Nederland is nu echt een Vesting Holland binnen Europa, met strenge regels en hoge kosten voor studenten van buiten de EU die hier willen blijven. De toestemming voor hen om een jaar te mogen zoeken naar werk na beëindiging van de studie kost bijvoorbeeld 600 euro. Terwijl Nederland schreeuwt om technici. Het tekort aan ook buitenlandse technici is zo groot dat vijf Brabantse toeleveringsbedrijven in januari 2013 naar landen als de VS dreigden uit te wijken, meldt de SER.
Nederland impopulair
Verbeteren mag er dus wel wat in Nederland, vindt de SER. Ons fijne kikkerlandje is het meest impopulaire land onder studenten, bracht een Duits onderzoek (Mobile Talente, 2012) in een vergelijking van Nederland, Zweden, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Duitsland eerder aan het licht.
Onze buitenlandse studenten komen hoofdzakelijk uit de buurlanden, met als hofleverancier Duitsland en verder uit Griekenland en Groot-Brittannië. China is het enige niet-EU land in de top-5. Nederland – met een relatief grote economie – heeft 1,2 % van de wereldmarkt aan studenten, weet de SER verder te melden.
Tsunami valt tegen
Met een tsunami aan buitenlandse studenten valt het dus wel mee. Terwijl een tsunami van de juiste studenten goed is voor de economie. Het CPB heeft vorig jaar berekend dat internationale onderwijsmobiliteit ons land 740 miljoen per jaar oplevert. Kennis en opbrengsten – bijvoorbeeld uit hoge collegegelden voor niet EU-studenten – zijn precies de redenen dat er wereldwijd een war on talent gaande is: ieder land wil getalenteerde wetenschappers en dan vooral beta’s en IT’ers. Verder dragen buitenlandse studenten bij aan interculturele vaardigheden en versterken ze zo handelsrelaties. Het probleem is echter dat in Nederland de regels nogal streng zijn.
Nederland moet kiezen
Nederland moet kiezen het aantrekken van de juiste studenten. Nu maken we geen onderscheid tussen studenten die hard nodig zijn en studenten die dat niet zijn. Duitsland doet dat wel. Het land stelt bijvoorbeeld andere inkomenseisen aan kennismigranten die in een tekortberoep zoals de IT of de chemie werken.
Nederland moet volgens de SER ook kiezen voor de juiste studenten en zorgen dat ze willen blijven. Nederland trekt nu veel studenten uit de sociale wetenschappen, bedrijfskunde en rechten. Beta- en techniekstudenten maken in Nederland slechts 7 procent uit van de 56.000 inkomende studenten. In Duitsland is dat 37 procent.
Beter verblijf
Verder moet Nederland zorgen dat deze studenten willen blijven door een betere aansluiting met de arbeidsmarkt. Een voorbeeld: Duitsland heeft jaarlijks 200.000 kenniswerkers tekort. Daarom positioneert Duitsland zich als worldwide learning community onder de naam Make it in Germany, waarbij wordt gewerkt aan het aantrekken van buitenlandse studenten en het werken aan meer internationalisering voor Duitse studenten. Een goed voorbeeld meent de SR dat het eigen advies de titel Make it in The Netherlands meegaf.
Bedrijfsleven en universiteiten samenwerken
Het Nederlands bedrijfsleven moet volgens de SER met het onderwijs aan een sterkere internationale profilering werken. Het hoger onderwijs moet studenten die komen, beter wegwijs maken in Nederland.
Minder strenge regels
Nederland moet ook de regels veranderen. Een verblijfsvergunning van een non-EU-student kost 300 euro per jaar. Een non-EU-alumnus ‘krijgt’ hier een zoekjaar om werk te vinden. Die toestemming kost 600 euro. Ook dat mag een onsje minder, vindt de SER, terwijl moet worden onderzocht of één zoekjaar wel genoeg is. Verder pleit de SER voor afschaffing van de arbeidsmarkttoets voor andere hoogopgeleide kenniswerkers en promovendi. Die houdt in dat de vacature vijf weken voor het vrijkomen bij de IND moet zijn gemeld en dat er moet worden aangetoond dat er geen geschikte Nederlandse of EU-kandidaten zijn. Het kabinet gaat zich er verder over buigen.
More possibilities for graduates from abroad
The Netherlands should attract more beta and IT students from abroad by focussing at the needs of the labour market in the internationalisation policy of higher education. That is the advice of the SER, an important advisor of the Dutch government. Moreover, according to SER, The Netherlands should improve the conditions for these students to make them decide to reside after their studn the Netherlands, after thay have completed their education.
The conclusion of a recent German survey was that Germany, France, Sweden and the UK are favoured above The Netherlands. The government should create less expensive residence permits. Business and universities should cooperate more to position The Netherlands better on an international level. A good example is Germany that positions itself as an international world wide learning community with the slogan Make it in Germany! 37 per cent of the incoming students in Germany is beta or technical student. In The Netherlands 7 per cent.
Copyright Trommel Media
Follow DNPUtrecht on twitter of facebook
