Racistisch paasverhaal met happy end

Als duizenden mannen met zwarte en witte kappen op door de straten van Sevilla marcheren, denken we direct aan de KKK en Abu Ghraib. Maar er glimmert hoop onder de paaspuntmutsen.

Onafzienbare rijen anonieme mannen met zwarte kappen op, lopen onder mijn Airbnb-appartement langs. Hun fakkels bieden een macaber maar fascinerend schouwspel. Is de Ku Klux Klan naar Sevilla uitgewaaierd, zoals voorheen motorclubs, tomaten en tabak? Worden hier de eerste schreden richting resurrectie gezet van de racistische beweging, die in thuisland VS geen rol van betekenis meer speelt?

Ku Klux Klan

De oplettende kijker had natuurlijk meteen kunnen zien dat het hier in de Andalusische hoofdstad geen fakkels betreft die bevrijde negerslaven of kruistekens moeten affakkelen, maar dat het kaarsen zijn, die de komst van Jezus Christus aankondigen. Om precies te zijn: Nuestro Padre Jesús de la Salud, een beeldhouwwerk uit 1937, dat gedragen wordt door zo’n zestig costalero’s. Deze onzichtbare dragers moeten zorgen dat de enorme praalwagen zonder wielen waardig door de middeleeuwse stegen van Sevilla schommelt. Paarse bloemenblaadjes en enorme barokke lampen completteren het plaatje. Dit relatief nieuwe beeld hoort bij de Broederschap (hermandad) van Cristo de Burgos, een jong gezelschap dat even oud is als de Ku Klux Klan (eind 19e eeuw), al beweren ze zelf dat hun oorsprong ergens in de 17e eeuw te liggen. In een stad met tientallen broederschappen uit de 14e eeuw moet je je dan nog behoorlijk invechten.

Dat doen ze met onberispelijk zwarte tunieken, waar geen kaarsvlek op te bekennen valt. En door een blazerstrio (fagot, klarinet en hobo) in te huren, dat voor treurige klanken zorgt. We herdenken hier uiteindelijk het sterven van de mens Jezus. Later zal ook nog hun Mariabeeld langskomen, la Madre de Dios de la Palma, begeleid door een fenomenaal harmonieorkest. Dat speelt een soort Bruckner light in een arrangement van Rogier van Otterloo. Althans, zo klinkt het.

Allemaal heel cultureel correct. En als dan ook nog blijkt dat de leden afgelopen jaar een jongen uit Sevilla hebben geholpen, die in een gevangenis te Honduras vastzat, lijkt de link met racisme vergezocht. Zeker als je alle schattige kinderen in misdienaarkostuum snoepjes ziet uitdelen en er ook nog een broeder in rolstoel langs rolt.

Rotte eieren

Hoe komt de KKK dan aan die puntmutsen? En de broederschap zelf? Om bij het begin te beginnen: in de middeleeuwen kregen stoute leerlingen van kloosterscholen een puntmuts op, om hen te schande te maken. Later gebruikte de Spaanse Inquisitie dit, om ongelovigen over straat te slepen, waarbij iedereen rotte groenten en eieren naar de ketters mocht gooien. De leden van de religieuze broederschappen namen dit gebruik over en benadrukten zo dat zij als zondaars (nazareno’s) boete wilden doen met een tocht door de stad. De puntmuts werd een muts met kap (een capirote), zodat de zondaars anoniem hun wandaden konden bestrijden. Inmiddels heeft elke broederschap zijn eigen kleuren en capirotes, inclusief bijpassende handschoenen en -tas.

De Amerikaanse Ku Klux Klan houdt het al honderd jaar op witte outfits, soms met een rode bloedcirkel op de borst. Uitgangspunt was bevrijde slaven angst aanjagen en zelf buiten de hand van de wet blijven. Het verbranden van kruistekens zou voor extra spektakel en aandacht zorgen. Dat is gelukt. Elke puntmuts in een journaalbeeld roept associaties op met de KKK, zoals bij de marteling in de Abu Ghraib-gevangenis – die ook nog refereerde aan de kruisiging. En zo is de cirkel rond: ook de nazareno’s hebben het einde van Jezus in geachten.

La Macarena vs Gorilla’s

Een dag later spreek ik Pedro Guttierez, ex-lid van een van de grootste broederschappen van Sevilla, die van La Macarena (13.800 broeders, die gelukkig niet allemaal tegelijk meelopen). ‘We zijn niet zo racistisch als de KKK. Maar dat vind ik niet zo’n prestatie. Bij ons zit de vreemdelingenhaat eerder onderhuids. Iedereen mag lid worden van La Macarena, als je contributie betaalt en een mooie groene of paarse capirote koopt. Dat is het officiële verhaal. Toch zal je bij ons geen buitenlanders tegenkomen. Immigranten worden subtiel ontmoedigd om lid te worden. Niet voor niets heb je bij ons in de wijk als sinds 2009 buurtmilities als het Platform Basta met de Nederzettingen en Gorilla’s, dat daklozen en niet-Spanjaarden wil wegjagen. Ik zeg niet dat die milities allemaal lid zijn van La Macarena, maar het schetst wel de sfeer in de wijk. Het blijft blanke inteelt. Zelfs een hermandad als de Negritos heeft geen enkele neger in huis.’

Goed, niemand is zonder zonde en we moeten eerst de balk in eigen oog zien, voordat we deze splinter bij de broederschappen aanklagen. Uiteindelijk is dit een paasverhaal, met hoop op verzoening en resurrectie aan het eind. Semana Santa is geen intercultureel feest, maar wel een speciale versie van Pasen, waaraan alle generaties meedoen. En de broederschappen bestaan al lang niet meer allen uit broeders. De dames wandelen ook mee op blote voeten.

Mijn gekozen waardering € -

SmaakMaker Dirk Koppes proeft en fileert het culturele klimaat. Deze AlbertHeijnHater was hoofdredacteur van Carp, chef cultuur bij De Pers, en schreef een reisboek over Cubaanse jongeren. Hij selecteert verplicht lees- , proef- en kijkvoer.