Schot voor de boeg – de legendarische smokkelreis van de Lammie (hoofdstuk 5)

De legendarische smokkelactie met de Helderse kotter de 'Lammie' in 1973, wordt alom beschouwd als het startpunt van de georganiseerde (drugs)misdaad in ons land. Op basis van het originele dossier van de Lammie, en unieke gesprekken met een inmiddels overleden bemanningslid, tekende misdaadauteur Joost van der Wegen het verhaal van de Lammie op. Via Reporters Online leest u de komende weken exclusief de eerste 19 hoofdstukken van deze criminele avonturenroman.

5.

‘Wat een raar spul is dat eigenlijk’, zei Dorus tegen zijn vrouw.

‘Hoe bedoel je?’, vroeg ze verbaasd.

‘Nou, ik denk niet dat ze dronken is.’

Het meisje was op het Julianaplein zomaar onderuitgegaan, om daarna op de grond te blijven liggen. Twee vrienden tilden haar op en brachten haar lachend en met samenzweerderige blikken naar hun auto, die verderop stond geparkeerd. Het was een Volkswagen Kever, die met olieverf was beschilderd. Het ronde teken met de driehoek dat ze op de deur van de wagen hadden geschilderd, zag je de laatste tijd steeds vaker. De jongens startten hun auto. Het typerende geluid van de Kever schalde over het plein. Toen sloeg de motor weer af. Op het terras werd wat gelachen.

‘Hoe lang zouden die vredesduiven zich houden als ze een paar dagen mee zouden varen’, vroeg Dorus zich hardop af.

‘Binnen een half uur hang ze toch misselijk over de reling hangen, om daarna een dag hun hut niet meer uit te komen!?’

Dorus keek zijn vrouw aan. Ze zei niets en nam nog een slok van haar koffie.

‘Gelukkig hoeven we met deze jongens de oorlog niet te winnen’, ging hij door.

‘Wat was er nou met die meid?’, wilde zijn vrouw weten.

‘Die heeft een plantje gerookt, waar je licht van in het hoofd wordt. Dat is komen overwaaien uit Amerika.’

Zijn vrouw was even stil, maar blijkbaar ook gefascineerd geraakt door wat ze had gezien.

‘Misschien moeten we er eens aan, Dorus’, reageerde ze met een glimlach.

Die keek zijn vrouw nu geschrokken aan. Twee dagen eerder had hij de twee mannen ontmoet voor wie hij misschien honderden kilo’s van dit spul zou gaan smokkelen. Hij had haar dat niet verteld, ervan overtuigd dat zij er niet mee akkoord zou gaan. Nu zijn vrouw ineens niet afwijzend stond tegenover het roken van wiet, vroeg hij zich ineens af of hij haar niet toch in het plan moest betrekken. Aan de andere kant. Hij had zijn zwager wel eens lachend op een verjaardag horen zeggen: ‘Grietje is de laatste die een geheim kan bewaren. Als je haar wat aardigs vertelt, kun je erop rekenen dat het morgen in de Heldersche Courant staat.’ De woorden weergalmden in zijn hoofd. Vanwege haar open karakter was hij verliefd op Grietje geworden. Maar misschien moest hij zijn vrouw nu tegen haarzelf in bescherming nemen. Hoe moeilijk het ook zou zijn om tegen haar te liegen.

‘Pas jij maar op. Voor je het weet, lig jij ook languit op het plein’, antwoordde hij haar.

Kort daarna maakten ze aanstalten om af te rekenen. Inmiddels waren de inzittenden van de Kever erin geslaagd de wagen weer stationair te laten draaien. Tijdens het trekken van zijn portemonnee zag Dorus aan het einde van de straat de Volkswagen Kever de hoek om rijden, en nog net een tegenligger ontwijken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mijn gekozen waardering € -

Joost van der Wegen (1970) is (onderzoeks)-journalist op het gebied van criminaliteit, politie en justitie, inlichtingendiensten, slachtofferschap, en drugsbeleid. Hij publiceerde hierover onder meer in Metro, Panorama, Crimelink en Vrij Nederland. Voor Crimesite schreef hij het boek 'Onder spanning’, over politiewerk en PTSS. In 2018 werden zijn verzamelde misdaadreportages gebundeld in ‘Moordboek’ (Just Publishers).