Vermogens en macht

In tegenstelling tot het inkomen is het vermogen in ons land zeer scheef verdeeld. Dit kan leiden tot invloed van enkele machtige personen op politiek en publieke opinie.

Over de ongelijke verdeling van inkomens en vermogens is de laatste tijd veel te doen. Een jaar geleden verscheen het spraakmakende boek van de Fransman Thomas Piketty, Le Capital au XXIe siècle, dat na vertaling in het Engels een wereldhit werd. Piketty en zijn collega’s verzamelden  wereldwijd gegevens over de ongelijke verdeling van inkomen en vermogen. Op basis daarvan beschrijven zij hoe de ongelijkheid zich ontwikkelde sinds het begin van de industriële revolutie. 

In West Europa in de 18e en 19e eeuw waren inkomen en vermogen geconcentreerd bij extreem rijke families in de bovenste laag van de klassemaatschappij. Een dergelijke ongelijkheid ontstaat wanneer het rendement op vermogen langdurig groter is dan de groei van het binnenlands inkomen van een land. Verdeel het binnenlands inkomen in twee delen: een voor diegenen die inkomen met arbeid verdienen, noem ze de ‘arbeiders’. Het tweede deel wordt gevormd door  de mensen die inkomen uit bezit verdienen, noem ze de ‘kapitalisten’. Wanneer de kapitalisten een hoger rendement op hun vermogen ontvangen dan de arbeiders verdienen met hun werk, dan neem het aandeel van de kapitalisten toe ten koste van dat van de arbeiders. 

Piketty verwijst naar de literatuur die wij van TV-series (Honoré de Balzac, Jane Austen) kennen. Daar zien we hoe de hogere klasse vooral bezig is te rentenieren, het vermogen te beheren en het te vergroten door onder andere geschikte huwelijkspartners te vinden.

Scheve vermogensverdeling

Deze ontwikkeling is alleen onderbroken in de periode van 1914 tot 2000, toen de groei van het binnenlands inkomen die van het rendement overtrof. Sinds ongeveer 2000 zien we met name de vermogensverdeling  in verschillende landen weer schever worden. In ons land wordt de ongelijkheid van de inkomensverdeling  door de overheid krachtig verminderd door het stelsel van sociale uitkeringen en door de progressie van de inkomstenbelasting. Er wordt inkomen herverdeeld van de hogere naar de lagere inkomens. Vergeleken met andere landen zitten we in de middenmoot wat ongelijkheid van de inkomensverdeling betreft. Dit is anders bij de vermogensverdeling. Daar horen we bij de landen met een zeer scheve verdeling.

De scheefheid van een verdeling kan op verschillende manieren worden gemeten. Je kunt het totale vermogen van gezinnen in een land verdelen in 10 decielen (10%-groepen) en dan nagaan hoeveel de onderste tien procent bezit ten op zichte van de rijkste tien procent. 

De meest vermogende 10 procent van de bevolking bezit in ons land dan ongeveer tweederde van het totale vermogen. Dit betekent  dat 90 procent het met de resterende eenderde moet doen. 

De meest vermogende 10 procent bezit in ons land dan ongeveer tweederde van het totale vermogen

WRR rapport

Over oorzaken en gevolgen van  een zeer ongelijke vermogensverdeling bestaat een uitgebreide literatuur. De nieuwste aanwinst in ons land is het op 4 juni verschenen rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), ‘Hoe ongelijk is Nederland? Een vergelijking van de ontwikkeling en de gevolgen van economische ongelijkheid’.  Het werk van Piketty wordt daarin wel even genoemd, maar het is niet in het betoog geïntegreerd. Men beperkt zich tot een boek van hem uit 2009. Jammer, maar verklaarbaar omdat het WRR-rapport een bundeling is van in de jaren 2010-2012 geschreven, overigens heel interessante, artikelen.

Als een van de gevaren van een extreem vermogende bovenklasse schetsen zowel de WRR als Piketty de machtsconcentratie bij enkelen. Die bovenklasse kan veel invloed krijgen via de politiek, door het schenken van bedragen aan politici. Maar ook door het beheersen van de publieke opinie via TV en andere media. De Mol, Murdoch en Berlusconi worden genoemd.

Herverdeling

Piketty stelt een drastische vermogensheffing voor om de cumulatie van extreem grote vermogens aan te pakken. Mijns inziens kan daarmee wel de macht van de zeer rijken worden aangepakt, maar financieel stelt zo’n herverdeling niet veel voor. Even een sommetje: in 2012 telt ons land 7.406.000 particuliere huishoudens die samen 1.166 miljard euro bezitten. De top-1% (dat zijn dus 74.060 huishoudens) hebben daarvan 273 miljard euro, dat is gemiddeld per huishouden ruim 3,5 miljoen. Stel we pakken ze via een vermogensheffing 80% (dat is 218 miljard) af en verdelen die over de overige 7.332.000 huishoudens. Die ontvangen dan elk ongeveer 30.000 euro.Een aardig bedrag, maar niet echt veel.

De WRR pleit overigens voor predistributie in plaats van redistributie. Niet achteraf herverdelen maar vooraf, tijdens de inkomensvorming de verschillen in inkomen binnen cao’s verkleinen. Producten van een keurmerk voorzien dat laat zien dat ze komen van een producent waar de inkomensverschillen beperkt zijn. We zullen er nog veel van horen.

Mijn gekozen waardering € -