Sterrin komt op voor slangen en reptielen. ‘Ze zijn belangrijk voor het ecosysteem, we kunnen niet zonder!’

Het is haar missie om reptielen te beschermen en onder de aandacht te brengen. Ze onderzoekt ze, schrijft er boeken over en reist de wereld rond om ze in het wild te zien. In gesprek met ecoloog Sterrin Smalbrugge over cobraslangen, speciïsme en moederschap bij reptielen.

Als ecoloog bestudeer je reptielen over de hele wereld. Waar komt die liefde voor reptielen vandaan?

‘Ik ben geboren als dierenliefhebber. Mijn beste vriendin in mijn jeugd was een paard – Nora – en ik had een konijnenfokkerij. Dus het begon met zoogdieren. De liefde voor reptielen werd aangewakkerd door ‘Crocodile Hunter’ Steve Irwin. Ik keek zijn documentaires samen met mijn vader. Super inspirerend! Je ging een aflevering in zonder voorkennis. Over krokodillen bijvoorbeeld, je wist niks behalve dat ze een zebra door midden kunnen bijten, en aan het eind van de aflevering dacht je: krokodillen zijn de coolste beesten op aarde!’

‘Ik mocht geen slangen houden van mijn ouders. Om ze toch van dichtbij te kunnen zien, zocht ik advertenties op marktplaats van mensen die reptielen te koop hadden. Ik belde ze op om te vragen of ik mocht komen kijken. Vaak mocht dat. Zo raakte ik vrij snel verslaafd! Toen ik op kamers ging in Wageningen heb ik mijn eerste slang gekocht. Airlie, een boa constrictor.’

Liefde voor reptielen is één ding. Voor jou is het een missie om op te komen voor deze dieren. Hoe is dat gekomen?

‘Steve Irwin speelde daarbij een grote rol. Ik vond hem geweldig, een held. Hoe hij die dieren in beeld bracht en dat hij gigantisch veel land kocht om hun leefgebied te beschermen. Toen hij overleed, stortte mijn wereld in. Ik was twaalf jaar en op die dag beloofde ik aan mezelf – en ook symbolisch aan hem – om me de rest van mijn leven in te zetten om de wereld een betere plek te maken voor dieren die geen stem hebben, zoals reptielen. Het was een lightbulb moment.’

‘Steve Irwin is nog altijd mijn grote voorbeeld. Net als hij, wil ik laten zien hoe cool reptielen zijn. Waarom is er minder interesse voor reptielen dan voor zoogdieren? Ik vind dat heel frustrerend. Het heeft niks te maken met dodelijkheid want een leeuw is ook dodelijk. Het is vorm van racisme; speciïsme. Puur op uiterlijk. Eigenlijk zeggen we: jullie hebben schubben en leven anders dan wij en daarom interesseert het ons niet wat er met jullie gebeurt.’

‘De eerste keer dat ik me realiseerde dat wij dieren discrimineren, was toen een vriendin me meenam naar de varkensstal van haar vader. Ik was daar zo door geraakt. Ik wist: een hondje is even slim als zo’n varkentje. Waarom behandelen we honden met zoveel liefde en varkens zo slecht? Sindsdien ben ik vegetariër. Door de programma’s van Steve realiseerde ik me dat we exact hetzelfde doen met reptielen.’

Hoe komt dat denk je?  

‘Het is de angst voor het onbekende. Als de onwetendheid weg gaat, gaan mensen vanzelf van ze houden. Dat is de achterliggende boodschap bij alles wat ik doe: wie houdt van de natuur, wil haar beschermen. De panda is daar een mooi voorbeeld van. Niemand wist van dat dier tot het WNF ze onder de aandacht bracht. Nu houden mensen van de panda en is het probleem opgelost. Dat wil ik doen voor reptielen.’

Hoe is het eigenlijk met Airlie, heb je haar nog steeds?

‘Ik reis te vaak voor mijn werk dus ik kan geen dieren meer houden. Ik heb alleen nog een hondje. Mijn slangen heb ik ondergebracht bij vrienden. Ik onderzoek en observeer slangen nu liever in het wild. Maar ik kan me goed verplaatsen in mensen die het leuk vinden om ze thuis te hebben. Slangen zijn prachtig om naar te kijken. Ik ben overigens geen voorstander van levend voer. Ik vind het niet eerlijk tegenover het prooidier, het is geen natuurlijk situatie.’

Kun je een band opbouwen met slangen?

‘Er is herkenning. Dat is een vorm van conditionering. Slangen die mij vaker ruiken, associëren mij met hanteergedrag. Geven ze om me? Nee, want slangen zijn onafhankelijk van ons. Een hondje heeft een emotioneel ontwikkeld brein, die wil aandacht. Mijn hondje heeft bijvoorbeeld verschrikkelijke verlatingsangst, die trilt als ik wegga. Maar Fleurtje zal het een worst wezen of ik haar die rat geef of iemand anders…’

‘Reptielen hebben dat emotionele deel niet. Ze raken niet aan ons gehecht. Voor mij hoeft dat ook helemaal niet. Ik vind het fijn dat Fleurtje, een van mijn slangen die nu bij vrienden woont, zich op haar gemakt voelt als ze mij ziet en dat ze weet wat er gaat gebeuren. Maar er is geen emotionele band of een afhankelijkheid.’

‘Omgekeerd is die band er natuurlijk wel. Ik kan me nog goed herinneren dat er een grote zoutwaterkrokodil uit het park van Steve Irwin was overleden. Hij trok dat dier uit het water – het hoofd ongeveer even groot als zijn lichaam – en de tranen liepen over zijn wangen. Het raakt me nog, als ik er aan denk! Later heb ik het zelf meegemaakt toen een van onze koningscobra’s overleed. Ik was ontroostbaar.’

Hoe zit dat met reptielen onderling?  

‘Bij reptielen onderling zien we wel relaties. Bijvoorbeeld de monogame relaties van dennenappelskinken, een hagedissensoort waarvan de huid lijkt op een dennenappel. Deze hagedissen leven het hele jaar apart maar elk paringsseizoen zoeken ze elkaar weer op om te paren.’

‘Ook zien we vaak dat slangen samen overwinteren in holen. Maar hoe die relaties precies zitten, weten we niet. Hetzelfde geldt voor vocale communicatie bij reptielen. Er wordt heel wat over en weer gekwaakt tussen gekko´s, maar wat het allemaal betekent, dat weten we nog lang niet…’

Er valt nog veel te onderzoeken wat betreft reptielen! Hoe breed is het onderzoeksgebied van de herpetoloog (reptielendeskundige) eigenlijk?

‘We hebben absoluut mensen nodig voor onderzoek! Als herpetoloog kun je onderzoek doen op allerlei punten van het spectrum. Van experimenteel onderzoek (wat kunnen slangen leren?) tot onderzoek op moleculair niveau, bijvoorbeeld gif-onderzoek. Mensen staan er niet vaak bij stil, maar reptielen zijn heel belangrijk voor onze gezondheid. Van veel soorten gif, van zowel slangen als hagedissen, maken we medicijnen.’

‘En niet alleen gif is interessant voor onze gezondheid. Ook alligatorbloed heeft interessante kwaliteiten. Als die beesten met elkaar vechten mist de één een arm de ander de helft van z’n gezicht maar ze leven vrolijk verder. Ze gaan nooit dood aan infectie. Hoe kan dat? Inmiddels weten we dat hun bloed niet alleen antibacteriële eigenschappen, het valt ook kanker aan! Nu wordt onderzocht hoe we het bloed van krokodillen kunnen gebruiken in medicatie tegen kanker. Super vet toch?’

‘Zelf zit ik aan het andere uiterste van het spectrum: het ecologische niveau. Ik kijk naar reptielen op grote schaal. Wat is de rol van reptielen in een ecosysteem? Wat is de impact van de mens op de leefomgeving en op het dier? Mensen denken vaak dat ik dit doe omdat ik die dieren zo leuk vind. Ik vind die dieren ook leuk, maar het gaat om het grotere plaatje.’

‘Reptielen zijn een belangrijke schakel in het ecosysteem. Krokodillen bijvoorbeeld. Zij ruimen karkassen op en zorgen ervoor dat het water niet vervuilt. Zij staan ook aan de top van de voedselketen en reguleren de lagen eronder. Als je krokodillen uitroeit, hebben de roofvissen in dat gebied geen natuurlijke vijand meer en zal hun aantal exploderen. Zij eten vervolgens te veel kleinere vissen wat weer gevolgen heeft voor de vogels in dat gebied en ook voor de mens, die op kleinere vissen jaagt. Zo’n trapsgewijs gevolg voor de hele voedselketen noemen we in de biologie een ‘cascading effect’.’

Op welke manier zijn reptielen en amfibieën nog meer belangrijk voor ecosystemen?

‘Reptielen zijn heel belangrijk in het ecosysteem. We kunnen niet zonder! Ecosystemen gaan over balans. Alle soorten in het systeem hebben een functie, al weten we in veel gevallen nog niet precies hoe het werkt. Wat we wel weten: hoe groter het aantal soorten, hoe sterker het ecosysteem.   Daarom is biodiversiteit zo belangrijk. Ik vergelijk het altijd met een kaartenhuis: elke kaart is een soort, en elke soort is er met een ecologische reden. Biodiversiteit staat gelijk aan veerkracht. Als soorten wegvallen, versimpelt een systeem en is het minder veerkrachtig. Hoe minder soorten, hoe makkelijker het kaartenhuis in elkaar valt.’

‘Reptielen spelen ook een belangrijke rol bij zaadverspreiding. Schildpadden eten zaadjes en en die elders weer uit. Zelfs slangen zijn belangrijke zaadverspreiders. Slangen eten muizen, ratten en andere kleine dieren die zaadjes van planten in hun maag hebben. De slang verteert het dier maar de zaadjes t hij uit…’

‘Amfibieën gelden als belangrijke ‘indicator species’, als ze voorkomen is dat een teken dat het goed gaat met het ecosysteem. Helaas gaat het aantal amfibieën wereldwijd heel hard achteruit. Hoe dat komt is een complex vraagstuk. Een van de belangrijkste redenen is habitat degradatie, fragmentatie en verlies. Kort samengevat: hun natuurlijke leefgebieden verdwijnen.´

Hoe gaat het met de reptielen?

‘Ook reptielenpopulaties staan onder druk. Bijvangst, stroperij en illegale handel zijn een groot probleem. Maar exacte cijfers hebben we niet. We weten nog te weinig. Van alle reptielensoorten die beschreven zijn op aarde, was in 2004 slechts zes procent beoordeeld. Populatiestatus, territoriumgrootte, het dieet… van de meeste soorten weten we het niet. Dat maakt het heel moeilijk om constructief te werken aan conservatie. We hebben meer informatie nodig.’

Je bent bezig met je promotieonderzoek naar de ecologische val hypothese bij reptielen en amfibieën in waterbassins in Spanje. Leg uit…

‘Dieren gebruiken aanwijzingen uit hun omgeving om te bepalen of een plek chill is, of ze er kunnen overleven en reproduceren. Maar soms lijkt zo’n habitat (leefgebied) door invloeden van de mens beter dan het daadwerkelijk is. Een voorbeeld: de libelle gebruikt de mate van reflectie om te bepalen of een leefgebied geschikt is. Maar olie heeft een hogere reflectie dan water. In Koeweit zien we bijvoorbeeld we dat libellen massaal op oliemeren afkomen. Ze denken: daar is goeie reflectie daar moet ik zijn. Dat is een ecologische val.’

‘In Spanje heb je bassins die bedoeld zijn voor watervoorziening. In de bassins treffen we veel dode en levende reptielen en amfibieën aan. Ik onderzoek hoe dat komt. Is het een last resort voor die dieren, omdat er weinig water in de buurt is? Of is het een ecologische val? Bijvoorbeeld omdat de lokroep die padden gebruiken om soortgenoten te laten weten waar ze zijn, door de bassins geamplificeerd worden. Dan lijken de bassins aantrekkelijker dan ze eigenlijk zijn, de padden komen erop af, vallen erin en gaan dood…’

Samen met onder andere wildlife fotograaf Jason Savage richtte je twee jaar geleden The Conservation Front op. Kun je hier wat meer over vertellen?

‘Ik heb The Conservation Front opgericht met een aantal vrienden vanuit de hele wereld: Australië, Zuid Afrika, Zuid Amerika. Samen maken we documentaires over soorten die lijden onder habitatvernietiging, stroperij en human-wildlife conflicten. Er zijn zoveel belangrijke verhalen die verteld moeten worden. We leggen de nadruk daarbij op lokale natuurbeschermers die het verschil maken.’

‘Ik wilde heel graag het verhaal vertellen van Bali Reptile Rescue, een lokale organisatie die helpt bij het human-wildlife-conflicten tussen slangen en boeren op Bali. Omdat er steeds minder regenwoud is, leggen de slangen eieren op boerenland. Ze hebben geen keus. De boeren vinden dat natuurlijk minder chill. Ze schieten de slangen dood en steken de eieren in brand. Bali Reptile Rescue komt tussen beide.’

‘In de documentaire laten we zien wat het probleem is maar ook hoe tof het is wat de mensen van Bali Reptile Rescue doen. Voor mij persoonlijk was het een droom die uitkwam! Shinta, de vrouw achter Bali Reptile Rescue, gaf mij de haak en zei doe je ding. Dat vertrouwen was fantastisch! In de wereld van de reptielen is het soms best lonely als vrouw. Een andere vrouw ontmoeten die net zoveel van slangen houdt als ik, is gaaf. Een vrouw ontmoeten die eigenhandig moederslangen vangt op het land van boeren en de eitjes veilig uitbroedt in haar center, is gewéldig! We waren instant best friends.’

Bekijk hier de documentaire van The Conservatin Front.

In de jungle van Bali stond je oog in oog met je lievelingsslang: de koningscobra. Wat maakt deze slang zo bijzonder?  

‘Ik vind het een top dier! Het is de allerlangste gifslang ter wereld die met één beet 40 volwassen mensen kan doden. Het is ook de enige slangensoort die een nest bouwt voor haar eieren en dat is best moeilijk als je geen handen of poten hebt! Vervolgens verdedigt zij dat nest met haar leven tegen elke mogelijk vijand. Niemand komt bij haar of die eieren. Als ik ooit moeder word, hoop ik net zo’n goeie mama te worden als de koningscobra!’

Zijn reptielen goede moeders?

‘Bij veel soorten reptielen zijn de jongen meteen bij de geboorte of als ze uit het ei komen klaar om de wijde wereld in te gaan. Dat heeft niks te maken met slechte moeder zijn, het is niet nodig. Toch komen we er steeds meer achter dat we het moederschap bij reptielen enorm hebben onderschat.’

‘Zo blijven krokodillen soms wel een jaar bij hun jongen. Ze zorgen heel goed voor hun kinderen, ook de vaders. Ze brengen hun jongen bijvoorbeeld heel voorzichtig in hun bek van het land naar het water. Dat is een kant van krokodillen die we zelden zien.’

‘Ook weten we sinds kort meer over het moederschap van de rotspython uit Zuid Afrika, een vijf meter lange slang die eieren legt. Als de eieren uitkomen, gaan de slangen meteen zelfstandig op pad. Maar de eerste twee weken komen ze ’s avonds terug naar hun nest, kruipen in hun eierschaal en gaat de moeder eromheen liggen!’

‘Omdat er weinig onderzoek is gedaan naar het sociale leven van reptielen, weten we nog maar weinig. Maar telkens áls er onderzoek gedaan wordt, zien we prachtige complexiteiten.’

Je hanteert met gemak giftige slangen. Hoe heb je dat geleerd en ben je nooit bang?

Ik ben getraind door slangenexpert Romilly van den Bergh. En nee, ik ben nooit bang. Ik vergelijk het met een hartchirurg, die heeft ook geen angst tijdens het opereren. Op het moment dat ik een zwarte mamba hanteer, ben ik zo geconcentreerd, dan is er geen ruimte voor angst. En eerlijk gezegd: waar zou ik bang voor moeten zijn? Doodgaan kan ook gebeuren als ik in de auto zit…’

‘Ik ben nog nooit gebeten door een gifslang. Maar ik heb veel met spugende cobra’s gewerkt en heb een allergie ontwikkeld tegen dat gif. Daarom heb ik altijd epi pennen op zak, daarmee koop ik 20 minuten tijd. Het is geen reden om weg te blijven bij de spugende cobra’s. Het is net zoiets als een allergie voor wespen of bijen. En mocht ik doodgaan door slangengif? Liever dat dan uitgaan als een kaarsje in een bejaardentehuis…’

Tot slot: wat wil jij nog bereiken met en voor de reptielen?

‘Om te beginnen wil ik mijn PHD halen. Daarna is het mijn grootste wens om internationale educatieve televisie te maken over reptielen voor een breed publiek, net zoals Steve Irwin deed. Maar dan vernieuwend, vanuit het vrouwelijke perspectief. Niet alleen de potentiële gevaren laten zien, maar ook de vrouwelijke kant: hoe gaaf is het dat een koningscobra zo’n goeie mama is?’

‘Mijn grootste drijfveer is het waarmaken van mijn belofte om me in te zetten voor dieren zonder stem. Ik wil laten zien dat reptielen belangrijk zijn en dat we niks van ze te vrezen hebben. Het zijn prachtige dieren die ons respect verdienen én onze (wetenschappelijke) aandacht!’

Sterrin Smalbrugge (1993) is ecologe en herpetologe (reptielendeskundige). Ze bestudeert reptielen over de hele wereld en presenteert haar eigen leerzame TV-programma Reptielengek op Videoland.
Sterrin is columniste bij National Geographic Junior en mentor voor de Indiase organisatie WildRoots. Onlangs kwam haar tweede boek uit Sterrins Reptielenreis, een informatief boek over reptielen voor kinderen van 7 tot 12 jaar. Ze werkt aan haar derde boek over reptielen, dit keer voor volwassenen.
Meer over Sterrin lees je op haar website: www.sterrinswildworld.nl

Foto: Theo Busschau

Mijn gekozen waardering € -

De artikelen van Anne verschenen eerder in tijdschriften en kranten waaronder Fabulous Mama, Viva, Margriet, Linda en NRC Next. Anne is cultureel antropoloog en eigenaar van Uitgeverij 11