Vojislav Seselj: Portret van een habituele herrieschopper

De Servische nationalist dr. Vojislav Seselj mocht van het Joegoslavië Tribunaal zonder voorwaarden naar huis om daar te sterven. De hoogbegaafde jurist is een querulant en provocateur die haattoespraken hield en andere volken beledigde. De vraag is of hij daarmee ook oorlogsmisdaden heeft gepleegd.

Vojislav Seselj, zaak IT-03-67, mag van het Joegoslavië Tribunaal thuis in Servië sterven. Hij lijdt aan een uitgezaaide en ongeneeslijke darmkanker. Maar ook het laatste deel van zijn 'marathon' loopt hij niet onopgemerkt. De voorwaarde dat hij zich thuis niet met politiek mag bemoeien wees hij met hoongelach van de hand. Hij is voorzitter van de door hemzelf opgerichte Servische Radicale Partij (SRS) en dat schept verplichtingen. Bovendien, hij heeft dat tribunaal toch nooit erkend? Nou dan.

De voor iedereen geldende voorwaarden om met verlof te gaan hoefde hij ook niet te tekenen, zo graag wilden ze van hem af. Zijn rechters zeiden er van uit te gaan dat hij zich vrijwillig aan die voorwaarden zou houden. Ze wisten wel beter en Voja zelf kreeg in zijn cel buikpijn van het lachen.

Terug in Belgrado zal hij weer geen blad voor de mond nemen, maar wat dan nog? De meeste aanhangers van zijn Servische Radicale Partij (SRS) zijn al lang overgelopen naar de Servische Progressieve Partij (SNS) van zijn vroegere politieke vrienden Tomislav ‘Toma’ Nikolic en Aleksandar ‘Aca’ Vucic. Toma is tegenwoordige staatspresident en Aca is premier. Voor ‘Voja’ zijn het nu doodsvijanden die hij zelfs vanuit zijn cel in de Haagse strafgevangenis heeft bestreden.

De jurist dr. Seselj is hoogbegaafd

De nu zestigjarige jurist dr. Seselj is, zoals door vriend en vijand wordt erkend, hoogbegaafd. In twee en een half jaar volbracht hij zijn rechtenstudie aan de universiteit van Sarajevo. Op zijn23ste was hij, met de titel Magister, de jongste universitair docent van het toenmalige Joegoslavië. Twee jaar later promoveerde hij en weer een jaar later was hij de jongste hoogleraar ooit. Dertig jaar later, in zijn zaak voor het tribunaal, hield hij uit het blote hoofd urenlange juridische betogen die door zijn rechters soms met meer dan routineuze belangstelling werden gevolgd.

Maar zoals zo vaak liggen ook bij Vojislav Seselj hoogbegaafdheid, waanzin en querulantisme dicht bij elkaar

Maar zoals zo vaak liggen ook bij Vojislav Seselj hoogbegaafdheid, waanzin en querulantisme dicht bij elkaar. Diezelfde tribunaalrechters straften hem met gevangenisstraf als hij de regels te duidelijk had overtreden. Tegelijkertijd kon hij verder gaan dan anderen, hij blufte beter. Een getuige van de aanklager, van huis uit fysicus, zette hij klem met vragen op diens vakgebied waar de man geen antwoord op had.

Conflict met lid invloedrijke familie

Als jong hoogleraar in Sarajevo kwam Seselj in conflict met een lid van de invloedrijke familie Pozderac, een conflict dat in hoge mate zijn verdere leven zou bepalen. Deze familie van Bosnische moslims had, via de Joegoslavische Communistische Partij, in Bosnië een waar machtsimperium opgebouwd. Godfather Hamdija Pozderac was in de zeventiger jaren president van Bosnië en later vicepresident van Joegoslavië. In 1989 moest hij het veld ruimen wegens beweerde betrokkenheid bij een financieel schandaal.

Hamdija was, naast politicus, ook hoogleraar politieke wetenschappen aan de universiteit van Sarajevo. Seselj ontdekte begin tachtiger jaren dat het proefschrift van een promovendus van Pozderac voor een deel uit plagiaat bestond. Seselj eiste strafmaatregelen tegen de fraudeur maar deze Brana Miljus was een vooraanstaand communist en Pozderac hield zijn partijgenoot de hand boven het hoofd. Daarop eiste Seselj van de partij, waar hij zelf ook lid van was, maatregelen tegen zijn hooggeleerde collega. Diens positie was echter zo sterk dat hij die strijd verloor.

Hij stapte daarop uit de partij en koos, geheel in lijn met zijn karakter, een dissidente positie en onderstreepte dat luidkeels bij elke gelegenheid. Professor Seselj verloor zijn baan aan de universiteit en werd meerdere malen op straat door de geheime politie in elkaar geslagen.

Vderoordeeld op basis van nooit gepubliceerd artikel

Ook toen al was hij de meester-provocateur die later zijn rechters bij het Joegoslavië Tribunaal tot wanhoop kon drijven. Hij stuurde een artikel naar het theoretisch tijdschrift ‘Komunist’ van de partij over de volgens hem achtergestelde positie van de Servische Bosniërs. Dat artikel, met een knipoog naar een geschrift van Lenin uit 1902 ‘Wat te doen?’ getiteld, is uiteraard nooit gepubliceerd. Het werd echter wel de basis voor een aanklacht wegens ‘anarcholiberale, nationalistische’ en dus ‘contrarevolutionaire’ activiteiten.

Het leverde hem in 1984 een veroordeling tot 8 jaar gevangenisstraf op

Het leverde hem in 1984 een veroordeling tot 8 jaar gevangenisstraf op, die door het Joegoslavische hooggerechtshof achtereenvolgens werd verminderd tot zes, vier en uiteindelijk twee jaar. Hij zat daarvan 22 maanden uit in de gevangenis van Zenica, waar hij volgens hardnekkige geruchten zou zijn verkracht door moslimbewakers. Dat zou zijn rabiate anti-moslimhouding verklaren. Het gerucht heeft hij overigens zelf altijd resoluut ontkend.

Na zijn vrijlating zocht en vond Seselj contact met nationalistische kringen in Belgrado. De communistische partij liep op zijn laatste benen en allerlei oppositionele groeperingen staken ongehinderd de kop op. In 1989 richtte hij met zijn boezemvriend Vuk Draskovic de partij ‘Servische Volksvernieuwing’ op. Het partijprogramma bestond vooral uit pogingen om de Servische leider Slobodan Milosevic rechts in te halen. Hun vriendschap bleek echter niet bestand tegen Seseljs neiging om in alles ongeremd door te drammen en de partij viel weer uiteen. De boezemvrienden werden, althans wat Seselj betreft, gezworen vijanden.

Chetnik-hertog

Tijdens een bezoek aan de Verenigde Staten, waar hij voor de Servische diaspora een reeks lezingen hield, verleende de na de Tweede Wereldoorlog uitgeweken chetnikleider Momcilo Djujic hem de titel ‘Servische Chetnik-hertog”. Daar is hij nog steeds apetrots op en laat zich bij elke gelegenheid met die titel aanspreken. Graag zet hij de bijbehorende muts van schapenbont op.  

In 1990 werd hij gearresteerd en veroordeeld wegens pogingen om het grafmonument van de voormalige Joegoslavische leider Tito te vernielen. Dat leverde aandacht op. Bij de eerste vrije verkiezingen, in december 1990, stelde hij zich vanuit de gevangenis (overigens zonder succes) kandidaat voor het presidentschap van Servië.

De grenzen van Kroatië, zo zei hij, kon je zien vanaf de toren van de kathedraal van Zagreb

Begin 1991, net uit de gevangenis, richtte hij de Servische Radicale Partij op voor welke hij lid werd van het Servische parlement. Daar vond hij het podium dat hij nodig had. Toen de nieuwe leiders van Kroatië verklaarden hun land naar de onafhankelijk te zullen leiden veroorzaakte Voja ophef door te verklaren dat Kroatië grotendeels ‘Servisch land’ was. De grenzen van Kroatië, zo zei hij, kon je zien vanaf de toren van de kathedraal van Zagreb.

Gevangenis uit – gevangenis in

In 1994 ging de leider van de radicalen opnieuw het gevang in wegens het fysiek aanvallen van de parlementsvoorzitter. Een jaar later was het opnieuw raak: hij moest twintig dagen zitten wegens het met scherp in de lucht schieten tijdens een bijeenkomst in Kosovo. En nog datzelfde jaar was hij voor de derde maal te gast in de strafgevangenis. Deze keer wegens zijn provocerende oppositie tegen het regime.

De Serven in Kroatië die zich verzetten tegen het onafhankelijkheidsstreven van president Franjo Tudjman kregen van de Radicalen alle steun, vooral verbaal. Partijleden die als vrijwilligers de opstandige Serven in Kroatië, later ook die in Bosnië, te hulp schoten kregen niet veel meer dan organisatorische steun. Dat alles begeleid door de opgewonden demagogie van de partijleider die ‘zijn’ mensen regelmatig opzocht, een enkele keer met een revolver op de heup.

Tijdens de burgeroorlogen in Kroatië en Bosnië (1991-1995) onderscheidde Voja zich vooral door haattoespraken tegen iedereen die hij als vijand van Servië beschouwde: Kossovo-Albanezen, Kroaten, Bosnische moslims. Maar ook andersdenkenden in Servië zelf, die hij als verraders zag, en vooral binnen- en buitenlandse media moesten het ontgelden. En natuurlijk ook Europa en de Amerika die lelijk deden tegen het Servië van president Slobodan Milosevic.

Milosevic: Seselj is personificatie van geweld en primitivisme

Milosevic werd begin negentiger jaren als bondgenoot beschouwd. Dat veranderde toen deze in september 1993 (onder grote internationale druk) de steun aan de Bosnische Serven van Radovan Karadzic introk. Dan is hij weer ‘leider van de rode bende’. Op zijn beurt noemde Milosevic Seselj ‘de personificatie van geweld en primitivisme’.

Maar de tijd heelde alle wonden. In 1998 trad de Servische Radicale Partij toe tot de regering en Seselj werd vicepremier. In 1997 had het overigens een haartje gescheeld of hij was president van Servië geworden. Bij de presidentsverkiezingen versloeg hij in de tweede ronde de kandidaat van Milosevic’ socialistische partij. De verkiezingen werden echter ongeldig verklaard vanwege het lage aantal kiezers dat zijn stem had uitgebracht.

Als de democratische oppositie in oktober 2000 heeft afgerekend met het regime Milosevic verandert de houding van Servië tot het Joegoslavië Tribunaal. In juni 2001 wordt Milosevic door de regering van Zoran Djindjic uitgeleverd aan het tribunaal dat hem wil vervolgen voor oorlogsmisdaden. Via diplomatieke kanalen probeert Djindjic ook van praatjesmaker Seselj af te komen door hem eveneens voor beweerde oorlogsmisdaden in Den Haag te laten vervolgen.

Vrijwillig vertrek naar Den Haag

Op 14 februari 2003 brachten de aanklagers van het tribunaal inderdaad een aanklacht tegen Seselj uit. Tot ieders verbazing meldde deze zich al een week later vrijwillig in Den Haag. Hoe en waarom hij naar Den Haag afreisde is tot op de dag van vandaag een raadsel. Volgens eigen zeggen ging hij ‘om het tribunaal te vernietigen’. Koningin Beatrix zou volgens hem daarbij ‘collaterale schade’ zijn. Meer dan deze grove humor heeft hij over zijn besluitnooit losgelaten. In Belgrado deden hardnekkige geruchten de ronde dat hij eigenlijk vluchtte voor doodsbedreigingen. Maar van wie die afkomstig zouden zijn bleef onduidelijk.

Ook zijn verblijf in Den Haag was een aaneenschakeling van incidenten

Ook zijn verblijf in Den Haag was een aaneenschakeling van incidenten. Hij bleef weg van zittingen, beledigde rechters, openbaarde de identiteit van getuigen (het proces werd zelfs een tijd stilgelegd wegens bedreiging van een aantal getuigen) en hield een hongerstaking van bijna een maand voor het recht om zichzelf te verdedigen. Dat laatste lukte uiteindelijk.

Zijn grootste succes was dat rechter Frederick Harfhoff van zijn zaak werd afgehaald. De Deen had in augustus 2013 in een vertrouwelijke brief zware kritiek geuit op het tribunaal dat volgens hem partijdig was. Die brief lekte uit en werd in de Deense media gepubliceerd. Daarop wraakte Seselj de rechter met succes en deze moest de zaak laten schieten. Uiteindelijk moest Harhoff zelfs Den Haag verlaten.

Uitspraak uitgesteld tot zomer 2015

De uitspraak, na de eis van de aanklagers van 28 jaar gevangenisstraf, zou door de rechters op 30 oktober 2013 worden gedaan. Door het vertrek van Harhoff moest dit echter worden uitgesteld en nu wordt het waarschijnlijk zomer 2015. De nieuwe rechter, Mandiaye Niang, heeft tijd nodig om zich het dossier eigen te maken.

Algemeen wordt aangenomen dat Seselj, als hij dan tenminste nog in leven is en in staat om te reizen, naar Den Haag zal terugkeren om het vonnis aan te horen. Over hoe dat zal luiden valt geen zinnig woord te zeggen. Het kan haast niet anders of de extreem lange duur van het voorarrest (bijna 12 jaar) wordt in het vonnis meegewogen. In diplomatieke kringen wordt al een paar jaar gespeculeerd dat Seselj zal worden veroordeeld tot het aantal jaren dat hij vast zat en meteen na de uitspraak vrijkomt.

Nogal wat juristen zijn van mening dat er eigenlijk geen feitelijk bewijs is dat Seselj zich heeft schuldig gemaakt aan oorlogsmisdaden en moet worden vrijgesproken. Opruiing, discriminatie, het uitslaan van oorlogszuchtige taal en ook het werven en vervolgens naar het front sturen van vrijwilligers zijn in hun opvatting weliswaar strafbaar, maar het zijn geen oorlogsmisdaden. De uiteindelijke uitspraak in deze slepende zaak wordt in elk geval door veel mensen met meer dan gewone belangstelling afgewacht.

Mijn gekozen waardering € -

Rolf begon bij een krant, was daarna tv-programmamaker. Begeleidde in de jaren ’90 als redacteur-producer en tolk-vertaler talloze reportageploegen naar voormalig Joegoslavië en was 17 jaar Balkan-internetcorrespondent voor het ANP. Nu schrijft hij weer: over ex-Joegoslavië en wetenschapsnieuws. En heeft ook belangstelling voor de ruimtelijke ordening in Nederland.