Oud = nieuw en fout = goud in Dresden

In de nieuwe Altstadt van Dresden blinken de nep-fresco’s je tegemoet. Na WOII en DDR hunkert men naar het verleden, toen de foute Richard Strauss het zijn ‘eldorado voor mijn premières’ noemde. Dat vraagt om een festival.

Enthousiast wijst de gids om zich heen. We staan in hartje Dresden. ‘Wat is hier het oudste gebouw?’, vraagt hij. De barokke gevels torenen boven ons uit, de beroemde Frauenkirche loert vanuit de hoek. Lachend wijst perschef Christoph naar een expohal uit de jaren vijftig in Sovjet-stijl met arbeidsbewustzijnbevorderende tegeltableaus, ‘dat is de enige authentieke gevel. De rest is fake. Allemaal na de oorlogsbombardementen herbouwd.’

Rococo

Rondwandelen door de oude binnenstad van Dresden, ooit cultuurhoofdstad van Duitsland, is een hallucinerende ervaring. De ene rococo fontein verdringt het andere barokpaleis. Allemaal herbouwd, met hoogstens de oorspronkelijke funderingen intact. De toeristen storen zich er niet aan, het ziet er allemaal zeer pittoresk uit. De inwoners van Dresden doen er in ieder geval niet geheimzinnig over.

Piazetta

Ook op de Neumarkt staat bij de zoveelste bouwput een bord voor de nieuw-oude Jüdenhof, een ‘hoogwaardige wooncomplex met als thema ‘het leven vindt plaats in de binnenstad’. Een barok gebouw met bijzonder binnenhofconcept en de flair van een Italiaanse piazetta. Een levendige mix van hotel, gastronomie, winkels, kantoren, maisonettes met uitzicht op de Frauenkirche en levensgevoel’. Op de plaatjes zien we een eeuwenoud ogend barok nieuwbouwcomplex. Dat er al zestig jaar geen jood meer te bekennen valt in Dresden, is blijkbaar irrelevant.

Fout goud

Ook het operahuis is steen voor steen heropgebouwd, al zie je dat als buitenstaander er niet aan af. Nepmarmer en fake goud blinken je in de Semper tegemoet. Aan de achterkant van de Semper zijn er na de oorlog meteen maar wat meters aangeplakt, zodat er moderne theatertechnieken konden worden gebouwd. Oud of nieuw, de akoestiek is in ieder geval perfect en de programmering doet de vooroorlogse gloriedagen herleven. Dit jaar herdenkt de stad de 150ste verjaardag van Richard Strauss met een prestigieus festival in november.

Eldorado

Maar eerst zijn er de Musikfestspiele, die alvast wat voorwerk doen. Strauss woonde dan wel vooral in Berlijn in zijn productieve jaren, zijn grootste opera’s werden in Dresden voor het eerst opgevoerd. Richard was zo dol op de Semper en op dirigent Ernst von Schuch (wat Mengelberg in het Concertgebouw betekende als pleitbezorger voor Mahler, was Von Schuch dat voor Strauss), dat de premières van zijn Rosenkavalier, Elektra en Salome hier plaatsvonden. ‘Het eldorado voor 41 van mijn premières’, noemde Richard Dresden.

Kinderkoor

Speciaal voor de Musikfestspiele vindt op de binnenplaats van een net gerestaureerd/herbouwd koninklijk paleis (het Residenzschloss) de opvoering plaats van Feuersnot, een 113 jaar oud onbekend jeugdwerk van Strauss dat je zelden hoort. Dankzij de hittegolf overdag is het ’s avonds perfect weer voor een openlucht uitvoering met groot orkest, een kinderkoor en acht solisten. Het verhaal van een alchemist die een burgemeestersdochter probeert in te palmen heeft niet veel om het lijf, maar de emoties laaien hoog op en de kinderen kwinkeleren enthousiast mee. De solisten presteren wisselvallig, maar in deze wonderschone setting doet dat er niet toe.

Slachthuis

Eigenlijk is de Musikfestspiele interessanter vanwege concerten op ongewone locaties zoals een orgelserenade in een voormalig slachthuis (Kurt Vonneguts Slaughterhouse Five speelde zich hier af), maar dit Feuersnot-voorproefje van Strauss smaakt naar meer in november, als Richards meesterwerken op het programma staan.

Bij een bezoekje in verschroeiende hitte (heetste pinksterweekend ooit gemeten in Duitsland) aan het oorlogsmuseum van Dresden, blijkt dat Strauss daar ook een plekje heeft gevonden. Net zoals ze in de Altstadt niet moeilijk doen over nieuwbouw, zijn ze hier ook niet kinderachtig over Strauss’ foute oorlogsverleden. Als voorzitter van de Reichsmusikkamer was hij in de Nazi-tijd bepaald geen verzetsheld, hij schreef de openingshymne voor de Berlijnse Olympische Spelen van 1936 . In het oorlogsmuseum wordt hij dan ook doodleuk als ‘een foute componist’ omschreven, al erkent men dat hij geen Nazi maar eerder een ‘opportunist’ was. Zestig jaar later blijven zijn opera’s desondanks immens populair, ook hier in Dresden. Tijd voor een extra festival.  

www.musikfestspiele.com

http://www.kim-juedenhof-dresden.de/

Mijn gekozen waardering € -

SmaakMaker Dirk Koppes proeft en fileert het culturele klimaat. Deze AlbertHeijnHater was hoofdredacteur van Carp, chef cultuur bij De Pers, en schreef een reisboek over Cubaanse jongeren. Hij selecteert verplicht lees- , proef- en kijkvoer.