Waarom haat IS christenen zo, en wat kunnen we eraan doen?

Deze theoloog kroop door vertaalde IS-teksten heen om te zien waarom de jihadi's christenen nou zo haten. Hij stuitte op veel theologie en bijbelkritiek en kwam tot de conclusie: de Grote Vijand heet 'onduidelijkheid'.

Waar komt de diepe haat van de Islamitische Staat jegens ‘het westen’ vandaan? Deze maand heb ik tientallen pagina’s van het Dabiq magazine doorgeploegd. Voor wie het niet kent: het is een online gepubliceerde uitgave van IS zelf, hier te lezen. Ik was op zoek naar het antwoord.

De aanvliegroute van dit betoog is religieus. Als theoloog blijf ik bij mijn vakgebied en negeer ik voor nu alle geopolitieke, historische en sociaal-economische complexiteiten die de jihadi’s zo militant maakten. We zoomen in op het geloofsaspect van de haat. Dat aspect ontkennen of verwaarlozen zou trouwens onzin zijn. Voor een Islamitische Staat is er niet zoiets als een scheiding tussen religie en politiek. Theology matters, en dat blijkt al vanaf de eerste bladzijden van Dabiq.

De haat van IS is in eerste instantie religieus

Voor de IS-schrijvers van Dabiq is hun versie van de islam relevanter dan internationale politiek. Onder het gezellige kopje ‘Why we hate you’ noemen zij zes gronden voor hun aanslagen op westers grondgebied. Waar onze analytici de Irak-oorlog van Bush en de drones van Obama nog wel de schuld willen geven, noemt IS die pas als nummers 5 en 6.

De eerste vier redenen voor het jihadistische geweld zijn allemaal religieus van aard. Nummer vier: spotters die de islam beledigen, koranverbrandingen en het feit dat wij niet volgens de sharia leven. Nummer drie: het westerse atheïsme. Nummer twee: onze liberale houding ten opzichte van homo’s, drugs, alcohol, gokken. Tot slot de hoofdreden: de christelijke opvatting dat God een zoon heeft. Jawel, u leest het goed.

Uit deze opsomming blijkt al dat IS de hele westerse wereld op een grote christelijke, atheïstische en liberale hoop gooit. Als een verenigde vijand, met de naam ‘kruisvaarders’. Dat is minder onlogisch dan het klinkt, zoals ik hierna laat zien. Eerst zoomen we in op reden één van de jihadistische haat voor het westen: de christelijke theologie.

Verbale jihad-aanvallen op de bijbel zelf

Het hoofdstuk ‘Break the cross’ begint op pagina 46 en is het meest theologische stuk uit deze uitgave van Dabiq. De schrijvers benaderen het christendom steeds op twee manieren. De eerste is een uitnodigende. Bijbelteksten worden instemmend aangehaald en vervolgens op zo’n manier geïnterpreteerd dat de islam er de logische vervulling van is. Soms door vreemde woordspelen en kunstgrepen, soms door er (niet altijd onterecht) op te wijzen dat het islamitische monotheïsme beter bij Mozes en Jezus aansluit dan de latere christelijke leerstellingen. Hiervoor konden IS-schrijvers zich waarschijnlijk op mainstream islamitische apologetiek baseren.

De tweede is aanvallend. Bijbelteksten en christendom zijn ernstig gecorrumpeerd en staan vol fouten. Zonder de correcties van Mohammed en de islam blijft het christendom daardoor een dwaalleer. Frappant is, dat de IS-theologen hier goed gebruik hebben gemaakt van de westerse traditie van kritische bijbelwetenschappers en kerkhistorici. Verlichte onderzoekers waaraan ze hun eigen geloof nooit zouden prijsgeven. Rode lijn door het betoog is dit: het kruis moet gebroken worden. Dat laat ik hieronder zien aan de hand van een aantal voorbeelden.

Waarom de bijbel onacceptabel is voor IS

Dabiq begint bij het begin: het paradijsverhaal. Daar zegt God tegen Adam en Eva dat ze zullen sterven als zij van de verboden vrucht eten. Maar als ze die fout eenmaal hebben gemaakt, komt God ineens terug op zijn dreigement. Ze overleven hun fout. De IS-schrijvers sommen nog wat andere bijbelverhalen op waarin God ergens spijt van heeft. Ze kunnen niets met zo’n change of heart en vragen zich af: wat is dit voor veranderlijke God, die met de mensen mee beweegt?

In het verlengde daarvan walgen zij van de apostel Paulus. Die schrijft ergens dat hij, om zijn boodschap te verspreiden, ‘voor de Joden een Jood en voor de Grieken een Griek’ werd. Paulus paste zich aan zijn publiek aan om zijn boodschap ingang te laten krijgen. Dabiq ziet het als openlijk bedrog: Paulus is een leugenaar, want zijn God verandert met de mensen mee. Zo worden ook de Maria-verering, de kerstdatum (25 december, de verjaardag van de Romeinse zonnegod) en de Drie-eenheid veroordeeld. Voor de IS onacceptabele manieren van het christendom om zich aan het heidense polytheïsme van het Romeinse Rijk aan te passen.

De christendom-kritiek van de jihadi’s laat zich in één veelzeggende zin samenvatten: ‘Wij willen geen flexibele God’. Geen God die zich aanpast aan de mensen, met de mensen meebeweegt of evolueert. Natuurlijk zijn Jezus en zijn kruis ultieme uitingen van dat motief, en zo lezen we dus: ‘Glorified is he above having a son’. Jezus de zoon van God noemen is voor Dabiq blasfemie. Hem als een loser aan het kruis laten sterven is helemaal van God los. Daarom moet het kruis als symbool voor Gods veranderlijkheid en lijdelijkheid gebroken worden. De IS-versie van Jezus is geen zoon van God en ook zijn kruisiging wordt op omslachtige wijze weg-geëxegetiseerd.

Hoe een Finse christin als moslim in het kalifaat eindigde

Goed, we hebben dus gezien waar het grootste bezwaar van IS tegen het westen op neerkomt: een weerzin tegen de beweeglijke God van het christendom. Licht ironisch, want leg je de islam langs dezelfde schrift-kritische lat, dan kun je daarin eenzelfde type tegenstrijdigheid en beweeglijkheid aanwijzenJe zou Mohammed soms zelfs als zo’n beweger kunnen kwalificeren. Iemand die Jezus minder goddelijk en zwak maakte en zo joden en christenen vredig bij zijn nieuwe Semitische monotheïsme kon trekken. Dat terzijde. We gaan weer uitzoomen.

De sleutel tot het verstaan van de IS-haat jegens héél het westen vinden we in dezelfde Dabiq. Het bekeringsverhaal van een Finse vrouw die mild christelijk werd opgevoed en nu voor het jihadistische clubblad schrijft. Finland, een “christelijke natie” – met dubbele aanhalingstekens. Want veel kreeg de schrijfster niet mee van de christelijke cultuur. Stickers op de zondagsschool, bruiloften in de kerk en onbeantwoorde geloofsvragen. Cultureel of lauw christendom, zoals fundamentalisten dat noemen.

Ze trouwde met een gematigde moslim en leerde ook van hem weinig van religie. Totdat ze scheidde. Na die persoonlijke crisis kwam zij in contact met radicalere moslims. Ze bekeerde zich tot de islam en trouwde met een jihadist. Het viel haar op dat haar familie, die het daar niet mee eens was, zich van de weeromstuit voluit op het christendom ging beroepen. Haar eigen radicalisering zette pas echt door nadat haar echtgenoot werd gearresteerd op verdenking van terrorisme. Nu woont zij in het kalifaat.

IS als een apocalyptische beweging

Deze Finse bekeerling staat symbool voor alles wat ik zie in de Islamitische Staat. Ten diepste hebben we het over mensen die met grote persoonlijke vragen zitten (of het nu een echtscheiding, armoede of de bommen van Bush zijn) en geen genoegen nemen met een halfslachtig antwoord. Of het nu atheïsme is, een lafhartig beleden islam of het christendom met haar stervende Jezus en haar beweeglijke God – alle zwakte moet worden uitgebannen. Het is tijd voor één God, één groots verhaal, één staat.

Het is een bekend godsdiensthistorisch fenomeen, dat we apocalyptiek noemen (naar het bijbelboek Openbaring). Het patroon is altijd hetzelfde: een groep mensen staat onder grote druk en maakt daar een religieus narratief van. Dat het einde der tijden is aangebroken. Dat alles wat er gebeurt door een almachtige God is voorbeschikt. Dat iedereen die het anders ziet, de vijand is van wie je veel te vrezen hebt. Maar uiteindelijk zal de messias (of de kalief) overwinnen. God is aan onze zijde.

Die apocalyptiek is wat alle jihadi’s verenigt. Om wat voor reden dan ook voelen zij zich in een hoek gedreven, en krijgen ze een afkeer van alles wat postmodern is, alles wat zwak is, alle tinten grijs die hun zwart-witte Waarheid bedreigen. Ze kiezen voor het kalifaat omdat de retoriek van het einde der tijden hun vertelt dat hun ellendige levensverhaal deel is van iets groots. Omdat de eenvoudige en eenduidige theologie hun spirituele verwarring sust. Omdat het enge wereldbeeld hen een duidelijke plaats geeft als strijders in het goede leger tegenover de sterke, maar gedoemde Vijand.

Relativisme is failliet

De trigger voor de IS-haat die onder christendom, decadentie en postmodernisme ligt is dit: onduidelijkheid. Het idee dat waarheid relatief is, dat normen en waarden verschuiven, dat God beweeglijk is. Dat idee is onverenigbaar met de schreeuwende behoefte van een hart in nood aan een duidelijk, sterk verhaal. Een sterke, eenvoudige God, een afgebakend volk van God en een overzichtelijk plan van God.

Het is het postmodernisme nooit gelukt om in die behoefte te voorzien. Na de Verlichting vluchtte Europa in nationalisme, communisme en fascisme. Na de ontkerkelijking kregen we de utopieën van hippies, economisme en pinksterkerken. De laatste vijftien jaar polariseerde de politiek in reactie op nationale en internationale crises. Achter een rechtse Leider (die zich vaak net als de familie van die Finse bekeerling ineens als voorvechter van de joods-christelijke cultuur opwerpt) of een linkse messias aan. Allemaal apocalyptische ideologieën met een religieus tintje.

Dit is het onderliggende probleem: noch de natuur, noch de levensloop van de mens kan overweg met onduidelijkheid. Met een relativisme dat het heelal door toeval verklaart, met een cultuur die als enige gemeenschappelijke waarde nog economische groei heeft, met een globaliserende wereld waarin de scheidingen tussen rassen, geslachten en menstypen wegvalt. De postmoderne wereld gaat keer op keer failliet omdat ze geen positief antwoord weet te bieden op de vertwijfeling van hen die verward of verdrukt door het leven gaan en behoefte hebben aan eeuwige waarheden. Dat is een openstaande vraag aan de seculiere samenleving: welk sterke verhaal stellen we tegenover het fundamentalisme dat we na de Verlichting achter ons hebben gelaten?

Tijd voor een 21ste-eeuwse Paulus!

Volgens mij moeten we bij Paulus zijn. En wel deze, door Dabiq afkeurend geciteerde tekst: ‘Wanneer u door de Geest geleid wordt, bent u niet onderworpen aan de wet’. Wat de apostel hier zegt, is nu harder nodig dan ooit. Paulus constateert hier dat moraal en waarheid niet statisch zijn vastgelegd in één goddelijke Wet – nee, het luistert nauw: er is geestkracht bij nodig. Maar daar wordt Paulus geen onverschillige relativist van, zoals het westerse postmodernisme dat vertwijfelde zielen onbedoeld in de armen van extremisten drijft.

Nee, Paulus maakt juist een avontuur van de grijze zone die na de zwart-witte Eeuwige Wet kwam. Paulus maakt een heilige opdracht van de moeilijke taak om een verhouding te zoeken tussen diepe waarden en de weerbarstige werkelijkheid van alledag. Paulus verklaart de Wet tot lafheid en het leven na die Wet juist tot goddelijke moed. Hij laat het duidelijke verhaal los, maar is daarin minder onverschillig dan ooit tevoren. Precies daarin zit de sleutel tegen elk dreigend radicalisme van de 21ste eeuw. We hebben Paulus nu harder nodig dan ooit – als heilzaam tegengif voor IS én de jihadi’s van andere ideologieën.

Meer lezen?

Alain Verheij over het boerkiniverbod.
Alain Verheij over de aanslag op Charlie Hebdo.
Alain Verheij over Abou Jahjah.

Mijn gekozen waardering € -

Alain Verheij is gefascineerd door alle plaatsen en momenten waar tijd en eeuwigheid elkaar ontmoeten. Denk daarbij aan kunst, cultuur, religie en schoonheid in de breedste zin van die woorden. Verder heeft hij een groot zwak voor taal en promoveert hij op het Ugaritisch.