Kort na haar aantreden van Samia Suhulu erkende ze dat het virus in ook Tanzania was. Ze trof direct maatregelen en stelde een commissie in om te kijken hoe het virus het beste bestreden kon worden. Tanzania en Burundi waren toen de laatste twee Oost-Afrikaanse staten die nog het vaccin moesten krijgen. Vier maanden later ontving Tanzania de eerste vaccins. Op 24 juli doneerde de VS meer dan een miljoen doseringen van het Janssen vaccin. Vier dagen later nam Samia Suhulu ten aanzien van de internationale pers het voorbeeld dat het veilig was om gevaccineerd te worden. Ze was de eerste die het vaccin ontving.
Voor wie?
De vaccins zijn bestemd voor mensen in met publieke taken, ouderen in de leeftijd van 50 jaar en ouder, en diegenen met onderliggende aandoeningen. Net als in de rest van de wereld worden de vaccins gratis verstrekt. Daarnaast wordt het publiek gevraagd maskers te blijven dragen, afstand te houden en handen te wassen. De opkomst is echter niet groot zoals je dat zou verwachten.
Verzet
Niet iedereen is geneigd om het vaccin te nemen. Er is veel weerstand. Als tegenargumenten wordt gebruikt dat men er onvruchtbaar van wordt. Dat de vaccins en het COVID alleen maar voor wazungus, blanken, is. Dat je er ziek van wordt. Zeker de mensen onder de leeftijd van 35 die nog geen kinderen hebben is het verzet het grootst. Anderen zijn bang voor de mogelijke bijeffecten.
Gekant
Sommige parlementariërs zijn ook gekant tegen het vaccinatieprogramma. In radiotoespraken en op TV uitten ze hun bezwaar, waardoor nog meer mensen zich terughoudend opstellen. Ondertussen waart het Delta variant rond. Jong en oud wordt door het virus getroffen. Overal om je heen hoor je dat grootouders, ouders zijn overleden en dat de jongeren ook niet veilig zijn.
Zo nu en dan wordt hun wantrouwen bevestigd. Uit hun omgeving horen ze inderdaad dat vrienden of familieleden na hun inenting ziek zijn geworden of in enkele gevallen zo ziek dat ze eraan zijn overleden. Dat bevordert niet het succes van de inentingscampagne.
De angst is zichtbaar. Meer mensen dragen een masker. Maar een prik. Nee, liever niet.
