Uitkijkpost de Wallen (215): Tien jaar later

We zijn weer terug bij af. De urban jungle genaamd de Wallen is weer geopend. Als vanouds. Niks nieuws. Gewoon weer zoals vroeger.

Weet je nog, tien jaar geleden. Toen hadden we die coronacrisis en was het opeens doodstil op de Wallen. Echt, je zag niemand. Alles zat dicht. Mensen picknickten op het Oudekerksplein. Onvoorstelbaar toch.’ ‘Echt waar?’ ‘Echt waar!’

Het zou zo maar een dialoogje kunnen zijn uit het jaar 2030. Dat duurt nog wel even? Vergis u niet, voor u het weet is het zover. Weet u het nog: Project 1012. Ook alweer twaalf jaar geleden.

Het in die tijd gepubliceerde Emergo-rapport toonde aan dat het goed fout zat op de Wallen, dat er sprake was van, ik citeer, ‘grootschalige, (georganiseerde) misdaad’. Dat zou wel eens aangepakt worden door het toenmalige college van B&W onder aanvoering van Lodewijk Asscher. Even zag het er naar uit dat er echt iets zou gaan veranderen in het oudste deel van de Amsterdamse binnenstad. Enfin, u kent de uitkomst: Project 1012 flopte, er kwam niks van terecht.

Ondertussen groeide het toeristenleger alleen maar en veranderde de Wallen in één grote mensenzee waar vooral in het weekend na twaalf uur ‘s middags nauwelijks meer doorheen te komen was, waar op straat werd gezopen en gepist, waar werd gegild en geschreeuwd tot vroeg in de morgen en waar voor de bewoners eigenlijk geen plaats meer was en is.

Besmettelijk

Helaas lijken de maanden die achter ons liggen een uitzonderlijk intermezzo te zijn geweest want alles is bijna weer zoals het altijd was. Alleen is er nu nog een extra complicerende factor bijgekomen: het coronavirus waart rond, een virus dat een besmettelijke ziekte verspreid, ik zeg het maar even, reden waarom iedereen officieel anderhalve meter afstand van elkaar moet houden, ook in de openbare ruimte. Praktisch onmogelijk op de lege Wallen natuurlijk, laat staan op de Wallen die alweer aardig beginnen vol te lopen. Het is nog net geen wringen in de stegen, maar ver weg is het niet meer. De hosts en andere handhavers die ervoor moeten zorgen dat de mensenmassa in goede banen wordt geleid, dat het éénrichtingsverkeer echt wordt gehandhaafd, dat stegen worden afgesloten, doen vast hun best, maar al met al maakt het voor de anderhalve meter niet al te veel uit: het is allemaal te laat en te weinig.

Als bezoeker kun je je er nog aan onttrekken door niet naar de Wallen te gaan, ook al organiseert de Wallenbusiness – besmettelijke ziekte of niet, er moet immers geld worden verdiend – Open Dagen.

Voor de bewoners ligt de zaak iets gecompliceerder. Je wordt, of je het nu wilt of niet, blootgesteld aan een risico waar je je volgens de autoriteiten niet aan zou moeten blootstellen. De autoriteiten nemen hun verantwoordelijkheid echter niet en bovendien is het zoveelste voorbeeld van een maatregel die niet wordt gehandhaafd.

Tien jaar later, 2030. Ik hoop dat tegen de tijd het dialoogje iets anders zal verlopen. Dat er zoiets zal worden gezegd als: ‘Weet je nog dat het zo druk was vroeger dat je hier over de hoofden kon lopen. ’Echt waar? Echt waar! Wat is het dan nu rustig geworden zeg.’ Maar eerlijk gezegd heb ik er niet veel fiducie in dat dit praatje werkelijkheid zal worden.

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.

Mijn gekozen waardering € -

Ik schrijf over alles wat mijn nieuwsgierigheid wekt. Dat is veel. Vaak kom ik uit bij verborgen hoeken van de geschiedenis, maar soms ook bij het persoonlijke verhaal. Het alledaagse leven èn het drama. Actueel, maar soms ook wat minder. Wel altijd goed geschreven en een plezier om te lezen.