Waarom we ons steeds slechter kunnen concentreren (en wat we daaraan kunnen doen)

Tijdens een gesprek even je WhatsApp checken, onder het koken een werkmailtje beantwoorden of tijdens het uitwerken van een verslag vragen van voorbijlopende collegas beantwoorden. We multitasken wat af. Lekker efficiënt, zou je denken. Zo kun je meteen verschillende to-dos tegelijk afstrepen. Maar door al dat schakelen, putten we ons brein uit.

Onze concentratie is er slecht aan toe. Meer en meer mensen verzuchten dat ze vroeger met gemak tientallen pagina’s konden lezen, of langere tijd aaneengesloten bezig konden zijn met een taak. Maar het lukt ze niet meer. Wat is er aan de hand? En belangrijker nog: is er iets aan te doen?

Séverine van de Voorde, klinisch psycholoog en auteur van onder meer het boek Van rush naar rust, schrijft ons gebrek aan concentratie toe aan een combinatie van factoren.

‘We leven in een maatschappij vol prikkels, zowel fysieke als digitale. Er is continu van alles wat onze aandacht trekt. Daardoor ligt onze focus niet op dat waar we ons op zouden willen concentreren. De digitale prikkels zorgen er bovendien voor dat we de hele tijd wisselen tussen taken. Dat belast je brein heel erg.’

Van De Voorde vergelijkt ons brein met een ruiter en een paard. Het emotionele brein, dat diep in de hersenen zit, is het paard. Het reageert wild en onstuimig op alles wat voorbijkomt. Het denkbrein, meer aan de buitenkant van onze hersenen, is de ruiter die alles probeert te beteugelen.

Doordat we zoveel afgeleid zijn, vermindert onze geheugencapaciteit.

Onze ruiter staat zwaar onder druk door alle overprikkelingen. Door multitasken – het wisselen tussen activiteiten -, onvoldoende beweging en ongezond eten verwaarlozen we onze interne ruiter. Met alle gevolgen van dien.

Mark Tigchelaar, psycholoog en auteur van Focus aan/uit  legt uit: ‘Onze concentratie ligt gigantisch onder vuur. We worden gebombardeerd met afleidingen. Het effect daarvan is dat we nergens aandacht voor hebben.’

Hij illustreert dit aan de hand van een voorbeeld. ‘Je gaat naar een kamer om iets te pakken. Eenmaal daar aangekomen vraag je je af wat je daar ook alweer kwam doen.’

Doordat we zoveel afgeleid zijn, vermindert onze geheugencapaciteit, legt Tigchelaar uit. En elke vorm van prikkelverwerking, zowel de leuke als de minder leuke, kost onze hersenen energie.

‘We nemen steeds minder rustpauzes’, zegt hij. Terwijl die momenten hard nodig zijn om onze hersenen weer op te laden.

‘Als jij pauze neemt van werk of studeren, is dat voor je hersenen geen echte pauze. Zij gaan aan de slag om alle indrukken te verwerken. Maar als jij die pauze gebruikt om te scrollen op je telefoon, verleng je eigenlijk je werkdag. Hoe leuk die prikkels op sociale media ook kunnen zijn, je brein moet doorgaan met alle indrukken verwerken. Daardoor houd je uiteindelijk minder brandstof over om nog goed na te kunnen denken.’

‘Het is belangrijk om ‘ontfocustijd’ te hebben. Pas dan kunnen je hersenen de informatie verwerken.’

Maar wat moeten we dan doen? ‘Als je een kenniswerker bent, is het goed om regelmatig een pauze te nemen waarbij je je hoofd niet gebruikt. Als je een telefoon oplaadt, kun je die blijven gebruiken. Bij onze hersenen is dat niet zo.’

Simpele huishoudelijke taken zoals strijken, stofzuigen of de was opvouwen zijn volgens Tigchelaar goede activiteiten om als pauze te gebruiken. ‘Het is prima als je tijdens het strijken aan dingen denkt, dat is zelfs de bedoeling. Je hersenen gaan afdwalen, en je mag dat op z’n beloop laten.’

Ook Van De Voorde benadrukt hoe belangrijk het om regelmatig pauze te nemen. ‘Voordat iets in je langetermijngeheugen komt, moet het verwerkt worden door je kortetermijngeheugen. Om die overgang te maken, is het allereerst belangrijk dat je de dingen bewust en met aandacht doet. Maar het is ook belangrijk om ‘ontfocustijd’ te hebben. Pas dan kunnen je hersenen de informatie namelijk verwerken.’

Van De Voorde heeft nog wat andere suggesties om te kunnen ontfocussen. ‘Doe bijvoorbeeld een kort dutje overdag. Of ga wat naar buiten staren of dagdromen. Daardoor laat je je brein even alle kanten op gaan.’ Vergelijk het met tussendoor de prullenbak van je computer legen. Zo ontstaat er weer een beetje meer opslagruimte die benut kan worden.

‘Een andere route naar je werk lopen zorgt ervoor dat er nieuwe verbindingen aangemaakt worden in de hersenen’

Kunnen we ons geheugen ook actief verbeteren, bijvoorbeeld met geheugenspelletjes? Dat valt tegen. Beide experts benadrukken dat je daarmee alleen de vaardigheid van het spelletje leert. Je geheugen zelf zal er niet door verbeteren. Tigchelaar: ‘Als je veel sudoku’s doet, zul je goed worden in sudoku’s maken, maar je geheugen heeft er verder niets aan.’

Wat wel kan helpen: nieuwe dingen leren. ‘Muziek luisteren die je nog niet kent, een taal leren, nieuwe ervaringen opdoen. Dat zijn bij uitstek manieren om je langetermijngeheugen sterker te maken’, zegt Van De Voorde. ‘Ook een andere route naar je werk lopen zorgt ervoor dat er nieuwe verbindingen aangemaakt worden in de hersenen, en dat komt je geheugen ten goede.’

Kortom; probeer het aantal prikkels te verminderen, doe de dingen met aandacht en vooral: stop met multitasken. Om ons brein sterker te maken doen we er goed aan regelmatig pauzes te nemen. Door het leren van nieuwe vaardigheden, of de dingen op een andere manier te doen, maken onze hersenen nieuwe verbindingen aan, wat ons brein sterker maakt.

Dit artikel verscheen eerder in het Nederlands Dagblad.

Mijn gekozen waardering € -

Het liefst schrijf ik over mensen, met altijd deze vraag in mijn achterhoofd: waarom doen we wat we doen?