Schot voor de boeg – de legendarische smokkelreis van de Lammie (hoofdstuk 2)

De legendarische smokkelactie met de Helderse kotter de 'Lammie' in 1973, wordt alom beschouwd als het startpunt van de georganiseerde (drugs)misdaad in ons land. Op basis van het originele dossier van de Lammie, en unieke gesprekken met een inmiddels overleden bemanningslid, tekende misdaadauteur Joost van der Wegen het verhaal van de Lammie op. Via Reporters Online leest u de komende weken exclusief de eerste 19 hoofdstukken van deze criminele avonturenroman.

2.

Dorus wist wel waarom Gerrit het hem zo moeilijk maakte. Het kinderachtige gepest had alles te maken met zijn tegenvallende vangsten. Een paar maanden terug had hij het schip gekocht waar hij al een tijd zijn oog op had laten vallen gekocht. Met het plan ermee te gaan vissen.

Het was een grote stap. Dorus had jarenlang aan wal gewerkt, als medewerker van de visafslag. Daar had zijn baas hem een jaar terug nog een betere baan aangeboden, als halchef. Hij legde het aanbod meteen naast zich neer. ‘Dan moet ik mijn maten gaan commanderen en worden mijn vrienden mijn vijanden’, had hij de directeur laten weten, de man sprakeloos achterlatend in zijn kantoor.

Vergaan

Maar misschien had Dorus had het beroep van visser toch onderschat, en was hij er te veel van uitgegaan dat hij het vak snel in de vingers zou krijgen. Zijn vader en grootvader oefenden dat beroep allebei uit. Zijn pa op een kotter, zijn opa nog op een houten botter. Als klein kind groeide Dorus op in de Helderse visbuurt.

De zee kon meedogenloos zijn, had Dorus in zijn jeugd al ontdekt: nadat zijn opa kapitein werd op een IJmuidense stoomtrawler, keerde hij op een dag niet meer terug van een reis. Familie en vrienden gingen ervan uit dat het schip en haar bemanning met man en muis was vergaan. De verdwijning van zijn opa had veel indruk op hem gemaakt. Het beeld van zijn opa op een zinkend schip, ergens midden op de oceaan, had hij maar niet uit zijn hoofd kunnen krijgen. Misschien dat hij daarom niet meteen na de middelbareschooltijd was opgestapt bij een kottervisser, maar vanaf de kade jarenlang had toegezien.

De laatste tijd kroop het bloed waar het niet gaan mocht. Hij dacht er steeds vaker aan hoe het zou zijn om als visser door het leven te gaan. Samen met een aantal vrienden kocht hij een boot. Het was een oude Zeeuwse veerpont die ze ombouwden tot een schip waar feesten en partijen op konden worden gehouden. Dat was een tijdje leuk, hij kreeg de smaak te pakken.

Maar na verloop van tijd wilde Dorus meer. Hij had bij een oude vriend van zijn vader aangeklopt met het verzoek of hij een boot voor hem wil zoeken, om mee te gaan vissen. ‘Zo, jongen, ga je de oude familietraditie toch voortzetten’, had de oom wat terughoudend gereageerd. Misschien zag hij in Dorus niet direct een opvolger voor zijn vader en grootvader. Dorus raakte erdoor uit het veld geslagen, maar liet zich er niet door tegenhouden. De stap naar zee moest maar eens worden gezet.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mijn gekozen waardering € -

Joost van der Wegen (1970) is (onderzoeks)-journalist op het gebied van criminaliteit, politie en justitie, inlichtingendiensten, slachtofferschap, en drugsbeleid. Hij publiceerde hierover onder meer in Metro, Panorama, Crimelink en Vrij Nederland. Voor Crimesite schreef hij het boek 'Onder spanning’, over politiewerk en PTSS. In 2018 werden zijn verzamelde misdaadreportages gebundeld in ‘Moordboek’ (Just Publishers).