Vroegere politiedeskundige: nieuwe aanpak stalking onvoldoende

Linda van der Giesen (2015), Hümeyra Ergincanli (2018). Twee dodelijke stalkingszaken, beide gevolgd door onderzoeken naar falende hulpinstanties. De Inspectie Justitie en Veiligheid verzwijgt veel in haar recente rapportage en komt met halve maatregelen, waarschuwt oud-politieman en stalkingsdeskundige Marcel Tiehuis. "Het is wachten op de volgende Hümeyra."

‘Geen volgende Hümeyra meer’, riep de Tweede Kamer vorige week in koor tijdens een debat met minister Ferd Grapperhaus. Dat ging over falende hulpinstanties en beloftes om stalking voortaan beter aan te pakken. Marcel Tiehuis, voormalig casemanager ‘potentieel gewelddadige personen’ bij de landelijke eenheid van de politie, zet echter stevige kanttekeningen bij aanbevelingen door de Inspectie Justitie en Veiligheid.

“Belangrijke zaken laat de inspectie in haar onderzoek onbesproken. Zoals de vraag waarom eerdere richtlijnen op het gebied van stalking kennelijk niet door de politie in de Hümeyra-zaak zijn opgevolgd”, aldus de gepensioneerde politiedeskundige die het onderzoeksrapport op mijn verzoek bestudeerde.

“Cruciale aanbevelingen ontbreken. Bovendien blijven oude werkwijzen die niet functioneren, in tact. Als dat niet verandert, is het wachten op de volgende Hümeyra”, luidt bovendien zijn sombere voorspelling.

Controleren

Grapperhaus kondigde onlangs aan ‘hoogstpersoonlijk de tien politie-eenheden in het land’ af te gaan. De bewindsman wil zo controleren of aangekondigde maatregelen om ernstige stalking te bestrijden, wel worden ingevoerd.

Precies op dat punt vraagt Marcel Tiehuis zich af waarom dat niet jaren eerder gebeurde. “Na de gelijkaardige stalkingsmoord op Linda van der Giesen in 2015 kwamen er al nieuwe richtlijnen. Waarom zijn die maatregelen toen niet binnen de politieorganisaties doorgevoerd?”

Linda van der Giesen werd in augustus 2015 door haar ex doodgeschoten op de parkeerplaats van een ziekenhuis in Waalwijk waar zij als verpleegkundige werkte. De 28-jarige vrouw had meerdere keren aangifte gedaan van ernstige bedreiging en stalking door haar vroegere partner. De politie was tevens gewaarschuwd dat haar ex vermoedelijk een vuurwapen in zijn bezit had.

Na de afschuwwekkende moord op de verpleegkundige deed de onafhankelijke commissie-Eenhoorn onderzoek. De onderzoekers stelden vast dat de politie na Linda’s aangifte teveel oog had gehad voor het strafrechtelijk traject. Niets was ondernomen om de ernstig bedreigde vrouw te beschermen.

Hümeyra

Dat herhaalde zich op 18 december 2018 in Rotterdam, toen de zestienjarige Hümeyra Ergincanli door haar voormalige vriend Bekir E. werd doodgeschoten op de parkeerplaats van haar school. Voorafgaand aan het drama was de doodsbange tiener liefst zes maanden lang vrijwel onophoudelijk door E. met de dood bedreigd en gestalkt.

Steeds deed het meisje daarvan wanhopig melding en aangifte bij de politie Rotterdam-Rijnmond. Zelfs na de melding dat E. een vuurwapen in zijn bezit had, kwam de politie niet in actie. E. werd niet opgepakt. Geen van de betrokken instanties voelde zich verantwoordelijk voor Hümeyra’s veiligheid.

Toen duidelijk werd dat politie en Openbaar Ministerie opnieuw grote fouten moesten hebben gemaakt, kwam er ook naar dit drama een onderzoek. De naspeuringen door de inspectie richtten zich op de toedracht en het handelen van politie, OM, reclassering en andere betrokken ‘ketenpartners’ zoals Veilig Thuis en het Veiligheidshuis.

Uitkomsten

“De belangrijkste uitkomsten zijn wat mij betreft dat de politie het patroon van de stalking door E. niet herkende”, vervolgt Marcel Tiehuis. “Op geen enkel moment is een risicotaxatie opgemaakt. Verder was er veel miscommunicatie, zowel bij de politie als bij andere ketenpartners.”

De ‘werkinstructie stalking’ en een instrument voor risicotaxatie genaamd Screening Assessment Stalking and Harassment (SASH) werden niet door de politie gehanteerd of waren nog niet ingevoerd. Verder bleek dat de betrokken instanties nauwelijks informatie met elkaar deelden en hopeloos versnipperd waren in het regelen van een aanpak.

Marcel: “Groot manco is dat geen casemanager op de zaak-Hümeyra werd gezet: iemand die de regie heeft en voor alle partijen een aanspreekpunt is. Hoewel maar liefst vijftig politiemensen bemoeienis hadden met dit dossier, wist niemand wie verantwoordelijk was.”

Schokkende

In de schokkende opeenstapeling van fouten had met name het uitblijven van een risicotaxatie fatale gevolgen. Als er wél in kaart was gebracht hoe groot de gevaren voor Hümeyra waren, dan was volgens de inspectie zonder twijfel vastgesteld dat dat risico hoog was en waren er veiligheidsmaatregelen getroffen.

“Het zijn duidelijke conclusies die de inspectie trekt”, gaat Marcel verder. “Toch zijn er veel kanttekeningen bij te plaatsen. Zo omschrijft de inspectie het SASH-instrument als een risicotaxatie-model. Dat is niet juist. In werkelijkheid is het een screeningsmodel. Een eerste checklist bedoeld om stalking en het mogelijke risico te onderkennen.”

Iedere politieagent kan – ervaren of niet – zo’n SASH-checklist invullen. Daarmee is de politie er in ernstige stalkingszaken echter nog niet. Er dient tevens een échte risicotaxatie te volgen. Daar schreef de inspectie niets over.

Recherchepsychologen

Het onderzoeksrapport vermeldt evenmin dat elke regionale eenheid van de politie al enkele jaren twee of meer recherchepsychologen in huis heeft. “Deze deskundigen zijn nu juist speciaal opgeleid en getraind in het maken van zo’n risicotaxatie bij stalking”, aldus Marcel.

De recherchepsychologen hanteren een internationaal erkend model, het zogeheten ‘Stalking Risk Profile’. Dat geeft een professioneel afgewogen oordeel over de risico’s én aanbevelingen voor het optreden bij ernstige stalkingszaken. “In de zaak-Hümeyra is geen gebruik gemaakt van het Stalking Risk Profile-model. De vraag waarom dat niet gebeurde, beantwoordt de inspectie niet.”

Beveiligen

De vroegere politiedeskundige wijst bovendien op het zogeheten ‘Stelsel bewaken en beveiligen’. Ook daarover zwijgt de Inspectie Justitie en Veiligheid in alle talen.

“In de circulaire bewaken en beveiligen – in 2004 uitgegeven door het Ministerie van Justitie – zijn aan de politie richtlijnen verstrekt hoe moet worden gehandeld bij een dreiging of bedreiging. Kort gezegd komt het erop neer dat een dreigingsinschatting moet worden opgemaakt door de coördinator conflict- en crisisbeheersing van de politie.”

Die inschatting beschrijft niet alleen de ernst van een dreiging maar ook de waarschijnlijkheid dat een dreiging wordt uitgevoerd.

Marcel Tiehuis: “Op basis van de uitkomsten dient de hoofdofficier van justitie vervolgens te besluiten of en hoe de bedreigde persoon moet worden beveiligd. Niets van dit al vermeldt de inspectie in haar onderzoeksrapport. Het is onduidelijk of de politie überhaupt deze richtlijn in de zaak-Hümeyra heeft gevolgd. Als dat niet zo was, is de vraag waarom dit niet gebeurde. Een vraag die onbeantwoord bleef.”

Het onderzoek toont aan dat de politie Rotterdam-Rijnmond de stalkingszaak buitengewoon ongestructureerd en versnipperd aanpakte.

Gemiste

“Van een professionele organisatie als de politie mag je verwachten dat er procesmatig wordt gewerkt”, vindt de voormalige politiedeskundige. “Er moet sprake zijn van een procesbeschrijving waarin taken, functies en verantwoordelijkheden duidelijk zijn omschreven. Hoewel er in het verleden initiatieven voor een gestructureerde aanpak van stalking zijn ontwikkeld, waren die niet geborgd binnen de politieorganisatie. Hoe dat kan laat de inspectie geheel buiten beschouwing. Een gemiste kans. Antwoorden op zulke vragen kunnen inzicht geven in achterliggende problemen binnen de politieorganisatie.”

Ook op de aanbevelingen die de inspectie aan politie, OM en andere betrokken instanties doet, valt in zijn ogen het nodige aan te merken.

Toverwoorden zijn ‘betere samenwerking op basis van gezamenlijke verantwoordelijkheid’ voor alle betrokken organisaties en invoering van de ‘werkinstructie stalking’ en het ‘SASH-model’ bij de politie. Maar toereikend is dat volgens Marcel Tiehuis allemaal niet.

Oude

“Feitelijk blijft de oude werkwijze waarop de politie ex-partnerstalking aanpakt en waarvan is gebleken dat die niet functioneert, in tact. Ex-partnerstalking blijft bovendien vallen onder ‘huiselijke geweld’. Dat terwijl andere vormen van stalking en bedreiging via een andere route lopen. Ook de versnippering blijft daarmee in stand.”

Beter is het volgens hem om de aanpak van alle vormen van stalking en bedreiging ‘onder één dak’ te brengen. “Op die manier kan kennis, ervaring en expertise worden gewaarborgd.”

Een voorbeeld is de werkwijze die de landelijke eenheid van de politie al sinds jaren volgt in het optreden tegen stalkers die een bedreiging vormen voor politici, bewindslieden of leden van het Koninklijk Huis.

Succesvolle

“Daarin werkt een team bestaande uit informatiespecialisten, casemanagers, recherchepsychologen en GGZ-specialisten gestructureerd samen in het terugdringen van risico’s. Enerzijds is er dan het plan van aanpak. Anderzijds zijn er veiligheidsadviezen voor de bedreigde persoon. Een succesvolle methode waarover zowel de universiteit Maastricht als het WODC heeft gepubliceerd.”

Bij het Openbaar Ministerie dient volgens Marcel Tiehuis eveneens veel te veranderen om toekomstige stalkingsdrama’s te voorkomen.

“Er is bij het OM onvoldoende kennis en ervaring op het gebied van stalking. Net als bij andere vormen van criminaliteit is het wenselijk om officieren van justitie aan te wijzen die zich met stalking gaan bezighouden. Opnieuw lees ik daar niets van terug in het onderzoeksrapport.”

Mijn gekozen waardering € -

Femkefataal.nl is een onafhankelijke website over vrouwen en crime van misdaadjournalist Jolande van der Graaf. Het platform biedt nieuws en achtergronden over misdaad, steeds belicht vanuit een vrouwelijk perspectief. Vrouwen die zelf slachtoffer zijn of vanwege hun werk met criminaliteit te maken hebben, schrijven columns op femkefataal.nl.