IJssel ging hij enthousiast naar de kerk, jeugdvereniging, catechisatie en de reformatorische scholengemeenschap. "Maar geloven was voor mij verstandelijk. Het zakte niet naar mijn hart. Dat gebeurde pas tijdens mijn studie op een bijbelschool in Leuven. Op mijn kamer realiseerde ik mij ineens dat God onvoorwaardelijk van mij houdt. Dat ik geliefd ben. Het klinkt wat vaag, maar ik had een ontmoeting met Jezus waardoor de wereld er anders uit ging zien. Alsof er een doek werd weggeschoven. Mijn beeld van God veranderde van een strenge, boze God naar een liefdevolle Vader. Dat veranderde mijn leven wel." Dat moment op die studentenkamer verklaart Daniels drijfveer voor jongeren die buiten de boot vallen. "Voor hen heb ik altijd een voorliefde gehad. En ik hou van Rotterdam en van Jezus en Zijn Koninkrijk. Als dat allemaal samenkomt, kom je kennelijk hier terecht, haha."

We begonnen in een junkpand met gaten in het dak, bloed op de muren, spuiten en op de grond

Daniel neemt me mee naar een kerkgebouw van een Afrikaanse pinkstergemeente. Zo’n acht jaar hield Church4All hier kerkdiensten. Lange tijd heette de kerk Thugz Church, straattaal voor 'kerk voor tuig'. Het motto was: 'R U Bad Enough 4 Thugz Church?'  Ben jij slecht genoeg voor Thugz Church? Daniel: "De naam liet zien dat iedereen welkom is, ongeacht je kleding en ongeacht je verleden. Want iedereen heeft een strafblad bij God. We veranderden de naam omdat het ook weer mensen afschrikte." Een kerkdienst hier voldoet ook niet helemaal aan het traditionele plaatje, vertelt Daniel, die hier tot voor kort pastor was. "Er was eens iemand in de dienst die een pistool op zak had. Of iemand die de schriftlezing zou doen en nét voordat hij het podium opstapte tegen me zei dat hij stoned was. Maar nu is het allemaal wat rustiger en kleiner. Het blijkt lastig om de jongeren die betrokken waren bij het ontstaan van Thugz Church vast te houden. Ze zijn terug naar Curaçao, zijn verhuisd of zitten vast."

Lange tijd kwamen hier zondags maandelijks zo'n dertig Antillianen, inclusief kinderen, om in zo'n drie kwartier te bidden, te zingen en naar een preek te luisteren. Inmiddels ligt de focus van het gemeenteleven op de huiskringen en minder op de diensten. "Veel gemeenteleden zijn alleenstaande moeders. Maar er komen ook jongens die de weg weer terugvinden na een tijd in de gevangenis gezeten te hebben. Met kerst zit het hier helemaal vol. Dan komt er tachtig man."

Een buurvrouwtje noemt me haar God

“De mensen die hier komen geloven in de opstanding van Jezus. Maar er zit ook veel volksgeloof in de Antilliaanse cultuur. God behoort voor hen tot een magische wereld. God is een realiteit, vooral als je dood gaat. Tot die tijd moet je zoveel mogelijk genieten van het leven. Enerzijds geloven ze dat iedereen wel in de hemel komt; maar als het om henzelf gaat lijken ze haast bevindelijk: ben ik er wel klaar voor? Soms is dat een excuus om niet radicaal te hoeven kiezen. Maar het komt ook door een wettisch beeld van christen-zijn.”

Daniel vertelt dat veel mensen hem zien als een middelaar tussen God en hen. En daarom wordt hij er – soms door totaal onbekenden – op belangrijke momenten bij geroepen: bij het afrijden voor een rijbewijs of de inwijding van een nieuw huis. "Ik bid dan voor hen. Het is een kans om bij mensen binnen te komen om te praten over de liefde van Jezus. Maar het is ook lastig. Ik probeer hen duidelijk te maken dat ik niet tussen God en hen insta maar dat het draait om Jezus die de middelaar is. Maar als pastor sta je toch op een voetstuk. Een buurvrouwtje noemt mij zelfs haar god. Dat is bizar en heel ongemakkelijk. Het is een mix van katholicisme, bijgeloof, voodoo en geesten. Aan mij vragen ze of ik wil bidden voor iemand die ziek is, maar tegelijkertijd gaan ze naar een voodoopriester om een vloek uit te spreken over iemand met wie ze problemen hebben. Het voert terug tot hun wortels in Afrika waar een medicijnman namens de mensen contact heeft met de geesteswereld. Dat is ook wel makkelijk, want dan hoef je het zelf niet te doen. Ik merkte dat ook bij de straatbijbels. Sommige mensen uit de straatcultuur waren erg kritisch. Ze zeiden: 'Daar mag je een heilig boek niet voor gebruiken!'. Maar ze zeiden ook dat ze de Bijbel nog nooit gelezen hadden. Je ziet dus: het blijft dan op een veilige afstand. ''
En dat is  wat Daniël zelf ook herkent. Hoe het geloof uit zijn jeugd een tijdlang op afstand bleef en pas in zijn studententijd zijn hart raakte.

Er droeg iemand een pistool tijdens de kerkdienst

Tattoo

We lopen naar het huis van Randy (27). Hij komt al jaren in The Mall en heeft ook meegewerkt aan de bijbels in straattaal. Hij sprak MP3's in voor de website en gaf adviezen over de tekst. Randy – getooid met opvallende tattoo’s staat in de deuropening van zijn huis en vertelt dat Daniel hem niet probeert over te halen om christen te worden. “Alleen met kerst kom ik bij hem in de kerk. Het voelt daar alsof ik aan het chillen ben. Niets moet, alles mag. Het is niet zo geforceerd als ik denk dat het in een normale kerk is." De tekst die Randy op zijn arm heeft laten tatoeëren is opvallend: Forgive me for my sins."Ik heb veel foute dingen gedaan. Gelovig of niet, je moet ooit om vergiffenis vragen aan jezelf en de mensen om je heen." Tegen Daniel zegt hij over een getatoeëerd kruis op zijn arm: "Ik zal er maar niet bij vertellen dat dit een satanskruis is. Waarom ik dat heb? Ik geloof dat er in de wereld meer slechtheid is dan goedheid. Ik ben geen satanist. Maar voor mij is de duivel meer realiteit dan God. Ik heb ook meer slechte dingen gedaan dan goede. Nee, ik wil daar niet meer over zeggen. Dat is privé."

Juanita

Op de fiets gaan we richting het huis van Daniel. Daar aangekomen belt hij aan bij een vrouw waar hij het al eerder over had: Juanita, het buurvrouwtje dat hem 'god' noemt. Ze staat in haar nachtjapon haar huis te soppen. In een mengelmoes van Spaans en Nederlands vertelt ze dat ze na twintig jaar drugsverslaving twee jaar geleden clean werd, nadat Daniel met haar gebeden had. "Ik vertrouw veel op God. Hij helpt me om clean te zijn." Ze wijst naar Daniel: "Die god is mijn alles. Zonder hem ben ik niets." Daniel met een veelbetekende blik tegen mij: "Kijk, dat bedoel ik dus…” En haast vaderlijk tegen Juanita:  “Nee, Juanita, je weet het, hè…" Maar Juanita vertelt verder. "Twintig jaar hing ik buiten rond. Mijn tong hing uit m'n mond, ik bedelde en stal. Ik was echt asociaal. Nu voel ik me weer mens. Maar ik heb slechts twintig euro per week om te eten. Daniel geeft me ook te eten." In tranen: "Het is Gods werk! Ik hou van je, Daniel." Met een dikke hug nemen ze afscheid.

En dan naar huis. Het wonen in deze buurt is geen offer voor Daniel en zijn vrouw Tanja. Ze wonen er met plezier, ondanks dat er wel eens "wat dingetjes" gebeuren. "Een man die op onze stoep een getrokken pistool op iemands hoofd zette. Bij de buren is een wietplantage in de fik gevlogen, waardoor we even geëvacueerd werden. Maar dat zijn uitzonderingen. Over het algemeen is het hier lekker bruisend en gezellig. Ik zou niet in een Vinex-wijk kunnen wonen."

David is de perfecte straatfiguur

Aan de eettafel in zijn woonkamer op de eerste verdieping, vertelt Daniel aan de eettafel dat zijn werk hier niet één groot succesverhaal is. "Mensen horen graag successtory’s, omdat ze daardoor bemoedigd en geïnspireerd worden. Ik heb wel wonderen van genezing en bevrijding meegemaakt, maar daar wil ik vanwege de privacy van mensen niets over zeggen. Maar een van de lessen die ik hier heb geleerd is dat de gebrokenheid zo groot is. Ik ken mensen die een bijzonder getuigenis afgaven en die nu weer in de gevangenis zitten. We zijn nog steeds mensen in een gevallen wereld. Soms vraag ik me af: waar blijft het Koninkrijk van God? Misschien zagen we er net een glimp van in de tranen van dat buurvrouwtje. Ze is bevrijd van drugsverslaving. Maar je ziet de gebrokenheid voor je staan. Het is dus niet allemaal spanning, sensatie en spektakel."

Psalm 23 in straattaal

De Master is mijn strati guide

Aan floes ontbreekt het me niet

Hij laat me flexen in laidback presi’s

Hij leidt m’n patta’s naar tranquil strati’s

En is breezy als red bull voor mijn soul

De MASTER brengt me langs safi paden

Alle big ups voor Zijn naam

Al liep ik een waka door de valley of death

Ik zal geen ruina vrezen, want U bent bij mij

Uw krakti geeft me power

U nodigt me uit in Uw osso en zet een tafel vol tjaps voor me neer

Midden tussen al m’n haters

Omin dure parfum geeft u voor op m’n hoofd

Dringie in m’n cuppa, zo tantoe vol, dat het overflowt

Blessings & goodness chasen me als followers op twitter

Ik blijf in de osso van de Master voor eeuwig!

Dit verhaal is een bewerking van een artikel dat eerder verscheen in Zondag en Uitdaging.

Mijn gekozen waardering € -

Sjoerd Wielenga (Rotterdam, 1980) is zelfstandig journalist, tekstschrijver, eindredacteur en bladenmaker. Hij werkt(e) onder meer voor de EO, NRC Handelsblad, Trouw, de Volkskrant en opinieblad De Nieuwe Koers.

Geef een reactie