Smoor op een seriemoordenaar

Een dubbelportret. Psychopaat Aalt Mondria wist zowel Annelies C. als Hilda B. bij gruwelijke misdrijven te betrekken. De vrouwen waren volledig in de ban van de manipulatieve seriemoordenaar. Beide vrouwen werden later veroordeeld. Terugblik op een verschrikking.

Op het eerste gezicht is er niets loos met het koppel en de kleine jongen die langs de Goertjesweg in Zwolle een ommetje maken.

Maar het moment klopt niet. Het is donderdag 6 maart 1997, kil en middenin de nacht. Een tijdstip waarop het jongetje allang in bed had moeten liggen.

Als er in het verlaten park langs het Almelose Kanaal al voorbijgangers zijn, dan kunnen zij in het donker onmogelijk zien hoe Annelies C. en haar zoontje Buddy verdwaasd meelopen met hun mannelijke begeleider. Dat blijkt niemand minder dan seriemoordenaar Aalt Mondria.

Angst vliegt Annelies naar de keel wanneer Aalt haar kind toesnauwt om op een bankje in het park te gaan liggen. De tienjarige Buddy is compleet in paniek. Als het knulletje Aalts commando’s opvolgt, aait Annelies haar zoon nog even over zijn rug. Een martelgang breekt aan…

Spirituele
Twee jaar eerder woont Annelies nog met Buddy op Texel. Toevallig valt haar oog op een advertentie in het tijdschrift Koorddanser, een blad voor ‘actieve zoekers naar spirituele ontwikkeling en persoonlijke groei’.

Annelies raakt geboeid door de boodschap met de vele afkortingen die in die tijd worden gebruikt om zo min mogelijk voor een advertentie te hoeven betalen. ‘Man, 39 jr., psychisch totaal kapotgemaakt door psychiaters, psychologen en sociologen, niet agr., depr., etc. Zoekt vrouw die hem denkt te kunnen helpen’, leest ze. De Texelse haakt aan, ze schrijft een brief terug. Een catastrofaal keuzemoment in haar leven, want zo zal ze langzaam verstrikt raken in het net van psychopaat Aalt Mondria.

Aalt is eenzaam. Hij is uit op een verzetje in de Van Mesdagkliniek waar hij dan opgesloten zit. De crimineel, volgens zijn behandelaars zeer manipulatief en dominant, is zich ervan bewust dat hij met zijn contactadvertentie in Koorddanser een kans maakt om het juiste type vrouw aan zich te binden. Ze moet goedhartig en liefst naïef zijn, zoekend naar ‘zingeving’, aandacht en vooral liefde.

Annelies blijkt de juiste prooi voor Aalt. Niets weet ze dan nog van de achtergronden van haar penvriend die op 9 mei 1956 als ‘Adri’ in het Overijsselse Vollenhove in een gezin met vijf andere kinderen wordt geboren.

Kruimeldief
Zijn vader is stratenmaker en kruimeldief, zijn moeder verdient naar verluidt wat bij met het oudste beroep van de wereld. Al vanaf jonge leeftijd wil Adri als ‘Aalt’ worden aangesproken.

Zijn puberjaren verlopen niet goed. Aalt raakt verslaafd aan drank en drugs. Een baantje als bijrijder raakt hij kwijt, bovendien vervalt hij frequent in diefstallen, brandstichtingen en een reeks gewelddadigheden.

Aalt Mondria
Achter Aalts bizarre gedrag blijkt een extra dimensie schuil te gaan. Hij kampt voortdurend met paranoïde psychoses die hem van het ene op het andere moment van een vriendelijke jongeman doen veranderen in een soort monster dat zich laat leiden door wanen en een andere, dreigende werkelijkheid.

“Hij was het ijzingwekkendst”, kijkt oud-vicepresident Hanneke van den Steenhoven-Drion van de Zwolse rechtbank in 2015 in de regionale krant De Stentor op Aalt Mondria terug. Ze kan het weten, de rechter zag gedurende haar carrière een lange stoet criminelen aan haar voorbij trekken. Aalt maakte daarbij kennelijk een onuitwisbare indruk.

Liefdesfront
Dat doet Aalt Mondria gedurende zijn hele leven klaarblijkelijk ook op het liefdesfront met vrouwen. Hij weet de andere sekse steeds weer als een magneet aan te trekken en te bewegen tot wreedheden die het voorstellingsvermogen te boven gaan.

Annelies is ook niet zijn eerste ‘partner in crime’. In 1978 raakt de dan zeventienjarige Hilda B. smoorverliefd op de crimineel.

Aalt, in die tijd 22 jaar, verblijft voor het eerst in een behandelkliniek terwijl zijn WAO-uitkering keurig elke maand wordt doorbetaald. Hij heeft dan al een reeks zware geweldsfeiten op zijn naam staan. Zo had Aalt een misdaadkompaan dermate ernstig bedreigd dat hij vier maanden cel en tbs kreeg. In de Veldzichtkliniek in Avereest valt er echter geen land met hem te bezeilen en timmert hij er voortdurend op los. Toch wordt hem in juli ’78 begeleid verlof gegund, een kans die hij aangrijpt om te ontsnappen.

Dit artikel lees je gratis. Als het bevalt kun je onderaan een kleine bijdrage doen, zodat ik dit soort artikelen kan blijven schrijven

Hilda loopt op 6 juli dat jaar op haar beurt weg van haar ouderlijk huis om zich bij de voortvluchtige Aalt te voegen en zich met hem te verloven. Het meisje is zo sterk in de greep van haar geliefde dat ze samen met hem op de loop gaat en aan alle kanten helpt op de strooptocht die volgt.

Roofoverval
Tijdens een roofoverval weet Aalt volgens diverse media ruim 17.000 gulden buit te maken. Samen met Hilda duikt hij vervolgens onder in Amsterdam. De twee smijten er met geld uit hun roofbuit en trekken van het ene naar het andere hotel. Aan zijn verlofbegeleider stuurt Aalt ondertussen een briefkaartje met een provocerende tekst. ‘Alles ok! Glaasje op laat je rijden’.

De politie is een klopjacht gestart. Vergeefs wordt dag in, dag uit gespeurd naar het tweetal.

Als hun centen opraken, duiken Aalt en zijn meisje onder bij Else in Amsterdam die bevriend is met Aalts vader. Bij deze dan 53-jarige weduwe is het stukken veiliger voor het duo dan in Vollenhove waar de politie het ouderlijk huis van Aalt voortdurend in de smiezen houdt.

Al snel ontstaat een broeierige, seksueel beladen sfeer waarbij ook Else ondanks het enorme leeftijdsverschil als een blok valt voor de charmes van de grote en imposante Aalt met zijn druipsnor. De Telegraaf beschrijft in die tijd waar de driehoeksverhouding tussen de hospita en haar logés in resulteert.

Jaloezie
‘Tussen Else en Hilda kwam er twist op grond van jaloezie. De vrouwen vochten letterlijk met elkaar om de knappe Aalt, vooral als er gedronken was. Aalt vertelde daar met een smakelijk lachje over. Tot zijn genoegen draaide het uit op een gevecht tussen de twee vrouwen die hem allebei voor zich wilden winnen. Tenslotte wilde Else de twee de deur uit hebben. Toen dit niet lukte, dreigde zij met de politie. Daarop brak voor haar de hel los’.

Een orgie aan geweld is het gevolg.

Uit rechtbankstukken uit die tijd die ik kon inzien bij het Brabants Historisch Informatie Centrum in Den Bosch, blijkt dat ook Hilda daarbij een rol speelt.

Ze verklaart later in de rechtbank dat een woedende Aalt de nietsvermoedende Else die middag begint te slaan. Om de hevig spartelende weduwe te bedwingen, binden Aalt en Hilda haar vast met waslijn en snoeren ze de vrouw vast op een tuinstoel die ze in de douchecel hebben gezet.

Else verkeert urenlang in een uitzichtloze hel. Aalt ramt haar onophoudelijk met zijn vuist tegen haar hoofd en lichaam en schopt met zijn gelaarsde voeten voluit in Elses buik en borst. Ook Hilda kent geen mededogen en slaat de vrouw langdurig met een mattenklopper waar ze haar raken kan, wordt duidelijk uit het rechtbankdossier.

Gifdrankje
De twee levensgevaarlijke jongeren brouwen vervolgens een gifdrankje met het oogmerk om Else definitief uit de weg te ruimen. Ze mengen zeker vijftig tot honderd stuks slaaptabletten van het merk Mandrax met water en dwingen de weduwe om dit mengsel op te drinken.

Hilda verklaart later, blijkens de stukken, bij de politie dat Else zich niet kon bewegen en wel moest slikken om niet te stikken in de vloeistof. Aalt bijt de vrouw onderwijl toe: “Ik heb meer mensen kapot gemaakt en jij gaat er ook aan.” Zijn vriendinnetje weet op dat moment waar ze mee bezig is, bevestigt Hilda nadien aan de recherche. De tiener realiseert zich dat de overdosis aan medicijnen fataal kan zijn voor Else, valt in de rechtbankstukken te lezen.

Als het slachtoffer het bewustzijn verliest, laten haar beulen de weduwe gekneveld achter. Om er zeker van te zijn dat ze niet kan ontsnappen, verwijdert Aalt de deurkruk aan de binnenzijde van de douchedeur. De in doodsnood verkerende Else wordt een dag later bij toeval door een familielid gevonden. ‘Alleen omdat de vrouw werd ontdekt, is zij niet overleden’, staat in rechtbankstukken uit 1979.

Verlamd
In het toenmalige Academisch Ziekenhuis Wilhelmina Gasthuis zweeft Else dagenlang in een zwaar coma tussen leven en dood. Haar sleutelbeen en borstbeen zijn gebroken, haar lijf zit onder de zware bloeduitstortingen. Als ze vijf dagen later ontwaakt, blijkt een zenuw in haar heup onherstelbaar beschadigd. Else is blijvend verlamd geraakt aan haar linkerbeen.

Ondertussen zijn Hilda en Aalt er met een setje girobetaalkaarten en het paspoort van Else vandoor. Ze brengen eerst wat tijd door in Breda en zetten koers naar het Brabantse Hoeven, als een voorbijgangster het koppeltje erop heeft gewezen dat dit zo’n prachtig dorp is.

In de sportkantine van het plaatsje slaan Aalt en Hilda meteen toe met een kraak die een magere buit van wat drank, gereedschappen en Marsrepen oplevert. De nacht brengen ze samen door in een hooiberg.

De volgende dag, zondag 30 juli 1978, valt hun oog op het hoekhuis aan de Julianastraat 2, pal tegenover de hooiberg. Het is het onderkomen van het echtpaar Janus (78) en Tonia (68) Rijnvos. Hun alleenstaande dochter Riet (38) woont nog bij het paar in.

Nietsvermoedende
Een prima plek voor een roofoverval, vindt Aalt, die zijn volgende plan inmiddels heeft uitgebroed. Hilda moet voor hem op pad gaan om het misdrijf voor te bereiden. Laat die zondagavond klopt ze op aanwijzing van Aalt bij de achterdeur van de nietsvermoedende familie Rijnvos aan.

“Kunnen we hier slapen”, vraagt Hilda zodra de heer des huizes heeft opengedaan. Janus Rijnvos voelt daar niets voor en zegt dat daar geen sprake van kan zijn. Tijd om daar verder over na te denken heeft de oude baas niet, want zodra Hilda een stapje achteruit zet, dringt Aalt in een oogwenk naar binnen en slaat de bejaarde Janus in diens keuken snoeihard met een hamer in het gezicht. Hilda houdt Tonia en Riet Rijnvos tegen, die hevig geschrokken naar beneden zijn gerend en wanhopig proberen te ontkomen.

De vrouwen maken geen schijn van kans tegen het duo. Aalt werkt ook deze slachtoffers onmiddellijk tegen de grond. Hilda springt bij en geeft hem ondertussen gewillig gekleurde plastic strips van een vlieggordijn aan. Aalt bindt de twee vrouwen daarmee vast.

Bloed
De laatste ogenblikken van het echtpaar en hun dochter moeten verschrikkelijk zijn geweest. Aalt schreeuwt zijn slachtoffers in het Duits allerlei bevelen toe. Hilda vertelt later bij de politie dat ze bloed ziet opspatten als ze Aalts commando’s naar het Nederlands vertaalt en haar vriend ondertussen met volle kracht met een hamer op de schedels van de Rijnvosjes inslaat. Hij schreeuwt dat Hilda op zoek moet gaan naar een mes dat Aalt vervolgens ook nog eens diep in de borst van Tonia Rijnvos boort.

Zodra de Brabanders in hun keuken aan gruwelijke verwondingen zijn overleden, kammen Aalt en Hilda het huis uit. Welgeteld vijf gulden vinden ze in een portemonnee, verder graaien ze en passant een doosje met wat sieraden mee. In een poging hun sporen te wissen, steekt het moordkoppel een tafelkleed, bankstel en matrassen in brand. Het textiel zal uiteindelijk slechts wat smeulen, zodat agenten van de rijkspolitie de volgende dag op een vrijwel volledig in tact gebleven crimescene stuiten.

Wéér zijn Aalt en Hilda dan allang gevlucht, ditmaal in een gestolen Fiat Simca. Overmoedig rijden ze naar Vollenhove waar de politie klaar staat en de twee kan inrekenen. Bewijs tegen het stel is er in overvloed. De Simca gaat in een grote bestelwagen, net als de met bloed besmeurde kleding van Aalt en Hilda, mee naar het Gerechtelijke Laboratorium (het latere NFI) in Rijswijk voor sporenonderzoek.

Bosperceel
In een bosperceel bij Hoeven stuit de politie bovendien op onder andere foto’s van de toegetakelde Amsterdamse Else, enkele strengen uit het vlieggordijn van de familie Rijnvos en op een witte envelop met een brief van Hilda gericht aan Aalt.

De Nederlandse ‘natural born killers’ verschijnen krap een jaar later voor de rechtbank in Breda. “Hij is eenvoudigweg te gevaarlijk, ondanks zijn sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid tijdens de drievoudige moord in Hoeven. Zoiets verschrikkelijks mag nooit meer voorkomen”, zegt de officier van justitie tijdens het strafproces over Aalt.

Op 15 maart 1979 wordt Aalt veroordeeld tot vijftien jaar cel dat in die tijd in de kranten een ‘voor dit land ongehoord zware straf’ wordt genoemd. Zowel het Openbaar Ministerie als de rechtbank hebben felle kritiek op het feit dat Aalt een uitstapje vanuit de tbs-kliniek mocht maken terwijl er al allerlei alarmerende rapporten uit Veldzicht lagen.

Ook Hilda, zwanger geraakt van Aalt, staat terecht voor het Bredase gerecht. Volgens haar advocaat had de tiener door geestelijke en lichamelijke uitputting “geen vrije wil meer toen zij de gebeurtenissen beleefde die haar ervaringswereld volkomen te buiten gingen”. Ze volgde Aalt in den blinde en had hem werktuigelijk het mes aangereikt, betoogt de raadsman.

Robot
Maar volgens een getuigendeskundige die Hilda’s psyche onderzocht “trad in de reeks gebeurtenissen pas later een punt op” waarop het meisje als een soort robot ging handelen. Ze kwam tot dit punt door een reeks beslissingen die in alle vrijheid zijn genomen en die telkens haar keuzemomenten verder beperkten, aldus deze expert.

Het OM eist 4,5 jaar cel en psychische behandeling tegen Hilda. Maar de rechtbank heeft clementie met het meisje. Medeplichtigheid aan een poging tot doodslag op Else en doodslag op Tonia wordt bewezen geacht. Omdat Hilda als verminderd toerekeningsvatbaar wordt beschouwd en omdat ze Aalts baby draagt waardoor gevangenschap volgens de rechters “extra zwaar op haar zal drukken”, krijgt ze uiteindelijk slechts 2,5 jaar cel. De tiener zit die straf uit in de vrouwenvleugel van de bajes in Amsterdam. Hilda bevalt daar van haar kindje.

Ieder zinnig mens zou Aalt Mondria na het bloedbad in Hoeven voor de rest van zijn leven veilig achter slot en grendel opgeborgen houden. Goede vooruitzichten zijn er niet, in de Van Mesdagkliniek verbetert Aalts geestesgesteldheid niet. Sterker, hij wordt aldoor gekker en gevaarlijker. Hilda ziet hij niet meer, wel mag Aalt af en toe zijn kind op bezoek ontvangen.

Gijzelt
Hij onderneemt meerdere ontsnappingspogingen. In 1982 gijzelt Aalt een kliniek-arts en krijgt hij er drie maanden celstraf bij. Zeven jaar later gebeurt het onvoorstelbare. Weer laat justitie de psychopaat met verlof gaan. Dat gaat al snel mis en ontaardt tijdens een discoruzie in de Zwolse binnenstad in een schietpartij. Als door een wonder vallen daarbij geen slachtoffers.

Aalt wordt opnieuw opgenomen in de Van Mesdagkliniek. Rond 1995 vindt hij in de nietsvermoedende Annelies C. op Texel een volgend liefdesslachtoffer. “Er moet ooit veel chemie zijn geweest tussen de zweverige Annelies in haar Imca Marinajurken met roesjes en stroken en de sterke, imponerende alfa-man die Mondria lang was”, denkt voormalig nieuwsdienstverslaggever Jelle Boonstra die de zaak later voor De Stentor zou gaan volgen.

Een jaar lang voeren Annelies en Aalt regelmatig telefoongesprekken, hun relatie wordt hechter. In 1996 mag Aalt van justitie voor de derde maal van het vrije leven proeven. Annelies is dolgelukkig. Ze zegt haar baan op Texel op en trekt met haar zoontje Buddy naar de Groningse stadswijk Lewenborg om te gaan samenwonen met Aalt.

Experiment
Ook dit justitiële experiment ontaardt in een drama dat zijn weerga niet kent. De verhouding tussen Aalt en Annelies verslechtert in de loop van de tijd zienderogen. Aalt duikt het Groningse nachtleven in en leeft zich daar uit. Annelies wordt om de haverklap door hem mishandeld en zelfs door hem gedwongen om haar kind pijn te doen.

Op 5 maart 1997 krijgt de Van Mesdagkliniek lucht van de excessen. De kliniek stuurt een telegram naar Aalt om zich onmiddellijk te melden. De gevolgen zijn rampzalig. In zijn wanen ziet Aalt het kind als zijn verrader en beschuldigt hij Buddy ervan tegenover de politie en kliniek te hebben geklikt.

De jongen moet daarom dood, besluit Aalt. Met Annelies en Buddy neemt hij nog diezelfde avond de trein naar Zwolle. Annelies is te angstig om een ontsnappingspoging te doen. Na ruim een uur lopen, belandt het drietal diep in de nacht bij de Goertjesweg langs het Almelose Kanaal.

Als Buddy op bevel van Aalt op een bankje is gaan liggen en zijn moeder op zijn benen zit, trekt de seriemoordenaar een sjaaltje rond de nek van de jongen aan en probeert het kind te wurgen. Het slachtoffertje blijft zich hevig verzetten en daarom moet ook Annelies van Aalt aan de sjaal trekken.

Vlucht
De moordpogingen mislukken, Aalt houdt de jongen daarop met zijn hoofdje in het kanaal. Annelies staat erbij te kijken als haar zoon verdrinkt. Diezelfde avond vlucht ze, Aalt geeft zichzelf een paar dagen later aan, klaarblijkelijk in een helder moment.

Hij krijgt uiteindelijk in hoger beroep achttien jaar cel en alweer tbs door het Arnhemse gerechtshof opgelegd. Aalt geeft Annelies de schuld van de moord op Buddy. Annelies wijst op haar beurt Aalt aan. Ze was volledig in zijn macht, zegt ze. Wat moest zij anders dan met hem meewerken, het was haar leven of dat van haar zoon, houdt Annelies het hof voor.

Tijdens het strafproces in januari 1998 smeekt Annelies de raadsheren om de zaak aan te houden zodat ze haar verhaal uitgebreider kan doen. Haar advocaat vraagt om uitstel en psychische behandeling voor Annelies omdat wordt gevreesd dat ze zichzelf iets zal aandoen.

Het OM ziet Aalt als de kwade genius achter de kindermoord maar vindt dat Annelies bewust met hem samenwerkte. Dat Buddy’s moeder door Aalt werd gedomineerd, onderschrijft het hof. De rechters achten medeplichtigheid aan doodslag bewezen en veroordelen Annelies op woensdag 3 juni 1998 tot vijf jaar gevangenisstraf.

Hartverscheurend
Jelle Boonstra kan zich de rechtszaak nog herinneren. “Annelies huilde er hartverscheurend”, zegt de journalist inmiddels ruim twintig jaar later. “Ze was op dat moment kennelijk weer los van de betoverende invloed van Mondria. Hoe hij ooit zoveel controle over haar heeft kunnen krijgen, is tijdens dat hele rechtbankproces eigenlijk niet duidelijk geworden.”

Aalt komt de kliniek na drie volledig geëscaleerde verloven niet meer uit. Zijn tbs wordt meermalen verlengd. Boonstra ziet hem nog een paar keer tijdens tbs-zittingen voor de rechter verschijnen. “Met een aldoor wildere en krankzinniger blik in de ogen. Knetter- en knettergek was hij. Mondria was steevast omringd door de potigste agenten van het politiekorps en droeg boeien om zijn enkels en een brede riem om zijn middel. Zoiets heb ik nadien nooit meer gezien.”

Gedurende de laatste maanden van zijn leven wil Aalt de isoleercel niet meer uit en ligt de onbehandelbare seriemoordenaar in het donker op de grond omdat hij geen licht meer kan velen. In de zomer van 2011 overlijdt Aalt aan een hepatitis C-infectie. Het nieuws wordt maandenlang door justitie stil gehouden en later bij toeval door journalisten van De Stentor opgepikt en naar buiten gebracht.

Grafje
Na wat speurwerk kon ik Hilda B. vorig jaar traceren. Praten over haar huidige leven of terugkijken op de gebeurtenissen met Aalt wil ze niet. “Ik heb geen belangstelling’, is het enige dat zij laat weten.

Annelies C. bleef voor mij onvindbaar. Jelle Boonstra kwam haar jaren na de moord op Buddy nog een keer tegen. “Annelies bezocht elke dag het grafje van haar kind. Ze had bewust gekozen voor een leven in schuld en boete.”

Mijn gekozen waardering € -

Femkefataal.nl is een onafhankelijke website over vrouwen en crime van misdaadjournalist Jolande van der Graaf. Het platform biedt nieuws en achtergronden over misdaad, steeds belicht vanuit een vrouwelijk perspectief. Vrouwen die zelf slachtoffer zijn of vanwege hun werk met criminaliteit te maken hebben, schrijven columns op femkefataal.nl.