‘Slechts 5.000 Oranjefans naar WK Brazilië’

WK 2014 // Een zware Oranjedelegatie brengt deze week een bezoek aan Brazilië om de komst van het Nederlands elftal en een – relatief kleine – schare fans voor te bereiden. Ik haakte aan in Salvador, de stad waar Nederland op 13 juni tegen Spanje zijn eerste WK-wedstrijd speelt.

De verkeerschaos van Salvador ging de Oranjedelegatie die deze week Brazilië verkent niet in de koude kleren zitten. Twee uur duurde de busrit van hotel naar vergaderzaal – een afstand van vijf kilometer – voor een ontmoeting met lokale organisatoren. “Als je in Nederland twee uur rijdt zit je aan de andere kant van het land; in Brazilië zit je nog niet eens aan de andere kant van de stad,” grapt Theo Pouw, penningmeester van Supportersclub Oranje. “Alles is in Brazilië groot en ver weg.”

'Alles is in Brazilië groot en ver weg'

“En duur,” voegt Gijs de Jong, WK-projectleider van de KNVB, toe. “Mensen denken misschien: Brazilië, daar zal alles wel goedkoop zijn, maar het prijsniveau is hier behoorlijk Europees.”

Minder Oranjefans dan gehoopt

En dat is de reden, volgens zowel KNVB als Supportersclub Oranje, dat het aantal Oranjesupporters dat in juni naar Brazilië zal afreizen enigszins zal tegenvallen. “We rekenen op vijfduizend man,” zegt Gijs de Jong van de KNVB, en de schatting van Supportersclub Oranje is hetzelfde. Dat zouden er ongeveer evenveel zijn als er in 2010 naar het WK in Zuid-Afrika reisden, maar enige duizenden minder dan er in 2012 naar het door Polen en Oekraïne georganiseerde EK togen.

Niets te maken met angst voor nieuwe protestgolf

Volgens Supportersclub Oranje heeft het relatief kleine aantal Nederlandse supporters (ter vergelijking: er worden vijfentwintigduizend Engelse fans verwacht) niets te maken met een eventuele vrees voor een herhaling van de onlusten die vorig jaar juni de Confederations Cup tekenden. Toen gingen honderdduizenden Brazilianen avond aan avond de straat op om hun woede te uiten over een waslijst aan issues, waarvan onvrede over al het geld dat het WK de Braziliaanse belastingbetaler kost niet het onbelangrijkste was.

'Mensen denken misschien: Brazilië, daar zal alles wel goedkoop zijn, maar het prijsniveau is hier behoorlijk Europees'

“Wij gaan ervan uit dat de organisatie dat allemaal prima oplost,” zegt Theo Pouw. “Wij komen hier voor voetbal, voor Oranje, en niet voor andere dingen. Maar de ongelijkheid die ik hier om me heen zie raakt me wel als mens.” 

Ook de KNVB maakt zich geen zorgen over mogelijke onlusten. “Maar we houden wel in de gaten wat er allemaal gebeurt,” zegt Gijs de Jong. “Wij komen naar Salvador om van Spanje te winnen. Het stadion, het hotel, de stad zelf – het ziet er allemaal goed uit.”

Regentijd

Hoe mooi Salvadors nieuwe Arena Fonte Nova-stadion (gebouwd met hulp van de Amsterdam ArenA) ook mag zijn, er zit geen dak op. En tijdens het WK is het in Salvador hartje regentijd. Gaat dat het Nederlands elftal parten spelen? “We bereiden ons voor op alle klimatologische omstandigheden,” zegt Gijs de Jong. “Er zitten natuurlijk wel verschillen tussen Salvador en de andere speelsteden in de groepsfase, Porto Alegre en São Paulo, maar we hebben geluk dat we niet in Manaus of in Curitiba zitten.”

Zakendoen rond voetbal

Ook vertegenwoordigers van de Nederlandse politie, van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en van de Nederlandse ambassade in Brasília nemen deel aan de Oranjeverkenningstocht door Brazilië. Die leidt naast Salvador, Porto Alegre en São Paulo ook naar Belo Horizonte en Fortaleza, waar het Nederlands elftal mogelijk na de groepsfase terechtkomt.

Tijdens de rondreis is er ook aandacht voor zaken die niet direct met voetbal te maken hebben. De Nederlandse ambassade in Brasília grijpt de komst van Oranje naar het WK aan om onder andere de aandacht te vestigen op Nederlandse know-how op het gebied van stadsmobiliteit.

Mijn gekozen waardering € -

Alex Hijmans (1975) is internationaal correspondent en schrijver. Zijn standplaats is Salvador, de derde stad van Brazilie, waar hij in een volksbuurt woont en verder kijkt dan voetbal, samba en zogenaamde Wirtschaftswunderen. Hij schrijft, net zoals weleer voor de papieren De Pers, journalistieke reportages en persoonlijke columns. Met veel beeld en altijd met de blik van een local.