Waarom het bedrijfsleven het wereldvoedselprobleem heeft gekaapt

Agromultinationals willen tegen hoge kosten de taken van de kleinschalige boer toe-eigenen. Ze zaaien paniek omdat ‘de wereld gevoed moet worden’. Met hun winsten hebben ze de onafhankelijkheid van onderzoek en journalistiek al om zeep gebracht.

De wereld voeden is heel eenvoudig. Honger vindt plaats bij kleinschalige boeren. Laat hen een beetje meer produceren en het wereldvoedselprobleem is opgelost.

De agribusiness heeft echter de taak op zich genomen om de hele wereld te voeden. Wel tegen een zeer hoge prijs. Eerste slachtoffer: de onafhankelijkheid. Wageningen UR en de Volkskrant zijn al ten prooi gevallen. Sla er de volkskrant van afgelopen maandag maar op na: ‘Afrika kan in 2050 niet genoeg voedsel produceren voor bevolking’ luidde de kop. Het was een artikel van Cor Speksnijder die kritiekloos een bericht van Wageningen UR presenteerde.

Ik zeg: Welles! Afrika kan wel degelijk zichzelf voeden! Kijk naar de cijfers uit het onderzoek van Wageningen UR die Snijders in zijn artikel oplepelt: een maïsoogst levert, ter illustratie, slechts 20 procent op van het maximaal haalbare. Met andere woorden: een vervijfvoudiging zou mogelijk zijn. Om de groei van de bevolking die ook nog eens welvarender wordt voor te blijven moet er 3,4 keer meer worden geproduceerd tegen 2050.

Ik lees uit deze cijfers dat Afrika niet alleen de eigen bevolking kan voeden, maar zelfs kan exporteren. Iets dat de Volkskrantjournalist zelf ook gezien moet hebben. Misschien ben ik paranoia als ik deze kritiekloze houding van de Volkskrantredactie in verband breng met de advertentie van Wageningen UR die al jaren elke zaterdagochtend de voorpagina van de Volkskrant siert. In dat geval is de journalist van dienst ondanks zijn vijftien jaar trouwe dienst bij dit gerenommeerde dagblad wel erg naïef.

Hij blijft immers vasthouden aan de paniek die Wageningen UR zaait en levert geen enkele kritische noot. Ook de twee deskundigen die hij aan het woord laat niet.

Op eigen kracht

Er moet inderdaad wel wat gebeuren. In 2050 telt onze planeet bijna 10 miljard inwoners. Vooral in Afrika maakt de groei een enorme vlucht door, bovendien stuwt ook de groeiende economie de vraag naar voedsel op.

Dit betekent niet dat er reden is voor paniek. En er is al helemaal geen reden voor de agribusiness om zich zo’n grote broek aan te meten. Afrika kan uitstekend op eigen kracht meer dan voldoende produceren. Met de eigen bevolking en met de mogelijkheden die de vele vruchtbare bodems en waterrijke gebieden bieden.

De wereldvoedselorganisatie van de Verenigde Naties FAO heeft becijferd dat kleinschalige boeren bijna 80 procent van al het voedsel in de wereld produceren. En dat de wereld 800 miljoen mensen met honger telt. En dat niet alleen, de FAO heeft ook onderzocht wie die hongerigen zijn. Wat blijkt? 80 procent van hen is boer.

We hebben het dus over dezelfde mensen. De meeste hongerigen zijn zelf boer! Het echte probleem is dus dat deze kleine boeren niet genoeg produceren. Als zij hun productie kunnen verhogen, is het probleem opgelost.

Bederfelijke vruchten

Ter illustratie: Een maand geleden was ik in Nigeria waar grote groepen kleinschalige boeren gewend zijn ongeselecteerd tomatenzaad van voorgaande jaren te gebruiken om vollevelds te zaaien. Dat de klimplant meer en betere vruchten geeft wanneer ze zouden worden opgebonden, was niet bekend. Boeren waren gewend tegen het eind van het seizoen een paar handjes vol kleine, rijpe, bederfelijke vruchten van hun perceeltje op te rapen.

Dat dit anders kan bewijst een eenvoudig en kleinschalig project. Een groep boeren wordt geleerd goed zaaizaad te gebruiken, planten op een juiste manier op te kweken en de planten op te binden langs een eenvoudige constructie van bamboe. Het resultaat: hun percelen leveren niet alleen genoeg op om hun eigen gezin te voeden, ze kunnen nu een product verkopen dat op de markt zeer gewild is.

Wat kan voor tomaten, is welhaast voor elke sector mogelijk. De mogelijkheden van kleinschalige boeren worden echter altijd onderschat. Terwijl het juist deze boeren zijn die de wereld voeden. Niet de agribusiness.

Intensivering

Wageningen UR echter laat zich voor het onderzoek echter fêteren door een consortium aan agribusinessbedrijven en samenwerkingsverbanden van agromultinationals en dringt aan op intensivering van de landbouw.

De agribusiness is terecht bang de boot te missen. Ze hopen op grote winsten die gepaard gaan met de enorme toenemende vraag naar voedsel in de wereld. Hun grootste angst is uitgespeeld te raken doordat kleinschalige boeren het heft in eigen handen nemen.

Angstvallig maar succesvol weten agromultinationals de aandacht op zich te vestigen. Ze geven miljarden uit om de politiek te sturen, maar vooral; om onafhankelijk onderzoek te smoren en onafhankelijke berichtgeving. Op die manier heeft het bedrijfsleven het wereldvoedselprobleem gekaapt.

Het bedrijfsleven heeft het wereldvoedselprobleem gekaapt

Binnenkort verschijnt mijn essay Smarter Farmers in boekvorm waarin ik uitleg dat Afrika de graanschuur van de wereld kan worden. En dat alle 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN bereikt kunnen worden. Alles wat daarvoor nodig is, is empowerment van kleinschalige boeren door hen toegang te verschaffen tot onafhankelijke informatie.

Wat de wereld nodig heeft is dus een focus op de kleinschalige boer. En niet op het intensiveren van de landbouw, zoals dit onderzoek van Wageningen UR voorstaat.

Wat de wereld nodig heeft is onafhankelijk onderzoek. En onafhankelijke informatie. Dus geen medium dat kritiekloos de boodschap van een gesponsorde Universiteit overneemt.

Lees ook:

Waarom Afrika belangrijker wordt dan het Westen

Over Marc van der Sterren

Marc van der Sterren is agrarisch journalist met speciale aandacht voor internationale landbouw en een focus op Afrika. Check zijn weblog Farming Africa en volg @Farming_Africa voor updates. 

Beeld: © Farming Africa  |  Marc van der Sterren

Mijn gekozen waardering € -

Marc van der Sterren is freelance journalist en blogger. Hij schrijft, fotografeert en maakt radio en tv. Hij is breed geïnteresseerd, met landbouw, natuur en milieu als specialisatie. Hij is de enige agrarisch journalist van Nederland met als specialisatie Afrika. Maar ook is hij ingevoerd in de lokale berichtgeving over politiek-maatschappelijke ontwikkelingen. Zoals de jeugdzorg.