‘Tot ziens daarboven’ leest als een film

Pierre Lemaitre grijpt in 'Tot zien daarboven' zijn lezers bij de strot.

Pierre Lemaitre – Tot ziens daarboven (479 p.)
Vertaald door Liesbeth van Nes
Xander, € 22,50/€ 7,99 (e-book)

De granaat heeft, toen hij een gat in de grond sloeg, een van de dode knollen opgegraven die op het slagveld liggen te verrotten, en het hoofd ervan bij Albert afgeleverd. En nu liggen de jongeman en het dode paard tegenover elkaar, kussen elkaar bijna. Door de instorting kon Albert zijn handen vrijmaken, maar het gewicht van de aarde is zwaar, heel zwaar, en het perst zijn borstkas samen. Hij begint weer zachtjes hortend te ademen, zijn longen kunnen al haast niet meer. De tranen die opwellen, weet hij te onderdrukken. Hij houdt zich voor dat huilen hetzelfde is als accepteren dat hij sterft.

Pierre Lemaitre weet hoe hij indringende scènes moet schrijven die zich op je netvlies branden. Al direct vanaf het begin van zijn roman Tot ziens daarboven (Au revoir là-haute) grijpt hij zijn lezers bij de strot. De vuistdikke, spannende roman, die werd bekroond met de prestigieuze Franse literaire prijs Prix Goncourt, speelt zich af aan het einde en vlak na de Eerste Wereldoorlog, die honderd jaar geleden begon.

In een kapotgeschoten land dat niet weet hoe het met de overlevenden en de gevolgen van de oorlog om moet gaan, zijn de twee op zichzelf aangewezen

Het vertelt het verhaal van twee soldaten, Albert Maillard en Édouard Péricourt, die de oorlog ternauwernood hebben overleefd. Albert wordt bijna het slachtoffer van zijn eigen luitenant Henri D’Aulnay-Pradelle; Albert ontdekt iets wat hij niet mag weten en Pradelle duwt hem in een kuil waar hij levend begraven wordt, oog in oog met het hoofd van een dood paard. Lemaitre beschrijft de ademnood van Albert zo plastisch dat je het er zelf haast benauwd van krijgt. De zuurstof die Albert nog aan de mond van het paard weet te onttrekken, voorkomt niet dat hij buiten bewustzijn raakt. Op het laatste nippertje wordt zijn leven echter gered door Édouard, die vervolgens zelf door een granaatinslag zeer ernstig gewond raakt: zijn halve gezicht wordt weggeblazen. Uit schuldgevoel ontfermt Albert zich over hem. Édouard wil niet terug naar zijn autoritaire vader en wil zijn zus Madeleine zijn afschuwelijke voorkomen besparen en neemt door middel van een identiteitsverwisseling een andere naam aan. In een kapotgeschoten land dat niet weet hoe het met de overlevenden en de gevolgen van de oorlog om moet gaan, zijn de twee op zichzelf aangewezen. Tegen wil en dank blijven de wegen van Albert en Édouard die van Pradelle en de familie Péricourt kruisen.

Hoewel Tot ziens daarboven zich afspeelt in en vlak na de oorlog, zou de term ‘oorlogsroman’ een verkeerd beeld oproepen. Hoewel Lemaitre wel degelijk een vinger op een zere plek legt – de manier waarop Frankrijk zijn soldaten na de oorlog in de kou heeft laten staan – is Tot ziens daarboven allesbehalve een ernstige, hoogliteraire roman. Het boek is een tragikomische good read: een boeiend verhaal, met veel vaart en humor geschreven en voorzien van een filmische en ingenieuze, soms bijna klucht-achtige plot. Steeds opnieuw schotelt Lemaitre de meest ongeloofwaardige gebeurtenissen voor alsof ze volkomen logisch zijn, terwijl hij ook gruwelijke details niet schuwt.

Pageturner

Zijn toon doet sterk denken aan de films van de Franse regisseur Jean-Pierre Jeunet (Amélie, Un long dimache de fiançelles). Lemaitre heeft zijn kwaliteiten als misdaadroman- en scenarioschrijver ten volle benut. Het is duidelijk dat hij met deze pageturner mikt op een groot publiek; in Frankrijk was het boek al een bestseller. Hij gebruikt sterke beelden en handige vertelprocédé’s: ‘Voorlopig staan de jongens te wachten op het bevel tot de aanval. Geen slechte gelegenheid om Albert eens gade te slaan.’ Zelfs de epiloog doet denken aan een film, met een enigszins tragisch, maar ook feel good-einde. De verfilming zal vermoedelijk dus niet lang op zich laten wachten.

Je mag je afvragen waarom de jury van de Prix Goncourt ervoor koos om zo’n populaire roman te bekronen, maar dat zal de lezer waarschijnlijk worst wezen. Want het mag dan allemaal een tikkeltje glad zijn, het boek zit wel vernuftig in elkaar en bevat beelden en personages die je niet licht zult vergeten. Bovenal biedt Tot ziens daarboven vooral veel leesplezier aan een breed publiek. En daar is niets mis mee.

Mijn gekozen waardering € -