Waarom vordert het niet met de kringlooplandbouw?

Twee jaar geleden presenteerde minister Schouten van Landbouw Natuur en Voedsel het ambitieuze plan om Nederland binnen enkele tientallen jaren Europees koploper te maken in de kringlooplandbouw. Politieke en financiële belangen staan in weg…

In haar visieplan Landbouw, Natuur en Voedsel: Waardevol en Verbonden beschrijft Minister Schouten in 2018 hoe kostenverlaging en productieverhoging in de landbouw hebben geleid tot druk op de leefomgeving. Het Nederlandse landbouwbeleid is ten koste gegaan van biodiversiteit, het milieu, kwaliteit van drinkwater en de aantrekkelijkheid van het landschap. Het gevolg van de gangbare werkwijze: de toekomst van onze voedselvoorziening loopt gevaar.

De oplossing voor deze problemen ligt volgens de minister in de omslag naar kringlooplandbouw. Met kringlooplandbouw bedoelt ze dat er bij de productie van voedsel zo min mogelijk afval vrijkomt, de uitstoot van schadelijke stoffen zo klein mogelijk is en zo min mogelijk grondstoffen en eindproducten verloren gaan. De plannen sluiten aan bij de Europese doelstelling: in 2030 een marktaandeel van biologische producten van 25 procent. Prachtige ambities. Maar wat is ervan terecht gekomen?

‘Weinig’, zegt bioboer Jonnes Jeuken, ‘De invloed van een aantal multinationals is zo groot, dat ze het beleid kunnen dwarsbomen. De kalversector – een schimmige industrie – is hier een goed voorbeeld van.’ Minister Schouten voerde in 2018 het fosfaatrechtenstelsel in. Hierbij wordt het aantal dieren dat een boer heeft en de hoeveelheid mest die ze produceren aan banden gelegd. Door dit fosfaatrechtenstelsel is de veestapel in Nederland iets afgenomen, vooral de jongveestapel is met 30 procent kleiner geworden. Een goede zaak, zou je denken.

Maar in de praktijk betekent het simpelweg dat boeren hun kalveren sneller doorverkopen. De jongveestapel is doorgeschoven naar de kalversector. In deze sector – bijna volledig in handen van één multinational – worden kalveren opgekocht van boeren en in minimaal zes maanden opgefokt voor de slacht. De mest die in deze maanden geproduceerd wordt, wordt zonder problemen afgevoerd. De kalversector is namelijk vrijgesteld van het fosfaatrechtenstelsel…

Bioboer Jonnes Jeuken. ‘Die macht om beleid te omzeilen of dwarsbomen geldt niet alleen voor de kalversector. De invloeden en belangen van multinationals in de hele landbouwsector zijn enorm. Een belangrijke speler is ook de farmaceutische dierenindustrie, want in de gangbare veehouderij worden veel antibiotica gebruikt. Het is vast geen toeval dat minister Schouten in haar duurzame plannen praat over kringlooplandbouw en de biologische landbouw nergens genoemd wordt…’

Inderdaad, het woord ‘biologisch’ valt geen enkele keer in het 21-pagina tellende plan van minister Schouten. Terwijl in de biologische landbouw geen bestrijdingsmiddelen gebruikt worden en boeren actief werken aan het zoveel mogelijk sluiten van de kringloop. Komt het wellicht omdat in de biologische landbouw geen chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, dieren zo min mogelijk antibiotica krijgen en grazers zo veel mogelijk in de wei staan? Feit is dat de grote bedrijven aanzienlijk meer geld verdienen aan de gangbare landbouw…

Ook het onderzoeksprogramma Zembla stuitte op misbruik van macht in het nadeel van de biologische landbouw. Journalisten ontdekten dat conclusies in een belangrijk onderzoek naar biologisch eten afgezwakt waren onder druk van onderzoeksinstituut TNO. In het zogenaamde ‘Kippenexperiment’ werd gekeken naar verschillen in gezondheid tussen kippen die  biologisch voedsel en kippen die gangbaar voedsel kregen. Kippen die biologisch voedsel kregen, bleken een krachtiger immuunsysteem te hebben. Een conclusie was dan ook dat biologische gevoerde kippen mogelijk gezonder zijn.

Arts-onderzoeker Machteld Huber van het Louis Bolk Instituut vertelde aan Zembla dat zij bij de overhandiging van het rapport aan toenmalig minister van landbouw Gerda Verburg in haar toespraak moest zeggen dat geen conclusies getrokken konden worden. Deed zij dit niet, dan zou TNO zich uit het onderzoek terugtrekken en publiekelijk verklaren dat het een waardeloos onderzoek was. TNO werd onder andere gefinancierd door de Rabobank en het ministerie van LNV.

Ex-minister van Landbouw Cees Veerman bevestigde tegenover Zembla de enorme lobby voor de gangbare landbouw: ‘Je spreekt over biologische landbouw versus de gevestigde landbouw. Het is niet alleen maar: jongens, wat is nou het beste, daar zitten financiële belangen achter…’ De invloed van het bedrijfsleven zie je zelfs terug in het lesmateriaal van agrarische hogescholen en universiteiten. Bioboer Jonnes: ‘Ze zetten vooral in op het sturen en bijsturen van gewassen en dat je door bepaalde middelen toe te dienen een grotere opbrengst krijgt.’

In dit complexe geheel van belangenverstrengelingen probeert minister Schouten een omslag naar kringlooplandbouw te realiseren. Want, stelt ze in haar plan: ‘Structurele verandering in de primaire sector is nodig’. Ze wijst daarbij naar boeren die het goede voorbeeld geven: ‘Er zijn gelukkig al veel bedrijven die verandering in de praktijk brengen.’ Ze noemt daarbij expliciet boeren die hun kringloop beter sluiten, veevoer meer lokaal produceren, meer ruimte bieden voor weidegang en de biodiversiteit op hun land verhogen. Ze zegt het niet expliciet, maar tussen de regels door is het duidelijk wie ze bedoelt: de biologische boer.

Ook in Brussel zien ze de noodzaak voor meer biologische landbouw. Eurocommissaris Frans Timmermans wil naar 25 procent biologisch in de sector. Toch lukt het maar niet om de biologische landbouw te laten groeien. Het aandeel biologische boeren in Nederland is klein: slechts 2.115 van de ruim 50 duizend landbouwbedrijven – 4 procent –  werkt biologisch. En het aantal boeren dat overschakelt van gangbaar naar biologisch neemt zelfs af. Schakelden in 2019 nog 124 boeren om, in 2020 waren het er nog maar 96, een terugval van 22 procent.

‘Logisch’, zegt bioboer Leonard Reedijk, ‘Gangbare boeren werken met krappe marges, ze zitten klem: ze kunnen nieuwe, duurzame initiatieven niet zo makkelijk uitvoeren als ze wellicht zouden willen. De financiële druk leidt eerder tot schaalvergroting in de gangbare landbouw. Boeren gaan samenwerken zodat ze grotere machines kunnen aanschaffen en kunnen bijblijven in de technologie wedloop. Die schaalvergroting leidt inderdaad tot efficiënt grondgebruik maar voor de bodem en biodiversiteit is ze niet persé beter…’

Ook bioboer Jonnes Jeuken ziet dat het huidige landbouwklimaat de overstap van gangbaar naar biologisch niet stimuleert. Jonnes: ‘Overstappen van gangbaar naar biologisch is duur. Boeren mogen hun producten de eerste twee jaar nog niet als biologisch verkopen, terwijl ze wel nieuwe machines moet aanschaffen en meer arbeid hebben. Ze hebben die eerste periode hogere kosten en lagere opbrengsten. Je bedrijf omgooien vraagt dus om een flinke investering.’

Om de omslag naar kringlooplandbouw te ondersteunen, zijn er vanuit Europa zogenaamde groene subsidies voor boeren. Maar ook deze subsidies stuiten op tegenwerking. Bioboer Leonard: ‘De subsidies vanuit Brussel stellen steeds groenere eisen. Zo dien je vijf procent van je boerderij te vergroenen, door het aanleggen van bloemenranden en dat soort zaken. Maar er is een grote politieke lobby die zich hiertegen verzet, omdat vijf procent minder oppervlakte om producten te verbouwen ook leidt tot minder omzet…’

Praktisch gezien zitten er ook haken en ogen aan de Europese subsidies. ‘Ze zijn te arbeidsintensief voor de uitkomst’, zegt bioboerin Jara van Rooij. Jara: ‘Subsidies aanvragen kost heel veel tijd. Er zijn zoveel regeltjes en bureaucratische hindernissen… Het is te veel werk voor de uitkomst. Ook zijn de subsidies maar voor kleine onderdelen van het bedrijf. Voor het aanplanten van bomen bijvoorbeeld. Maar een knotwilgje hier of daar heeft weinig impact. Subsidies zouden moeten gaan naar bedrijven met een echt groene werkwijze, niet alleen een klein stukje. Het beleid zou zich moeten richten op bedrijven die in zijn geheel bijdragen aan natuurbehoud.’

Bijdragen aan natuurbehoud is precies wat de biologische landbouw wil. Veel biologische bedrijven zijn hier al actief mee bezig. Zo werk het biologische familiebedrijf van Leonard Reedijk op allerlei manieren aan het sluiten van de kringloop. Leonard: ‘Het varieert van groenteafval doorgeven aan de veehouderij tot actief organische stof terugbrengen in de bodem.´ Zuivelboerin Jara van Rooij zoekt ook doorlopend naar manieren om duurzamer te werken. Jara: ‘Wij gaan bijvoorbeeld de melk direct vanuit de uier verwerken als hij nog warm is. De melk hoeft dan niet eerst gekoeld en daarna weer verwarmd te worden. Dit scheelt energie en zorgt voor een duurzamer maakproces.’

Ondanks de politieke en financiële lobby voor de gangbare landbouw, gaan bioboeren dus onverstoorbaar door met hun bijdrage aan de kringlooplandbouw. Bioboer Leonard: ‘Voor een verandering heb je pioniers nodig, daarna  komen de volgers…’ Ook bioboer Jonnes bekijkt het positief: ‘Gaat het snel genoeg? Nee, natuurlijk niet. Maar er gebeuren dingen en daar gaat het om.’

Die positieve en constructieve houding is kenmerkend voor de biologische sector. In september presenteerde de sector een plan aan minister Schouten om samen te werken naar een gezond, groen, eerlijk en duurzaam landbouw- en voedselsysteem dat zich richt op toekomstige generaties en aansluit bij de plannen van Europese commissie.

Het biologisch stimuleringsplan is samengevat in een aantal praktische punten. Het volledige plan lees je hier. Een aantal belangrijke punten: betere publieksvoorlichting over de betekenis en waarden van de biologische landbouw; afschaffing van BTW op biologische producten; beter zichtbaar maken van de échte kosten van een product, dus ook de verborgen milieukosten; pachtbeleid dat inzet op langdurig en duurzaam grondgebruik; 25 procent van het onderzoekbudget naar de biologische landbouw en voeding.

Punten dus, die daadwerkelijk bijdragen aan verduurzaming en vergroening van onze voedselindustrie. Als we de Europese biologische- en klimaatdoelen willen halen, kunnen we niet anders dan deze plannen zo snel mogelijk uitvoeren. Nu maar hopen dat minister Schouten weerstand kan bieden aan alle politieke en financiële lobby’s…

Bekijk hier het zuivelbedrijf met kaasmakerij van bioboerin Jara van Rooij.
Lees hier hoe de witlof geteeld wordt op het familiebedrijf van bioboer Leonard Reedijk.
Bekijk hier het biologisch dynamische landbouwbedrijf van de familie Jeuken-Krul.

Afbeelding: Infographic Europees Landbouwbeleid voor kringlooplandbouw

 

Mijn gekozen waardering € -

De artikelen van Anne verschenen eerder in tijdschriften en kranten waaronder Fabulous Mama, Viva, Margriet, Linda en NRC Next. Anne is cultureel antropoloog en eigenaar van Uitgeverij 11