Single Use Plastic is funest voor de natuur en onze gezondheid. De industrie doet weinig, maar als consument kun je het verschil maken

Plastic is (bijna) niet meer weg te denken uit ons leven. Het zit in tassen, flessen, speelgoed en kleding, maar ook in producten waarvan je het niet zo snel zou verwachten zoals (baby)shampoo, make-up, sigarettenfilters en tandpasta. Weet jij hoe het precies zit met plastic en wat je kunt doen aan het plastic-probleem?

Veel plastic komt terecht in de oceanen waar het samenklontert in drijvende vuilnisbelten van plastic zooi. De bekendste drijft in het noorden van de Grote Oceaan en is bijna 34 keer zo groot als Nederland. In totaal zijn er vijf enorme plastic soepen: twee in de Grote / Stille oceaan, twee in de Atlantische oceaan en één in de Indische oceaan. Samen vormt dit drijvende plastic meer dan 20 procent van het aardoppervlak.

SUP & MICRO

Single Use Plastic zijn producten die één of een paar keer gebruikt worden en dan worden weggegooid. Dit plastic vormt samen met vissersnetten 70 procent van al het zwerfvuil in en rondom de Europese zeeën. Veel plastic is nauwelijks zichtbaar, het zogenoemde micro-plastic. Deze kleine plastic bolletjes worden onder andere gebruikt om body te geven aan vloeibare producten zoals cosmetica, verf en schoonmaakmiddelen. Plastic kan zelfs zo klein zijn dat je het in kunt ademen. Denk maar aan die speciale geur van een nieuwe auto of een pas-geverfd huis.

Sommige van die hele kleine, onzichtbare plastic deeltjes zijn bekend onder de naam ´weekmakers´. Onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek bevestigt dat weekmakers zoals Biphenol A (BPA) onze hormoonbalans beïnvloeden en de gezondheid schaden. De regering van Denemarken heeft daarom een aantal weekmakers verboden.

In Europa wordt meer dan 40 procent van plastic verpakkingen niet gerecycled maar gedumpt op zogenoemde ´landfills´. Héél veel van dit plastic afval eindigt in de oceanen. Ongeveer 90 procent van dit plastic is niet biologisch maar foto-afbreekbaar. Dit houdt in dat het onder invloed van licht uit elkaar valt in kleinere deeltjes. Het verdwijnt niet. De plastic deeltjes komen terecht in de oceaan.

DE REIS VAN PLASTIC

Plastic dat in zee terecht komt, fungeert als voertuig van vervuiling. Niet alleen door wat ze zelf zijn, maar ook omdat allerlei chemicaliën (o.a. PCB’s) hechten aan het plastic. Een deel van het plastic zinkt naar de bodem, een deel komt terecht in een plastic soep, een deel wordt gegeten door vissen die weer gegeten worden door grotere vissen en andere dieren. Schildpadden, walvissen en vogels raken op die
manier vol met plastic.

Plastic deeltjes zijn niet verteerbaar en hopen zich op in de dieren. Dit leidt niet alleen tot sterfte, maar ook tot interne vervuiling want de vervuilende stoffen die eerst aan het plastic gebonden zaten, binden zich nu aan het weefsel van het dier. Als je vis eet, eet je niet direct plastic, maar krijg je wel het gif binnen dat aan het plastic gebonden zat.

Zwerfplastic in onze oceanen vervuilen dus niet alleen het milieu, ze vervuilen uiteindelijk ook ons voedsel. Daarom heeft de Europese Unie per juli 2021 een verbod doorgevoerd op de productie en verkoop van eenmalig gebruikt plastic zoals wattenstaafjes, bestek, borden, rietjes en roerstaafjes. Het verbod geldt ook voor bepaalde soorten plastic bekers, voedsel- en drankverpakkingen en producten gemaakt van oxo-biologisch afbreekbaar plastic.

TASJES

Eerder werd via regelgeving het gebruik van plastic tasjes aan banden gelegd. We gebruiken in  Nederland gemiddeld tweehonderd lichtgewicht plastic tasjes per persoon per jaar. Steeds meer supermarkten stoppen met het aanbieden van de single use plastic tasjes. Maar op de markt en in toko’s worden de tasjes nog volop gebruikt. Ook liggen in de schappen nog heel veel producten in (dubbele) plastic verpakkingen, deelverpakkingen en groenten in plastic.

Een aantal jaar geleden kwamen de rijksoverheid, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de verpakkingsindustrie tot een overeenkomst waarbij werd besloten dat producenten zélf verantwoordelijk waren voorhun afval en een circulaire kringloop. Met andere woorden: de verpakkingsindustrie moest zelf zorgen dat ze hun rommel opruimden. Overal verschenen inzamelbakken, burgers dumpten hun plastic en gemeentes betaalden de verpakkingsindustrie om het plastic op te halen en te reclyclen.

Uit onderzoek van de Volkskrant bleek dat veel van het ingezamelde restplastic (het overgrote deel) toch werd verbrand of verscheept naar Azië waar het alsnog gedumpt werd in de natuur. Volgens Europese wetgeving mag huishoudelijk afval niet buiten Europa worden afgevoerd, maar na sortering is het afval niet meer ‘huishoudelijk’ en voor bedrijfsafval zijn de regels minder streng. Een handige loophole in de wet voor de verpakkingsindustrie…

NA-SCHEIDEN

Inmiddels werken de meeste gemeentes met na-scheiding. Afvalverwerker AVR bijvoorbeeld, die jaarlijks 430.000 ton restafval verwerkt van ongeveer 1,7 miljoen inwoners uit Den Haag, Utrecht, Leiden en Rotterdam. Bij AVR passeert ongescheiden afval langs verschillende installaties waarbij plastic uitgefilterd wordt. AVR zegt op deze manier 50 tot 75 procent van het plastic uit afval te kunnen scheiden.

Helaas is maar 15 tot 20 procent van het ingezamelde plastic geschikt voor recycling. Dit komt door de technische diversiteit van plastic en vervuiling van het afval. Plastic is een verzamelnaam voor diverse kunststoffen (die niet allemaal geschikt zijn voor recycling) en in ons afval zit het allemaal door elkaar. Hierdoor is het heel lastig om een goed bruikbare nieuwe grondstof te maken van recycled plastic.

Plastic recyclen vormt dus maar een heel klein onderdeel van de oplossing. Om het plasticprobleem aan te pakken, moeten we naar de basis: minder productie en minder gebruik. De overheid kan dit op allerlei manieren stimuleren: strenger verpakkingsbeleid, aanjagen van duurzame innovatie in de (verpakkings-) industrie, verpakkingsloze verkoop ondersteunen, universele verpakkingen invoeren, zelf-vul-buffetten in winkels subsidiëren, statiegeld invoeren op (alle) plastic flessen, ook op wasmiddel en shampoo, enzovoort.

De overheid grijpt vooralsnog maar mondjesmaat in. De financiële belangen zijn groot en daarom gaat het langzaam. Om de industrie een handje te helpen, kun je als consument je koopgedrag afstemmen op wat belangrijk is. Bijvoorbeeld door groenten te kiezen die niet in plastic verpakt zijn, je eigen boodschappentas en herbruikbare zakjes voor groenten en fruit mee te nemen, door zo min mogelijk producten met deelverpakkingen te kopen, door plastic verpakking bij snijbloemen te weigeren…

OPLOSSING

Om plasticafval te verminderen, is de beste oplossing ook het meest voor de hand liggend: minder produceren en minder kopen! Want plastic dat we niet maken, kopen of gebruiken, hoeven we ook niet weg te gooien…

Tekst en beeld: Natuurkrant

Mijn gekozen waardering € -

De artikelen van Anne verschenen eerder in tijdschriften en kranten waaronder Fabulous Mama, Viva, Margriet, Linda en NRC Next. Anne is cultureel antropoloog en eigenaar van Uitgeverij 11