Uitkijkpost de Wallen (83): Geld, geld, geld

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.

Het is weer eens zover: geld gaat altijd voor en daarom dreigt er wederom een pareltje in de buurt te verdwijnen. Dit keer gaat het om drogisterij Jacob Hooy & Co. gevestigd aan de Kloveniersburgwal 12, pal aan de Nieuwmarkt. De eigenaar van het pand, de Nederlandsche Beleggingsmaatschappij, wil meer huur voor de winkel, waar al een paar eeuwen een drogisterij is gevestigd. De eigenaar van de drogisterij, Rik Oldenboom, is ten einde raad, want een fors hogere huur betalen zit er voor hem niet in. ‘Het zou het einde betekenen voor dit bedrijf’, zegt hij.

De Nederlandsche Beleggingsmaatschappij heeft daar geen boodschap aan. De belegger wil geld. Het bedrijf is actief in alle segmenten van de vastgoedmarkt en is onder andere gespecialiseerd in winkels op toplocaties. En inderdaad, Jacob Hooy zit op een toplocatie, zoals elk bedrijf in de oude binnenstad van Amsterdam waar drommen toeristen langslopen. Daar kan dus een fors hogere huur voor worden gevraagd. Nu zijn er bedrijven die dat best kunnen of willen betalen: ijswinkels bijvoorbeeld. Of een minisupermarkt. Anders wel een toeristen- of een growshop. Maar daar zitten we als buurt natuurlijk absoluut niet op te wachten.

Ogentroost

Dat nu Jacob Hooy dreigt te verdwijnen is schokkend al was het alleen maar omdat het bedrijf er al sinds 1743 is gevestigd. Of dat ook helemaal correct is, is weer een andere vraag. In elk geval liet Jacob Hooy zich in 1747 als winkelier inschrijven, dat is wel zeker, en is het pand aan de Kloveniersburgwal sinds 1778 zijn winkel, nadat het voordien onderdeel uitmaakte van het middeleeuwse Bethaniënklooster. Oude balken in de winkel dateren nog uit die tijd heeft recent onderzoek uitgewezen.

Sinds 1778 is er ook weinig meer aan het interieur veranderd in de drogisterij en dat maakt de winkel uniek. En dus staan er nog steeds potten met Majoranae en Betulae. En ook: Asperula odorata, ofte wel Lievevrouwebedstro. Potten die bovendien ook nog steeds worden gebruikt, net als de ladenkast met Wortelgoed, Eikelkoffie en Muizentarwe.

Dat de drogist zich juist hier vestigde was overigens bepaald geen toeval. Jarenlang werd er pal voor de deur een medicinale kruidenmarkt gehouden. Wat er zoal werd verkocht? Adderwortel, zuring, hoestkruid, salomonszegel, vrouwenhaar, ogentroost, wijnruit en gekronkelde haasjesbladen. Wie nog weet wat het allemaal is en waarvoor of waartegen het werd gebruikt, mag het zeggen. In elk geval komen tot op de dag van vandaag mensen van heinde en verre om hun favoriete kruidenmengsel te laten bereiden bij de zaak die sinds 1845 in handen is van de familie Oldenboom.

Natuurlijk hoeft niet alles dat oud is te worden bewaard, maar wie één keer in de winkel is geweest begrijpt onmiddellijk dat we hier niet te maken hebben met zomaar een winkel. Godzijdank biedt het feit dat het pand op de monumentlijst staat enige bescherming. Want ja, hier in de buurt lijkt al zo ongeveer alles te moeten wijken voor geld, geld, geld. Dus teken de petitie om de zaak open te houden!

Mijn gekozen waardering € -

Ik schrijf over alles wat mijn nieuwsgierigheid wekt. Dat is veel. Vaak kom ik uit bij verborgen hoeken van de geschiedenis, maar soms ook bij het persoonlijke verhaal. Het alledaagse leven èn het drama. Actueel, maar soms ook wat minder. Wel altijd goed geschreven en een plezier om te lezen.