Precies 90 jaar geleden had Nederland de Olympische Winterspelen moeten organiseren

Nederland kreeg in 1921 de organisatie van de Olympische Zomerspelen van 1928 in Amsterdam. Het IOC wees ons land toen ook aan als gastland van de Winter(!)spelen, die plaats moesten vinden in februari 1928. Pas in 1925 gaf het NOC die organisatie terug.

Het IOC heeft Nederland één keer aangewezen als organisator van de Olympische Spelen. Het is deze zomer precies negentig jaar geleden dat die plaatsvonden in Amsterdam.

Het IOC heeft Nederland ook één keer aangewezen als organisator van de Olympische Winterspelen. Die hadden deze maand precies negentig jaar geleden moeten plaatsvinden in … tsja, waar eigenlijk?

De eerste Winterspelen

De Olympische Winterspelen waren negentig jaar geleden nog een heel jong verschijnsel. De eerste editie was in 1924 in het Franse skioord Chamonix, in hetzelfde jaar dat de Zomerspelen in Parijs waren. Het IOC erkende die Winterspelen aanvankelijk nog niet, die daarom op het moment zelf werden omschreven als de Internationale Wintersportweek. Pas twee jaar later werd dit sportevenement met terugwerkende kracht uitgeroepen tot de Olympische Winterspelen – de eerste ooit.

Zo was Frankrijk in 1924 gastheer van zowel de Zomerspelen als de Winterspelen. Het IOC wilde die koppeling handhaven, waarmee Nederland automatisch het recht kreeg om de Winterspelen van 1928 te organiseren. Eind 1924 erkende IOC-voorzitter Pierre de Coubertin in een vraaggesprek dat dit wel eens lastig kon worden, “omdat hier niet voldoende sneeuwval is en wegens de onzekerheid van het ijs.”

Er waren hierover al gesprekken geweest met Nederland, maar dat had de organisatie nog niet terug willen geven. Integendeel: er werd eind 1924 serieus overwogen om de Nederlandse Schaatsbond de bevoegdheid te geven om de organisatie voor bijna álle wintersporten te geven; de hockey- en brandybond kreeg dan de organisatie van het ijshockey.

Een gunstiger klimaat

Het zou alleen niet in Nederland zelf worden georganiseerd, maar ergens in het buitenland. St. Moritz in Zwitserland werd genoemd. ‘Dan zou dus Nederland de Wintersport-Olympiade zelf organiseeren,’ vatte de Nieuwe Rotterdamsche Courant samen, ‘doch natuurlijk niet in het eigen land doch in een land dat daarvoor een gunstiger klimaat biedt’.

Het Zwitserse wintersportoord wilde dit evenement natuurlijk dolgraag organiseren, maar dan niet onder supervisie van de Nederlandse schaats- en hockeybond. Zo makkelijk gaf ons land zich echter niet gewonnen: ‘Van Hollandsche zijde kan hier tegen ingebracht worden, dat bij bet aanvaarden van de opdracht de organisatie van de 9e Olympiade geenerlei beperkende bepaling gemaakt is en dus Nederland voor de volledige uitvoering van het olympisch programma te zorgen heeft’.

Een puntje van aandacht, erkende De Coubertin daarom, waarover gesproken zou worden op het IOC-congres in Praag een half jaar later. ‘In elk geval,’ vingerwapperde de N.R.C., ‘zal het N. O. C. met een goed uitgewerkt plan moeten komen, zal bet waarborgen moeten stellen dat het de organisatie der Winter-Olympiade inderdaad ook op zich nemen kan.’ Kort samengevat: eind 1924 was Nederland officieel nog steeds de organisator van de Winterspelen van 1928.

Zwitserse diplomatie

Francis Messerli was in die tijd secretaris van het Zwitsers Olympisch Comité, de club die hij in 1912 zelf had opgericht. Geboren en getogen in Lausanne was hij een spin in het olympische web, want het IOC was toen al in die stad gevestigd. Messerli had zo innige contacten met Godefroy de Blonay, de vice-voorzitter van het IOC en de eerste vertrouweling van Pierre de Coubertin. Niemand kon beter de belangen van St. Moritz voor 1928 vertegenwoordigen en daarom ging de N.R.C. eens met hem praten over de kwestie.

Messerli begon heel diplomatiek en erkende dat Nederland het eerste recht had op de Winterspelen van 1928. ‘Volgens dr. Messerli is het te hopen, dat Nederland, de waarheid getrouw, ronduit verklaart, dat ons land niet in staat is de Winterspelen te organiseeren. Bij de eventueele verklaring van het N.O.C, dat het niet in staat is de Winterspelen in Holland te honden, kan een voorstel gedaan worden omtrent het land, dat in dit opzicht Hollands plaatsvervanger zal zijn. Dr. Messeri hoopte natuurlijk ten zeerste, dat het NOC bereid zal worden gevonden aan het Congres van Praag een aanbeveling in te dienen ten gunste van het houden der Winterspelen in Zwitserland. Het Zwitsersche Comité zal stappen in deze richting doen.’

Een wijze les

Op 29 mei 1925 maakte een telegram een einde aan het Nederlandse gastheerschap van de Olympische Winterspelen van 1928. ‘PRAAG, 29 Mei. De winterspelen der Olympiade in 1928 zullen in Zwitserland worden gehouden.’

En gelukkig maar, want als de Winterspelen van 1928 in Nederland waren geweest, was het een drama geworden. Van 11 tot en met 19 februari 1928 was er geen enkele keer vorst, ook ’s nachts niet. Verder regende het alleen maar die week, heel veel regen. En er was toen ook nog geen kunstijsbaan, dus het schaatsen en ijshockey had ook afgelast moeten worden.

Het is een wijze les van negentig jaar geleden: er zit weinig anders op dan te erkennen dat Nederland zich nooit kandidaat moet stellen voor de Olympische Winterspelen.

Mijn gekozen waardering € -

Sporthistoricus. Auteur van de Bosatlas van het Nederlandse voetbal. De enige Amsterdammer, die is afgestudeerd op Feyenoord.