Waarom De Kijk van Koolhoven heel veel navolging verdient

In de vorige eeuw hadden we Teleac. Teleac heeft mij leren schaken. Best bijzonder voor televisie. Misschien wel omdat ik televisie op die manier al van jongsaf met ‘leren’ associeer ben ik dolblij met de serie die de VPRO heeft gemaakt met Martin Koolhoven. Het is, voor het eerst in  tijden, televisie die de geest prikkelt, die je laat nadenken over alledaags vermaak, en dat dankzij een hartstochtelijk verteller, die meer weet dan wij met zijn allen bij elkaar. Of althans, zo lijkt het. En dat is fantastisch.

Terug naar school. Zo voelt het. En dan bedoel ik de school waar ik dankzij de hartstocht van leraren klassieke talen de oude filosofen ontdekte, en de filmcolleges die ik tijdens mijn studie Theaterwetenschap mocht meemaken. Maar dan veel leuker.

En dus: Ja. Ik beken. Ik ben hoger opgeleid. Geen schande. Maar wel behorend tot een minderheid die zich door het media-aanbod een beetje in de steek gelaten voelt. Want ja, zelfs de DWDD-colleges zijn mij meestal een tikje te oppervlakkig. Leuk hoor, dingen met legoblokjes en geinige experimentjes, maar niets in die programma’s daagt mij uit om hoger te reiken, beter te kijken, langer na te denken. En dat is waar ik al sinds mijn vroege jeugd behoefte aan heb.

Kirrende kreetjes

Maar wat is er dan zo speciaal aan De Kijk van Koolhoven? Want, eerlijk gezegd, veel van wat hij vertelt over filmtheorie weet ik natuurlijk al. Dus is het iets anders. Ik heb daar een paar afleveringen over nagedacht, en nu ben ik erachter: het is Koolhovens enthousiasme dat hem laat wegkomen met allerlei dingen waar de NPO tegenwoordig eerder met een boog omheen zou lopen. Dat enthousiasme, en de snelheid die de programmamakers van de VPRO over de hele zaak gooien, zorgt ervoor, dat ik de hele tijd kirrend met kleine kreetjes van herkenning voor de LCD zit.

Wat te denken van het Kuleshov-effect dat hij in de aflevering over Eurohorror in drie seconden uitlegt. Ik bedoel: er zijn handboeken over volgeschreven en Koolhoven doet het in krap vijf seconden. Misschien zullen kijkers het totaal gemist hebben, maar voor mij was het heerlijk. Net als het effect dat hij de aflevering over boten – of was het over de western – beschreef: met de camera tegelijk inrijden en uitzoomen, of andersom. Dramatisch cliché van jewelste, maar het werkt en Koolhoven weet het aanstekelijk over te brengen.

Babbelprogramma

Dankzij Koolhoven weten nu een paar mensen meer hoe technisch het vak van filmmaken is. En hoeveel liefde je ervoor nodig hebt. Ik zie zo’n programma, met zo’n gastheer, tien keer liever dan het zoveelste AVROTROS babbelprogramma waar een paar bekende acteurs vertellen hoe fijn acteren is. Koolhoven gaat schaamteloos de diepte in, en laat ons in de aftiteling ademloos achter met een hele waslijst aan dingen waaraan hij eigenlijk ook nog aandacht had willen geven.

Dat is enthousiasme, NPO!   

Ik heb het vermoeden dat het programma over veel hoofden heen gaat. NPO bazen, die doorgaans het intellectuele afvoerputje van ons land als doelgroep kiezen voor hun programmering, zullen het programma vast geen tweede seizoen gunnen, en zich afvragen hoe ze deze fabelachtige nerdshow in godsnaam hebben toegelaten.

De Kijk van Koolhoven, vrijdag.

Mijn gekozen waardering € -

Coöperatie van journalisten én lezers. Sinds 2009.