Populisme, een beladen term

Experts die over (rechtse) politiek spreken en schrijven gebruiken vaak het woord populisme. Eigenlijk toont de keuze om dit woord te gebruiken -in plaats van vele andere die ongeveer de zelfde lading dekken- aan hoe er door de kenners gedacht wordt over "het volk". Doorgaans zijn de experts universitair geschoolden, dus feitelijk door de belastingbetaler (lees: de elite samen met het volk; maar tegenwoordig, dankzij belasting specialisten, vooral het "klootjes"volk) gesubsidieerde mensen.

Populisme. Eigenlijk toont de keuze om dit woord te gebruiken ten overstaan van vele andere die ongeveer de zelfde lading dekken aan hoe er door de ‘experts’ (lees: universitair geschoolden, dus feitelijk door het volk gesubsidieerden) gedacht wordt over ‘het volk’. En natuurlijk kunnen we nu stellen dat er geen duidelijk aanwijsbaar ‘volk’ is, maar welk publiek dient de ‘volkskrant’ of de ‘volkswagen’ dan? En is er een ander woord voor volk? Gemeenschap? Populatie (‘gepeupel’ of ‘paupers’)? ‘De straat’?
Ook dit laatste woord is beladen tegenwoordig, want meer en meer mensen kunnen de huur niet meer betalen en zijn noodgedwongen aangewezen op een leven op straat. Dit betekent dat ze keer op keer op zoek moeten gaan naar onderdak: een slopend bestaan, dat veelal tot drugs, alcoholisme en vroegtijdig overlijden leidt. Mensen die net op straat zijn beland hebben alles nog op een rijtje, maar meestal is dit na een of meerdere jaren niet meer het geval.

Het toont wél aan, dat de mensen die nog in staat zijn om hun huur of hypotheek te betalen, het onderscheid tussen hen en de anderen, waarmee dus vaak verwezen wordt naar ‘het volk’ duidelijk kennen: dat is de muur, die hen van ‘de straat’ scheidt en waarvoor ze elke week vroeg op moeten, om te werken.

Wie nu dus ‘met het hoofd werkt’ is in staat om debatten te volgen, en soms zelfs te bepalen. Die komen op televisie hun geleerde mening uiten, en beïnvloeden zo het denken van de mensen die televisie kijken. Dat is voor een deel ‘het volk’, en voor een ander deel, de andere gesubsidieerden. Of zijn die eigenlijk ook een onderdeel van het volk?
Het is moeilijke materie, en ik heb bewondering voor de mensen die in staat geweest zijn om daar hun inkomen van te maken. Zij weten namelijk precies dat iemand een ‘volks menner’ is: en tegenwoordig heet dat een populist. Iemand die het volk begrijpt. Verwijzend naar Hitler is dat natuurlijk een fout mens.

Natuurlijk wil ik de ellende die Adolf Hitler heeft aangericht niet ontkennen noch goedpraten. Ik wil hier wel duidelijk maken dat er ook mensen zijn (geweest) die ‘het volk’ begrepen, zonder ‘populist’ te zijn geweest.
Een voorbeeld zijn voetbal commentatoren, en ‘news anchors’, maar ook cabaretiers, populaire (oei, daar hebben we het alweer!) muzikanten en andere artiesten en kunstenaars.

POP POLL
In onze eigen tijd zagen we hoe iemand als Putin in staat was in zijn land ongekend populair te worden, omdat hij begreep dat ‘het volk’ de dictator Stalin nog altijd hoog had zitten, ondanks de vele moorden die in dat regime gepleegd werden.
We zien hoe hij zijn tegenstanders laat doden of in de gevangenis laat verkommeren, en dit schept een angst-cultuur waarin niemand meer vrijuit durft te praten. Toch blijft hij populair in eigen land, en zelfs in Afrika rijden mensen met Rusland vlaggen rond uit pure vreugde voor wat de Wagner groep er doet.

En dan komt het er eigenlijk op neer dat alles, ook politiek, een poll is, een populariteits-poll. Populariteit geeft macht. Iemand die populair is populist noemen, vind ik dan ook flauw: het is tegenwoordig eigenlijk meer bedoeld voor de eigen groep dan om de tot populist gemaakte politicus tegen te houden. Die gebruiken het nu als geuzennaam, om ermee te schoppen tegen de politiek correcte gevestigde orde. Eigenlijk klinkt het wat als een artiest die niet meer aan de bak komt, die de teleurstelling daarover in een behapbare term giet.
Die teleurstelling vanuit de hoek die met de ‘populisme’ term schermt, verraadt eigenlijk hoe die groep -politiek links- door haar eigen achterban is weggestemd, uit onvrede met de manier waarop links identiteitspolitiek heeft gekozen over haar core business: het vechten voor betere omstandigheden van minder rijke medelanders. Sinds het socialisme is links daarmee vereenzelvigd; kiezers belonen links als ze zien dat ‘hun’ politici bezig zijn met het leefbaar maken van hun wereld.

DEMOS CRATOS
‘Demos cratos’, ofwel: het volk regeert, zo was de democratie ooit opgezet door de Grieken, althans zo gaat het verhaal. In werkelijkheid waren de machthebbers in Griekenland gekozen door rijke mannen, de enigen met stemrecht destijds. Het lijkt of democratie en elite meer met elkaar gemeen hebben dan ‘volk’ en ‘regeren’. En in deze eeuw kunnen we daar, dankzij internet dat de scheidslijnen tussen ‘volk’ en ‘niet-volk’ vervaagt, eindelijk wat aan doen. Iedereen heeft een stem. Toch zullen de media eerder de podcast van koning Wim vermelden dan de podcast van trucker Piet. Hoog tijd dat de media hun rol eens aanpassen aan de moderne tijd, en het populariseren van machthebbers achterwege laten, aandacht besteden aan ‘de straat’, ‘het gepeupel’, degenen die die aandacht werkelijk nodig hebben, om hun levens te kunnen verbeteren. Dat van koning Wim is goed genoeg.

ELITE
Gevaarlijk wordt het wanneer we politieke partijen gaan verbieden. Hier maakt minister Kaag een grote fout, als ze een wet wil invoeren die partijen verbiedt. In een echte democratie worden alle geluiden gehoord, ook als men het niet eens is met elkaar. Sommigen menen zelfs dat er vaker verkiezingen gehouden moeten worden. Interessant is dat D66 groot is geworden met hun ‘referendum’ politiek, die eigenlijk het tegenovergestelde voorstaat als waar minister Kaag (voormalige Shell-analist en diplomaat, duidelijk dus een lid van de elite van het land) naartoe wil.

In NRC (een krant die vooral gelezen wordt in de hogere lagen van de bevolking) komt het woord weer terug: De prijs van een burgerkoning
“De vraag tegen welke maatschappelijke prijs het burgerkoningschap in deze eeuw nog aan de man gebracht moet worden, dringt zich op. Hoe meer de koning op de burger lijkt, des te luider zal de vraag waarom hij koning is, klinken. Als eigen marketing als geschut daartegen moet worden ingezet, kan ‘verbinding’ omslaan in populisme.”
De schrijver van dat artikel bedoelt precies hetzelfde als ik, maar moet per se ‘populisme’ erbij halen.

Interessant: de mensen die het woord graag bezigen zijn vaak historicus. Wellicht heeft die sector ontdekt dat er geld te verdienen is door de inzet van het P-woord, ongeveer zoals de andere kant de term ‘islam’ gebruikt?

Worden we allemaal gepiepeld?

Mijn gekozen waardering € -

Geboren in Nijmegen 1966, studeerde Pabo, Nederlandse Taal- & Letterkunde, Journalistiek, Applicatieprogrammeur, Geluidstechniek, Basgitaar, en Oldtimer Bromfietsen. Af en toe actief in de Freewheelers Cello Band, met een Tollycraft Adventurer of een Miller Marine 29. Heeft vrouw, hond en kat. https://machtsmisbruik.wordpress.com sinds 2012.