Pater Jan Laan: ‘Hoop en liefde zijn zó nauw verbonden’

Plato schreef er al over, Aristoteles werkte ze nader uit in zijn Ethica Nicomachea: de vier deugden Wijsheid, Rechtvaardigheid, Moed en Matigheid. Maar het was Thomas van Aquino (ca.1225-1274) die deze vier kardinale deugden combineerde met de drie goddelijke deugden: Geloof, Hoop en Liefde. Dankzij Thomas kennen we nu de "Zeven Deugden" in de christelijke filosofie en ethiek.

Jan Laan o.p. (81) kan terugblikken op een lange kerkelijke loopbaan. Vanuit zijn kloosterorde, de Dominicanen of Predikbroeders, heeft hij zich steeds geprofileerd als een sociaal bewogen mens. Sinds 2013 is hij prior van het Dominicanenklooster te Zwolle. Daar vierde hij dit jaar ook zijn zestigjarig jubileum: in 1961 deed hij zijn professie.

Iustitia (rechtvaardigheid)

‘Mijn vader vertelde ooit hoe hij als kind met zijn moeder langs de deuren moest. Mijn opa was jong overleden en in die tijd had je geen weduwenpensioen. Dus ging mijn oma de huizen af om te vragen of ze verstelwerk kon doen, kousen stoppen en zo. Voor de rest was ze afhankelijk van het ‘armenpotje’ van de parochie.
Dit verhaal heeft diepe indruk op me gemaakt: dat je om te overleven afhankelijk bent van de welwillendheid en goedgeefsheid van anderen. Het is goed dat er later sociale wetgeving kwam en de armen recht kregen op een minimum, zodat ze niet hoefden te bedelen.

Ik herinner me de eerste keer dat ik meeliep in een protestdemonstratie, als theologiestudent in Nijmegen. We protesteerden tegen de manier waarop Vietnam werd platgegooid met bommen en gif. Ik dacht: als je één Vietnamees wilt raken en dan een regen van bommen en gif gooit op een heel gebied, zodat mensen nog jarenlang ziek worden en de grond onbruikbaar is – dat kán niet.
Het zijn vragen die me altijd hebben beziggehouden: wat is onrecht? Hoe doe je mensen recht?
In de Schrift lees ik hoe God de mens boetseert uit aarde en hem zijn levensadem inblaast. De God in wie ik geloof, houdt van zijn schepselen; die mogen bestaan. En Hij nodigt ons uit om, naar vermogen, onze medeschepselen te helpen bestaan. Anderen tot hun recht laten komen, dat is altijd een van de grootste drijfveren in mijn leven geweest. Zo maken we het Rijk Gods zichtbaar.’

Caritas (liefde)

‘Als mensen hebben we individuele liefdesrelaties met elkaar: als broeders en zusters, als huwelijkspartners, als vrienden, als gezin. Je bent met mensen verbonden en dat doet je goed. Maar zo’n persoonlijk liefdesverbond is tegelijk exclusief én inclusief. Want je mag anderen, de kringen eromheen, in die liefde laten delen.
Dat geldt zeker wanneer je je professie hebt gedaan, zoals ik indertijd. Mij verbinden aan de Dominicanen en me ontplooien als religieuze mens, dat betekende: gehoor-zamen, gehoor geven aan de stem van die gemeenschap, mijn steentje bijdragen. Zowel in mijn werk als in mijn omgang met anderen. En vanuit die verbinding mag je die liefde verspreiden.

Toen ik in Rotterdam-Blijdorp woonde, kregen we als Dominicanengroep een uitnodiging: “Willen jullie gastgezin worden voor vluchtelingen?” Wij zeiden ja en ik werd bestuurslid van VluchtelingenWerk Rijnmond. We namen in totaal ruim honderd vluchtelingen op en boden hun een gastvrij en veilig huis. Na enkele weken, toen ze een beetje op hun gemak raakten, kwamen de verhalen los. Zo begonnen we enigszins aan te voelen hoe het is om te moeten vluchten, om je thuis en je familie achter te laten.’

Fortitudo (moed)

‘Vluchtelingen zijn vaak mensen met moed en geloof. Ze durven het aan om elders een nieuw bestaan op te bouwen. VluchtelingenWerk Rijnmond maakte ooit een boekje over vluchtelingen door de eeuwen heen. Mensen die hierheen vluchtten in de Tachtigjarige Oorlog – Vlamingen, maar ook Joden die uit Spanje werden verdreven − brachten hun talenten en hun netwerken mee. Mede dankzij vluchtelingen konden wij hier een Gouden Eeuw beleven.
Ook Sifan Hassan werd als 16-jarige door haar moeder op het vliegtuig gezet, was hier eerst diepongelukkig maar bleef toch hardlopen. En nu roept iedereen: “Wij, Nederlanders, wonnen als eerste goud bij de Olympische Spelen!”
Maar helaas, anders dan in Engeland en Ierland mogen vluchtelingen hier geen werk zoeken. Hun talenten worden niet benut, ze worden alleen als lastposten beschouwd. Daar snap ik niks van. Natuurlijk is er enige controle nodig, maar ik denk dat we ze best iets meer vertrouwen mogen schenken.

Als ik bid, vraag ik altijd om twee dingen: dat ik geïnteresseerd mag blijven en dat ik geraakt word – Jan Laan o.p.

In Rotterdam vingen we ook vier broers uit Eritrea op. Hun ouders waren achtergebleven. Eén van die jongens is rechten gaan studeren. Eind jaren negentig stelde minister Jan Pronk een ‘schaduwkabinet’ samen, van migranten die de regering kritisch volgden. Toen is die Eritrese jongen, die inmiddels jurist was, uitgenodigd om zitting te nemen in dat schaduwkabinet. Ja, daar was ik best trots op: dat een vroegere huisgenoot van mij daarvoor gevraagd werd.

Ik vind het ook heel dapper dat zijn ouders afscheid konden nemen van die jongens. Dat ze hun kinderen durfden los te laten en hun een brok vertrouwen meegaven: “Je zult het redden! Wees moedig!” Stel je voor: je stuurt iemand van wie je houdt de wereld in, op hoop van zegen dat diegene iemand tegenkomt die oog heeft voor zijn behoeften en talenten …’

Sapientia (wijsheid)

‘In 1980 werd ik pastoor van de Proveniersparochie in Blijdorp. Daar werd me gezegd: “Deze parochie is nogal vergrijsd. We moeten veel organiseren voor de jeugd, zodat we die ook binnenhalen.”
Ik zei: “Sorry, dat is een prachtig ideaal, maar het heeft geen enkele zin om ons nu te richten op de jeugd. Hoe kunnen we eerst zorgen dat we die ouderen een beetje inspireren? Zij dragen deze parochie en hebben levenswijsheid opgedaan, dus ze hebben vast wel iets te vertellen.”
We hebben allerlei activiteiten opgezet rondom het thema ouder worden en de betekenis van ouderen voor de samenleving. We overlegden: wat kunnen wij inbrengen in deze omgeving, in onze wijk? Het aardige was dat na verloop van tijd jongeren zeiden: “Verrek, daar gebeurt wat. Opa en oma zijn er maar druk mee!” En toen kwamen er weer jongere gasten.
Ik bedoel maar: je kunt wel allerlei luchtkastelen bouwen, maar je moet altijd starten vanuit de mogelijkheden die je nú hebt.’

Temperantia (matigheid)

‘Ik ben de tweede uit een gezin met tien kinderen. Mijn vader had op ons dorp een kantoorboekhandeltje. Mijn ouders hadden het niet breed, maar daar hebben wij als kinderen nooit iets van gemerkt. Ze schonken altijd aandacht aan bijzondere gebeurtenissen. Dan deden ze iets extra’s en maakten er een feestje van.
Zelf ben ik nog te onmatig wat roken betreft en ik drink weleens een paar glazen. Maar ik ben bewust onmatig als er een feest georganiseerd moet worden. Dan is mijn eerste vraag niet: “Wat mag dat kosten?” Ik organiseer het zo uitbundig mogelijk voor zoveel mogelijk mensen, en het budget is vers twee. Want ik ben er vast van overtuigd dat je als gemeenschap af en toe een feestje moet bouwen. Dat verbetert de onderlinge verhoudingen en het nodigt uit tot creativiteit: hoe kunnen we hier iets moois van maken? Belangrijke momenten mag je ruimhartig vieren. Je ziet soms bruidsparen die na hun trouwfeest nog maanden in de schulden zitten. Daar is niks mis mee, denk ik. Vreugde is een wezenlijke levensbehoefte.’

Spes (hoop)

‘In 1960 woonden hier in het Zwolse dominicanenklooster zeventig mensen. Het huis was ook vol met studenten, want je kon hier een opleiding filosofie volgen. En nu zitten we hier met vier broeders, van wie ik met mijn 81 jaar de jongste ben. Is er nog toekomst voor de dominicanen? Ach, weet je: eigenlijk ben ik niet zo bezig met die toekomst. God zorgt wel voor zijn personeel. Ik leef van hoop.
Hoop en liefde zijn zó nauw verbonden…! Telkens waarschuwen de profeten in het Oude Testament: “Als jullie niet zorgen voor weduwen, wezen en vreemdelingen, dan hebben jullie geen toekomst!” Zo simpel is het. Hoop heeft alles te maken met mensen rechtdoen, de ander met open armen tegemoet treden. Waar liefde is, groeit hoop.

Het is dan ook een drama als iemand geen liefde heeft ervaren, zich niet bemind weet. Soms ziet zo iemand geen toekomst meer en wil een einde aan zijn of haar leven wil maken. En het blijven mysteries waarom de een dat wel overkomt en de ander niet…
Zelf kom ik uit een warm gezin. Eén van mijn broers is op 24-jarige leeftijd verongelukt, dat was heel tragisch. Maar verder zijn alle broers en zussen nog steeds met hun eerste partner getrouwd − ik dus met de kerk − en we hebben onderling altijd een goed contact gehouden. Zo’n liefdevolle basis draagt bij aan een hoopvol bestaan. Als ik verhalen hoor van mensen die opgroeiden in situaties van verwaarlozing en geweld, denk ik: hoe kunnen we voor die mensen een veilige en liefdevolle omgeving creëren, zodat ze hoop krijgen?’

Fides (geloof)

‘Het geloof zit niet zozeer in de leefregels als wel in vertrouwen. Ik heb op de plekken waar ik woonde en werkte een stuk vertrouwen mogen ontvangen. In 2013 kreeg ik in de Rotterdamse Steigerkerk de Erasmusspeld uitgereikt. Ik dacht: waaraan heb ik dit in Godsnaam verdiend? Echt, ik was diep ontroerd toen de hele kerk mij toezong. Want er bleken mensen in mij te geloven. En dat stimuleert je weer tot geloof in anderen. Geloven doe je niet in je eentje, een ander doet jou ook geloven.

Als ik bid, vraag ik altijd twee dingen: dat ik geïnteresseerd mag blijven en dat ik geraakt word. Zo ontwikkelen we elk onze geloofsverhalen. Ook jij hebt iets te vertellen over het geheim van God, door alles wat je in jouw leven meemaakte, alles wat jou heeft geraakt.
In Deuteronomium 6 staat die kreet: “Hoor, Israël!” God heeft zijn belofte gehouden, Hij heeft het volk bevrijd en nu zegt Hij: “Blijf naar Mij luisteren, dan komt het goed.” In het Mattheüsevangelie zegt Jezus: “Ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing der wereld.” Het is een gave dat je dit mág horen, dat het binnen mag komen. God gelooft in ons. Hij vertrouwt op ons en verwacht dat we met elkaar de aarde een beetje bewoonbaar houden.’
Pater Jan Laan o.p. (Avenhorn, 1940) studeerde filosofie in het Dominicanenklooster Zwolle en theologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (nu Radboud Universiteit). In 1961 trad hij toe tot de orde der Dominicanen. Sindsdien was hij werkzaam binnen parochies in Tiel, Rotterdam en Zwolle.
In 2013 werd hij onderscheiden met de Erasmusspeld van de stad Rotterdam, vanwege zijn grote inzet voor kwetsbaren in de samenleving. In datzelfde jaar verhuisde hij naar Zwolle, waar hij prior/rector werd van het Dominicanenklooster en de rectoraatskerk Sint-Thomas van Aquino.
Laan is een groot sportliefhebber en supporter van zowel Feyenoord als PEC Zwolle.

Mijn gekozen waardering € -

Van Friese afkomst, maar geboren en getogen op de Veluwe. Na het gymnasium deed ik één semester Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daarna belandde ik op het conservatorium in Zwolle (nu ArtEZ) en begon als muziekstudent met het recenseren van concerten en cd's. Na mijn eindexamen verbreedde dit schrijfwerk zich naar meerdere genres en opdrachtgevers.
Van 1991-1998 studeerde ik daarnaast psychologie in deeltijd aan de Universiteit Utrecht.
Journalistieke aandachtsgebieden: human interest, cultuur, zingeving.