Waarom zwevende kiezers deze verkiezingsspotjes maar beter niet kunnen bekijken

Politieke partijen zouden tegenwoordig een permanente verkiezingscampagne voeren. Aan de tenenkrommende campagnefilmpjes is dat niet af te zien.

CDA (40 seconden)

Wat heeft Sybrand Buma, toch zo’n aardige en bij vlagen zeer humoristische man, ooit misdaan om zo’n wanstaltig slecht filmpje te verdienen? Het is de zomer van 1974. Op het strand haalt het jongetje Sybrand een ruziënde Geert en Mark uit het elkaar, die later allebei Prins Carnaval willen worden. “Ik wil later premier worden en het land besturen,” zegt het kereltje zonder een spoortje ironie. Je zou bijna denken dat het filmpje gemaakt is door de PVV en de VVD om Buma belachelijk te maken. Vijf jaar geleden stond Buma ook al voor schut. Als leider van een gezinspartij dekte hij in z’n eentje de tafel en fietste moederziel alleen langs ’s heren wegen. Op 15 maart weten we of ook voor Sybrand Buma geldt dat slechte publiciteit beter is dan geen publiciteit.

PVV (2:50)

De openingsbeelden en de muziek van het PVV-spotje doen even denken aan de documentaires van de EO en de VPRO over natuur en cultuurhistorie in Nederland. Geert Wilders presenteert de PVV als de partij die Nederland beschermt tegen vermaledijde elites uit binnen- en buitenland. Want Nederland is “het enige land dat we hebben”. Dat geldt natuurlijk niet voor ruim een miljoen Nederlandse ingezetenen met een dubbel paspoort, maar onder die groep zal de PVV toch niet veel stemmen trekken. De Britten en de Amerikanen “deden het” en Geert Wilders wil het ook doen, al blijft onduidelijk wat precies. Bedoelt hij het beschermen van “unieke” tradities, zoals Zwarte Piet, paaseieren en kerstbomen? Grimmig wordt het pas aan het einde, als Wilders zegt dat de bevolkingsomvang van Afrika zal verviervoudigen en dat veel van die nieuwe Afrikanen naar Nederland zullen komen. Qua toon is het een gematigd filmpje, voor PVV-begrippen althans, niet in de laatste plaats omdat Wilders nu eens niet fanatiek en verbeten in de Kamermicrofoon bitst, maar rustig de voice-over inspreekt.

VVD (36 seconden)

De VVD is de enige partij die zich in haar spotje afzet tegen een specifieke politieke tegenstander, namelijk de PVV. Die partij heeft haar verkiezingsprogramma niet laten doorrekenen en dat is “altijd lachen”. Helaas valt er weinig te grinniken om het kinderachtige animatiefilmpje waarin CPB-berekeningen moeten bewijzen dat Nederland er met de VVD op alle fronten op vooruitgaat, terwijl je met de PVV niet weet waar je aan toe bent. Voor een liberale partij die niet gelooft in economische planning leunt de VVD in dit filmpje wel erg zwaar op rekenmeesters. Mark Rutte, per slot van rekening de minister-president, is nergens te bekennen.

PvdA (0:45)

“Wij begint bij mij” is de verwarrende slogan van een braaf filmpje dat uit de koker van Postbus 51 lijkt te komen. Gelukkig voor de PvdA zien we halverwege toch even de bekende kruin van Lodewijk Asscher. En natuurlijk duikt de “betrokkenheid” op, dat lelijke seculiere synoniem voor naastenliefde. De boodschap: we zijn bijna allemaal gelukkig en de mensen die niet gelukkig zijn vanwege ziekte of werkloosheid omarmen we met het wij-gevoel, want het wij-gevoel maakt gelukkig. Tja. Ondertussen zien we beelden van Maxima en Alexander, juichende sportliefhebbers en kussende homo’s. Is dit het progressief patriotisme? Het is eerder een slechte versie van ’15 miljoen mensen’.

GroenLinks (4:07)

Ook bij GroenLinks draait het om mij; wij komt veel minder aan bod. “Wat gaan onze plannen jou concreet opleveren?” vraagt Jesse Kalver, waarna hij in een inhoudelijke maar tamelijk lange video uitlegt wat zijn partij voor mij in petto heeft. Er wordt “eerlijk” gedeeld en de inkomensverschillen worden kleiner, maar Jesse Klaver begint bij jou en blijft bij jou. Waarom staat hij als een mislukte Hollandse rapper soms zo vreemd met zijn handen te zwaaien? Af en toe (0:34 en 2:44) zit er een vast lollig bedoeld maar storend fragment in van een of twee seconden. Hopelijk probeert Klaver bij de televisiedebatten wat minder nadrukkelijk grappig te doen.

D66 (0:15)

Alexander Pechtold onderstreept in dit filmpje het belang van goede zorg, werk en onderwijs. Meer valt er niet over te zeggen, want toen waren de 15 seconden al voorbij. Geen wonder dat Pechtold na Wilders de meeste volgers op Twitter heeft; bondigheid lijkt zijn tweede natuur te zijn.

ChristenUnie (1:28)

We zien Gert-Jan Segers in een winkelstraat vertellen waarom zijn programma zo goed is zonder dat we iets over het programma te weten komen. Als Gert-Jan Segers niet in beeld is, zien we mensen in een zaaltje die bladeren door een ringbandje. De ChristenUnie maakt zich sterk voor het “verkleinen van verschillen” en het “vergroten van vrijheid”. Misschien een loffelijk streven, maar het verkleinen van verschillen kan ten koste gaan van onze vrijheid. Over dat spanningsveld horen we helaas niets.

Op YouTube zijn politieke partijen op sterven na dood

Politieke partijen hebben allemaal hun eigen kanaal op YouTube. Stuk voor stuk leiden die een zieltogend bestaan. De PvdA en de VVD hebben ieder zo’n duizend abonnees en GroenLinks telt ondanks de veelgeroemde frisheid van Jesse Klaver minder dan tweeduizend belangstellenden. Politici belijden met de mond het belang van internet, maar voor het gros van de Nederlandse politici staat internet gelijk aan Twitter. Bloggen, filmen of podcasten bungelen er een beetje bij, hoewel jonge zwevende kiezers zich voornamelijk via sociale media zouden informeren over politiek en zijn afgehaakt bij de traditionele media. Het blijft moeilijk te begrijpen waarom politieke partijen zo veel tijd en energie steken in het schrijven van veel te dikke verkiezingsprogramma’s, terwijl een aantrekkelijke visuele presentatie van de inhoud geen enkele prioriteit heeft. Met deze erbarmelijke spotjes bewijzen politieke partijen zichzelf en de kiezer een slechte dienst.

Mijn gekozen waardering € -