Tabee, nazi-coryfee

Weinig componisten zijn fouter geweest in WOII dan Richard Strauss. Maar hij schreef wel de mooiste klaagzang voor de ondergang van de mensheid.

150 jaar geleden werd Richard Strauss geboren. Dus herdenkt de klassieke muziekwereld zijn geboortejaar in talloze festivals, zoals in Dresden dit najaar. Niets mis mee. Helaas maakte Richard in de nadagen van zijn carrière een nogal foute keuze: al in 1933 stelde de toen 69-jarige zich als president van de nieuwe Reichsmusikkammer geheel ten dienste van het naziregime. Weliswaar stapte hij twee jaar later al op wegens commentaar op zijn opera Die schweigsame Frau, toch schreef hij in 1936 doodleuk een Olympische Hymne voor de Spelen in Berlijn.

‘Mijn werk zal ik op deze wereld niet meer zien of horen'

Desondanks heeft zijn naam niet zo’n sinistere bijklank als die van Richard Wagner, die met zijn über-Germaanse gedachtengoed razend populair was bij de nazi’s. Richards werk werd daarom ruim 60 jaar niet uitgevoerd in Israël. En dat, terwijl Wagner al lang dood was voordat Hitler Mein Kampf schreef. Onschuldig door vroeg te sterven.

Affakelen

Strauss heeft de pech dat hij nog leefde tijdens de Krieg. Uiteindelijk zou hij na de val van Berlijn in 1945 op ballingschap gaan in Zwitserland. Voor die tijd voltooide hij nog twee meesterwerken: Metamorphosen (voor 23 solostrijkers) en Vier letzte Lieder (sopraan en orkest). Met Metamorphosen voltooide hij een van de mooiste zwanenzangen in de westerse geschiedenis. Feitelijk beweent hij met een begrafenismotief de ondergang van de Duitse cultuur, die hij om zich heen zag affakkelen. Alle strijkers nemen het motief beurtelings onder handen, waarbij het voortdurend veranderingen – metamorfosen – ondergaat. Hartverscheurend klinken de laatste klanken van deze componist, die in 1943 schreef: ‘Mijn werk zal ik op deze wereld niet meer zien of horen – ik wou dat Mozart en Schubert mij na mijn tachtigste naar het Elysium hadden meegenomen’. Strauss zou de verwoesting van de operahuizen in Dresden, München en Wenen niet meer te boven komen.

Nou is het altijd makkelijk om 75 jaar na dato vanachter de laptop de man een ideologisch correcte trap na te geven – wat zouden wij hebben gedaan? – beter is het om te kijken naar wat er écht toe doet bij deze componist. Namelijk zijn opera’s, en ook dit wonderschone werk Metamorphosen.

Klankbodem

Amsterdam Sinfonietta liet in het Muziekgebouw aan ’t IJ horen, hoe dit werk moet klinken. Zonder dirigent, zoals bij hen gebruikelijk. En met een fantastische strijkersklank, die in de fraaie akoestiek van het Muziekgebouw optimaal tot zijn recht kwam. Fascinerend hoe slechts twee contrabassen zo’n warme klankbodem onder het geheel konden leggen. 23 strijkers klinken bij Amsterdam Sinfonietta als een compleet symfonieorkest. Het Concertgebouw is een fijne suikertaart, maar de moderne ambiance aan het IJ kan de concurrentie moeiteloos aan. Een waardige locatie voor de mensch Strauss. 

Metamorphosen, www.amsterdamsinfonietta.nl, 21 maart Arnhem, 22 maart Leiden, 23 maart Groningen

Mijn gekozen waardering € -

SmaakMaker Dirk Koppes proeft en fileert het culturele klimaat. Deze AlbertHeijnHater was hoofdredacteur van Carp, chef cultuur bij De Pers, en schreef een reisboek over Cubaanse jongeren. Hij selecteert verplicht lees- , proef- en kijkvoer.