Test jezelf, help de wetenschap

Om de wetenschap te helpen hoef je de deur niet meer uit. Talloze experimenten, burgerwetenschapsinitiatieven en enquêtes zijn online te vinden. Maar het leukst is het als je er tegelijkertijd jezélf mee test. Een aantal voorbeelden van internetvermaak waar je de wetenschap mee helpt.

Hoe slim je bent, of je een emotioneel type bent, op welk karakter uit Game of Thrones je het meest lijkt, hoeveel merklogo’s je kunt herkennen: internet staat vol met spelletjes en testjes om ons uitstelgedrag mee te bevredigen. En hoewel ik niet wil beweren dat het niet nuttig is te weten welk Game of Thrones karakter je bent – ik ben Arya Stark, volgens Buzzfeed – wil ik hier toch een paar alternatieve tests tippen voor je volgende sog- of wog-moment: tests en spellen waarvan de resultaten niet alleen leuk zijn voor jezelf, maar waar wetenschappers zich ook vol enthousiasme over buigen.

Ra, ra, welke taal spreek ik

Het nadeel van online onderzoek is – voor de onderzoeker – dat er niet echt zicht is op wie meedoet. Als niet-moedertaalsprekers eigenwijs gaan meedoen aan een taaltest kan een onderzoeker aan het eind van de rit met vreemde, onverwachte resultaten opgescheept zitten. Hoe goed je de taal ook kent, je geeft misschien toch nét even andere antwoorden dan moedertaalsprekers. Bij de Amerikaanse taaltest ‘Which English’ is dat nu juist de bedoeling.

Hoe meer mensen de test invullen, hoe beter het programma wordt in het spellen van iemands moedertaal

In deze test beoordeel je in een minuut of tien verschillende zinnen op betekenis en grammaticale juistheid. Vervolgens doet ‘het systeem’ iets interessants: het gaat op basis van je antwoorden raden welk Engels dialect je hebt én wat je moedertaal is. Hoe meer mensen de test invullen – waarbij ze na afloop ook informatie moeten geven over hun taalachtergrond – hoe beter het programma wordt in het voorspellen van iemands moedertaal.

Een tijdje geleden stond bij mijn resultaten het Nederlands überhaupt niet in mijn top-3 van mogelijke moedertalen, toen ik de test deze maand opnieuw deed stond het op 2. Op 1 stond trouwens ‘native english’. Ik wil graag geloven dat mijn Engels zo goed is, maar er is natuurlijk ook nog de mogelijkheid dat het programma nóg meer gefinetuned moet worden.  In ieder geval lijk ik beïnvloed te zijn door Amerikaanse films en series. Naast moedertaal gokt het programma namelijk ook wat je Engelstalige dialect is. En bij mij stond op nummer 1 beide keren ‘US Black Vernacular / ebonics’ – oftewel Afro-Amerikaans.

Grappig om te kijken of een grammaticatest kan ‘weggeven’ wat je taalachtergrond is, maar wat hebben wetenschappers eraan? In een blog legt een van de onderzoekers uit dat er drie belangrijke vragen zijn die ze willen beantwoorden met behulp van die enorme database aan testresultaten die ze straks (hopelijk) hebben: welke invloed heeft de leeftijd waarop je start met het leren van Engels op hoe goed je het leert? Welke invloed heeft je moedertaal op het leren van het Engels? En hoe verhoudt de grammatica van verschillende Engelse dialecten zich tot elkaar? Een (tussentijds) antwoord op die laatste vraag is al te zien in deze visualisatie.

Het haakje in muziek

Waarom blijft het ene liedje beter hangen dan het andere? Wat zijn de kenmerken van een ‘catchy’ liedje? Dat hopen de onderzoekers achter de website ‘Hooked on Music’ te ontdekken (de tablet- en telefoonvriendelijke versie vind je hier). Het spelletje werkt als volgt: luister naar de muziekfragmenten – waarbij je zelf eventueel een genre of periode kunt kiezen – en geef telkens aan hoe snel je het liedje herkent. Vervolgens stopt de muziek, maar moet je in je hoofd wel verder zingen (of hardop, dat mag natuurlijk ook). In feite moet je je voorstellen dat de muziek niet op pauze is gezet, maar dat de volumeknop even uit is gedraaid. Hoor je de muziek weer, dan is aan jou de vraag of het fragment op de juiste plek verder gaat. Hiermee wordt getest hoe goed mensen zich bepaalde delen van een liedje herinneren – hoe aanstekelijker het deuntje, hoe meer het waarschijnlijk in ons geheugen gegrift staat.

Het spel blijft tot het eind van het jaar online, laat betrokken muziekwetenschapper Ashley Burgoyne (universiteit van Amsterdam) weten, maar in hun analyses focussen de onderzoekers op de data die tot eind 2014 is binnengekomen. Op basis van meer dan 100 000 spelers uit 199 verschillende landen gaan ze bekijken of herkenbare – en dus aanstekelijke – fragmenten iets me elkaar gemeen hebben, bijvoorbeeld qua melodielijn of ritme. Het zal nog even duren voordat de onderzoekers met conclusies komen, maar wat al wel duidelijk is: ‘Wannabe’ van de Spice Girls is het meest catchy liedje. Nu nog ontdekken waarom.

Woordenschat

Het Groot Nationaal Onderzoek van de universiteit Gent naar woordenkennis van Nederlandssprekenden kreeg in 2013 volop aandacht in de media. En dat legde de onderzoekers geen windeieren: aan het eind van dat jaar konden ze resultaten op basis van bijna 600.000 deelnames presenteren.

Wat hield die test ook alweer precies in? Deelnemers kregen een rits woorden voor ogen, en moesten telkens aangeven of ze het woord kenden. Aan het eind zagen ze niet alleen hoeveel woorden ze goed en verkeerd hadden herkend – of onterecht niet hadden herkend – maar ook hoe ze hadden gescoord ten opzichte van anderen.

Naast de originele woordentest is er inmiddels ook een jeugdversie, een Engelstalige variant en een auteurstest

De woordentest is nog altijd up and running. Volgens Marc Brysbaert, een van de onderzoekers, worden nog steeds dagelijks zo’n 200 tests ingevuld. Daardoor kan over een tijdje met nog meer data de woordenkennis van Nederlandssprekenden worden geanalyseerd. Daarnaast zijn verschillende afgeleide projecten opgezet: op de site staan nu ook een jeugdversie en een Engelstalige variant. Degenen die helemaal klaar zijn met het testen van hun woordenschat kunnen zich ook nog wagen aan de auteurstest (die ikzelf pijnlijk moeilijk vond) om te zien hoeveel namen van schrijvers ze herkennen.

Terwijl wij voor de lol online testjes invullen, onderzoeken de wetenschappers achter die testjes de mogelijkheden om er ook in de praktijk meer mee te doen. Zo zou de jeugdversie misschien in schoolverband gebruikt kunnen worden, om de woordenschat van jongeren te toetsen. De woordentest waar het allemaal mee begon heeft ondertussen zijn sporen al nagelaten in de praktijk: op woorden.org valt tegenwoordig te lezen hoe bekend het woord is. Zo staat er dat het woord ‘seffens’ (definitie: ‘na korte tijd’) volgens het onderzoek bekend is bij 19% van de Nederlanders en 82% van de Vlamingen.

Denken in stereotypen

In de documentaire Zwart als Roet liet Sunny Bergman verschillende mensen een test doen om hun onbewuste voorkeuren voor een blanke of zwarte huidskleur te achterhalen. Die test kun je zelf ook online doen, bijvoorbeeld via Project Implicit van de Amerikaanse Harvard Universiteit. En niet alleen op het gebied van huidskleur. Ook je automatische voorkeuren op het gebied van religie, sexualiteit, leeftijd, lichaamsgewicht en zelfs Amerikaanse presidenten kun je toetsen.

Ik  deed de test om te ontdekken waar mijn onbewuste voorkeur ligt qua huidskleur, en kreeg vervolgens de vraag of ik een hond had

De website heeft twee doelen: mensen bewust maken van hun impliciete voorkeuren, én verder onderzoek doen op dit gebied. Als je je registreert (wat niet meer is dan het invullen van een e-mailadres) kun je meedoen aan lopende studies.  Zo deed ik de test om te ontdekken waar mijn voorkeur ligt qua huidskleur, en kreeg ik vervolgens ook nog de vraag of ik een hond had. En of ik dacht dat honden onderscheid maken tussen blanke en zwarte mensen.

Dat klinkt misschien als een gekke vraag, maar er zit een idee achter – bleek uit de uitleg die ik na afloop van de test bij mijn resultaten kreeg. De onderzoekers willen weten of er een relatie is tussen de houding van hondenbezitters en het gedrag van hun hond: kan een baasje zijn positieve of negatieve mening over iemand met een andere huidskleur via non-verbale communicatie overbrengen op zijn hond? Als ik had geantwoord dat ik een hond had, was daarop de vraag gevolgd hoe die hond reageerde op blanke en zwarte mensen. En dat zou dan weer gelinkt worden aan mijn eigen onbewuste voorkeur. Of dit vergezocht is, of dat we inderdaad onze huisdieren non-verbaal kunnen beïnvloeden, moet nog blijken.

Tot slot

Tot slot nog twee websites waar geregeld nieuwe online experimenten te vinden zijn waar je aan kunt deelnemen:

Lessweird.org: Het eerder genoemde ‘Which english’-experiment is gelinkt aan het netwerk ‘Making science less weird’. Op de website van dat netwerk staan links naar online onderzoeken die deelnemers zoeken. De Engelstalige woordenschattest van de Universiteit staat momenteel bijvoorbeeld vermeld, maar ook een onderzoek naar het herkennen vanberoemde gezichten en naar website-esthetiek (zijn er cultuurverschillen in wat we mooi vinden aan de lay-out van een website?).

Quest Test: Quest brengt niet alleen braintainment in de vorm van tijdschriften, maar ook in de vorm van uiteenlopende testjes. De data wordt meestal gebruikt voor Quest-artikelen, soms wordt ook een test uitgezet in samenwerking met wetenschappelijk onderzoekers (in dat geval krijg je niet altijd een persoonlijk eindresultaat te zien krijgt).

Mijn gekozen waardering € -

Anouk Broersma wilde geen onderzoeker worden, maar vond de wetenschapswereld wel fascinerend. Dus besloot ze erover te schrijven. Als freelance wetenschapsjournalist verdiept ze zich in uiteenlopende onderwerpen. Ze schrijft vooral over communicatie, taal, psychologie en antropologie.