Uitkijkpost De Wallen (19): De grootste rover van het plein

Willem Oosterbeek, Wallenbewoner, doet in vijfhonderd woorden regelmatig verslag van het dagelijks leven vanuit de beroemdste buurt van Nederland.

Dieren op de Wallen? Vrijwel iedereen begint onmiddellijk te lachen en roept vervolgens: ja, duiven en meeuwen. Honden en politiepaarden passeren ook al snel de revue. En niet te vergeten natuurlijk, de ratten, katten en muizen. Voor de doorzetters blijven dan nog de meerkoetjes, zwanen en eenden over. Een enkeling denkt nog aan vissen. Grapjassen noemen het haantje op de kerktoren of de olifantjes die als embleem fungeren van sekstheater Casa Rosso. Maar dat is het wel zo'n beetje. 

Ik vertel dan altijd graag het verhaal van het vosje dat vorig jaar werd gevonden aan de rand van de Wallen op de Kloveniersburgwal. Ze werd weliswaar doodgereden en, o schande!, eerst aangezien voor een kat, maar bleek toch een heuse vos van het vrouwelijk geslacht. Volgens stadsecoloog Martin Melchers was ze de meest stadse vos die hij ooit was tegengekomen. Waar ze vandaan kwam? De theorie is dat ze waarschijnlijk via de spoordijk of over het tramspoor uit IJburg is komen aanlopen. Maar het echte antwoord zullen we nooit weten. 

Zo zijn er meer dieren die je niet één, twee, drie, op de Wallen verwacht. Een van de eerste voorbodes van de zomer meldde zich dit jaar op 26 april. Ik hoorde ze voor het eerste op 4 mei, en zag ze pas twee dagen later vanuit mijn ooghoeken voorbijvliegen. De gierzwaluwen, want daar gaat het hier om, zijn graag in Amsterdam. Veel water en dus veel muggen en voldoende oude gebouwen waar ze kunnen nestelen. Het zijn ware acrobaten en ze duiken vooral op tegen het vallen van de avond. In een moordend tempo scheren ze door de lucht en hoe mooier het weer hoe hoger ze vliegen. Toch was ik wel verrast toen ik onlangs op het balkon zat en er in plaats van een gierzwaluw, een vleermuis langs m'n hoofd scheerde.

Wolf

Verhalen die de laatste jaren nogal eens opdoken over hoe slecht het ging met de mussen heb ik altijd met een korreltje zout genomen. Al jaar en dag word ik met name in het voorjaar en de zomer 's morgens vroeg gewekt door het gekwetter van de mussenkolonie die in de achtertuin huist. De vogeltjes hebben het hier prima naar hun zin en slagen er tot op heden goed in die schretters van een parkieten te verjagen. Een hoeraatje dus voor de mus.

Natuurlijk zijn hier ook andere gevederde vrienden als roodborstjes, kraaien en eksters. En het is nog niet eens zo lang geleden dat er af en toe een haring werd gevangen in de gracht. Maar toegegeven, meestal zijn het voorntjes, een brasem of karpertjes die eruit worden gehengeld. In de categorie insecten zijn de Wallen vooral in trek bij bijen, wespen, vliegen, muggen en mieren. 

Het moet echter gezegd: de grootste rover die hier op het Oudekerksplein rondloopt is toch de kat van de lunchroom. Geregeld besluipt hij de duiven die hier meestal wel iets van hun gading vinden. In tegenstelling tot het kleine muisje dat hij onlangs wist te verschalken, slagen de duiven er met opzienbarend gemak in hun jager telkens weer te vlug af te zijn. 

Inderdaad, na de vos is het nu wachten op de reeën en wilde zwijnen. Maar voor een wolf doe ik het ook. 

Mijn gekozen waardering € -

Ik schrijf over alles wat mijn nieuwsgierigheid wekt. Dat is veel. Vaak kom ik uit bij verborgen hoeken van de geschiedenis, maar soms ook bij het persoonlijke verhaal. Het alledaagse leven èn het drama. Actueel, maar soms ook wat minder. Wel altijd goed geschreven en een plezier om te lezen.