Valle de Chalco: inheemse migranten in de stad

Journalist, fotograaf en filosoof Feike de Jong gaat te voet langs de complete omtrek van megalopool Mexico-Stad. Vandaag de tweede aflevering: in de armoedige contreien rondom het Chalcomeer spreekt hij met de vertegenwoordiger van een organisatie van inheemse migranten en onderzoekt hij of je aan de omgeving kunt zien dat er migranten wonen.

Toen ik langs de vlakke, moerasachtige oevers van het Chalcomeer liep zag ik een tienermeisje dat boven op de muur van haar huis was geklommen. Ze hield kabels vast en was bezig om een zogeheten diablito aan te sluiten op de elektriciteitskabels boven haar, om op die manier stroom af te tappen. Een jongen met een fiets stond onder haar op de onverharde weg. Haar schoonheid was adembenemend. Het was alsof daar een jonge Sofia Loren stond en even had ik het gevoel dat ik in een film van Fellini verzeild was geraakt, in een sprookjesachtige vertelling met meisjes, muren, elektriciteitskabels en moerassen. Haar moeder kwam naar buiten lopen. Zij op haar beurt was een van de lelijkste vrouwen die ik ooit heb gezien, met een padachtige mond en een breed gezicht. Maar moeder en dochter leken als twee druppels water op elkaar, ze verschilden alleen in leeftijd.

Bij het moeras waren opvallend veel hutten van karton en golfplaten te vinden. Toen ik beter keek, ontdekte ik dat de veel van die hutten niet voor bewoning maar voor opslag werden gebruikt. Het struikgewas en de modderige wegen vol plassen rondom de bouwsels gaven de omgeving een tamelijk armoedige uitstraling. Onder de hoogspanningsmasten bevonden zich grote stukken open land met lage struiken en gras. De moeder van het meisje vertelde me dat net om de hoek een paar dagen eerder een lichaam was gevonden. Eerder in mijn expeditie had een taxichauffeur me verteld dat Valle de Chalco waarschijnlijk de gevaarlijkste plek was die hij kende. Achteraf gezien denk ik niet dat hij gelijk had, maar op dat moment werd ik toch bang toen ik bij het vallen van de avond mijn weg moest zien te vinden over de modderige weggetjes, tussen de regenplassen en onafgebouwde panden door.

Ik wilde een bezoek afleggen bij een lokale organisatie van inheemse migranten. Ik had gehoord dat Valle de Chalco de gemeente met het grootste aantal gesproken talen in Mexico was, doordat er vanuit het hele land arme migranten van het platteland kwamen wonen. Nu ik in die buurt verkeerde, wilde ik in contact komen met inheemse bewoners. Toen het avond werd belde ik een telefoonnummer dat ik van een vriend had gekregen. Ik vroeg naar Juan Martínez, maar de secretaresse zei dat hij niet aanwezig was. Ik liep verder door vanaf de oever van het meer naar het centrum van de gemeente. Ik had gehoord dat daar het kantoor van de organisatie was. Het werd al helemaal donker en ik was bang.

De inheemse leider Juan Martínez keek er behoorlijk van op dat er een buitenlander op zijn kantoor kwam. Het kantoor bevond zich in een gebouw van twee verdiepingen met een internetcafé op de begane grond en kantoorruimte op de bovenverdieping. Martínez, met pikzwart haar, een beetje gezet, midden veertig, was argwanend. Hij legde uit dat er overal in de wereld mensen zijn zoals ik, uit eerstewereldlanden en met een lichte huidskleur, die er alles aan doen om de levens en de cultuur van inheemsen zoals hemzelf kapot te maken. Van deze kijk op de dingen schrok ik enigszins, hoewel ik vond dat hij op een bepaalde schaal van tijd en ruimte wel gelijk had. Maar ik verzekerde hem dat als er een of ander grootschalig complot gaande was, ik daar niet van op de hoogte was.

Het kantoor was een grote lege ruimte met een raam dat uitkeek op de opnamestudio van een radiostation dat uitzond in een inheemse taal. Er was op het kantoor ook een vriend van Martínez aanwezig. De mezcal werd tevoorschijn gehaald en ze nodigden me uit om mee te drinken. Ik kreeg een gevoel alsof ik in een eigenaardig soort sollicitatiegesprek terecht was gekomen, aangezien ik diegene was die alle vragen op me afgevuurd kreeg. Waar woon je? Heb je een gezin? Hoe heb je je vrouw ontmoet? Lust je nog wat mezcal? Ik kwam uit de bus als een soort spion en avonturier, maar dan wel van een onhandige, incapabele soort, die van alleen al het idee om in Valle de Chalco aanwezig te zijn de stuipen op het lijf kreeg.

Foto: Feike de Jong

Na onze gezellige kennismaking liep ik in de late avond samen met de vriend van Juan over verlaten treinsporen en door stille straten naar mijn hotel.

Laat in de middag van de volgende dag spraken we elkaar weer. Ditmaal waren we met z’n tweeën. Hij vertelde me hoe hij leider van de organisatie was geworden. Het was begonnen met een groepje van zes vrienden die afkomstig waren uit het Mixe-gebied in Oaxaca en van inheemse dansen hielden. Juan was accountant, een van die zeldzame en onschatbare mensen die van formulieren en een piekfijn geordende administratie houden. Hij had geopperd dat hun project serieuzer genomen zou worden als ze een ngo (asociación civil) zouden oprichten. Met deze samenloop van omstandigheden startte zijn carrière.

Electoraal succes in Mexico wordt bepaald door het verloop van onderhandelingen met populaire organisaties van specifieke belangengroepen, zoals inheemse bevolkingsgroepen, straathandelaren en concessiehouders in de transportwereld. En de manier waarop politici doorgaans onderhandelen met specifieke belangengroepen is dat zij financiële steun aanbieden voor hun organisaties, zodat deze hun doelen kunnen verwezenlijken. Hiervoor is het noodzakelijk dat zo’n organisatie volgens de officiële wegen is opgericht. Als er geld van de overheid wordt uitgegeven, moet dat geld per slot van rekening wel naar de bankrekening van een officiële organisatie gaan, anders ziet het er gek uit. Het schijnt dat er in de negentiger jaren geen enkele officieel erkende organisatie in Valle de Chalco was. Aangezien Juan de enige medewerker van de ngo was die wel eens voor de boekhouding van een burgerlijke vereniging had gezorgd, belandde hij opeens aan de top van een politieke organisatie. En zo werd hij, door zijn belangstelling voor dansen en zijn vaardigheden in cijferwerk, iemand tot wie politici zich richtten voor hun onderhandelingen met de inheemse migranten in Valle de Chalco.

Volgens Juan was tachtig procent van de bevolking van Valle de Chalco inheems, hoewel zelfs de meest betrouwbare bronnen binnen de politieke wereld geneigd zijn om de omvang van hun achterban te overdrijven. Daar zijn politieke demonstraties in Mexico voor bedoeld: populaire organisaties kunnen ermee laten zien hoeveel volgelingen en electorale invloed ze hebben.

Tijdens mijn wandelingen door de straten van Valle de Chalco, met hun fietstaxi’s, nachtleven, tattooshops en supermarkten, probeerde ik iets typisch inheems in dit stedelijke gebied te ontdekken. In wat ik om me heen zag kon ik dat eigenlijk niet vinden. Het was echt niet zo dat je, als je een winkel binnenliep, kon zien dat de bewoners in deze buurt oorspronkelijk inheemsen van het platteland in het zuiden van Mexico waren. Er waren geen speciale restaurants, geen speciale bouwstijlen, geen speciale producten. Misschien was het gebruik van de Maagd van Juquila uit Oaxaca als naam voor winkels of als centraal element op altaars nog wel de duidelijkste verwijzing naar de cultuur van het gebied van herkomst.

Inheemse bewoners, vooral die uit Oaxaca zoals Juan, vind je in alle randgebieden van Mexico-Stad. Ze verkopen vaak typisch Mexicaanse gerechten zoals carnitas en tamales. Ze zijn westers gekleed, hebben tatoeages en modieuze kapsels en drinken Coca Cola. En zo worden ze allemaal op de een of andere manier opgenomen in het stadsleven.

Maar de band met de dorpen die ze achtergelaten hebben is sterk. Een straatverkoper in Mexico-Stad hoeft alleen maar een buskaartje te kopen om deel te kunnen nemen aan een samenkomst van zijn oude familie en dorpsgenoten ergens in Chiapas. Het is de demografische ontwikkeling bij uitstek in Mexico: al honderden jaren trekt de inheemse bevolking van het platteland naar de stad. Valle de Chalco is niet meer dan een variatie op een eeuwenoud thema. En de materiële aspecten van de cultuur mogen dan verdwijnen, de sociale structuren, religieuze overtuigingen en culinaire gewoonten veranderen niet.

Ik verliet het kantoor van Juan. Ik was alleen, maar ditmaal was ik niet bang toen ik weer door de straten van Valle de Chalco liep – ik wist nu waar ik was, en dat maakte een groot verschil. Ik kocht geroosterde kip bij een kraampje en nam een hap, de rest van de kippendij bewaarde ik in een plastic tas voor in het hotel. Als dit de gevaarlijkste buurt was die ik tegen zou komen, dan zou de hele tocht toch wel te doen zijn. Ik besloot om nog een dag te blijven.

Mijn gekozen waardering € -

Feike de Jong is prijswinnend onafhankelijke journalist met meer dan twintig jaar ervaring in Mexico waar hij voor locale, engelstalige en Nederlandstalige media heeft gewerkt als onderzoeksjournalist en correspondent. Steden en megasteden, klimaatverandering en energiesector zijn hoofdthema's van zijn werk met immer een oog voor het menselijke verhaal. Vanuit zijn achtergrond als filosoof onderzoekt hij de 21ste-eeuw vanuit zijn randen.