Wat is er mis met dik?

Dik is ongezond. Dik is lelijk. Dik is duur. En, de meest pijnlijke: dik is eigen schuld, dikke bult. Maar wat is er eigenlijk mis met dik? En wie zegt dat die dunne lat wél gezond is?

Dik zijn en de worsteling daarmee is nog altijd een schande. Dat is opmerkelijk, gezien het aandeel zwaargewichten in de maatschappij. Inmiddels heeft volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek 46 procent van de volwassen Nederlanders overgewicht, dus van een uitzondering kun je niet meer spreken.

Met de groeiende schare dikkerds groeit evenwel de aandacht voor het probleem. Maar wat is het probleem eigenlijk? Van ‘gewoon’ dik ga je doorgaans niet eerder dood, in tegenstelling tot wat velen denken. Sterker nog: demograaf Mieke Reuser constateerde in een promotieonderzoek dat een beetje dikkerd zelfs langer leeft. Roken of een laag opleidingsniveau hebben een veel grotere impact op de levensverwachting dan veel vet.

Dikke mensen hebben wél vaker klachten, zoals suikerziekte of hartproblemen. En daar wringt de schoen natuurlijk. Ongezonde dikke mensen leiden een oncomfortabel leven en zijn dure klanten voor de samenleving.

Er is een complete industrie ontstaan rondom de dikke medemens

Dat laatste nuanceren wetenschapsjournalisten Asha ten Broeke en Ronald Veldhuizen in hun boek Eet mij, de psychologie van eten, diëten en te veel eten. Drie miljard per jaar zou overgewicht kosten, omgerekend zo’n 500 euro per dikkerd. Best veel, maar het valt in het niet bij de 8 miljard euro die sportblessures ons volgens de auteurs per jaar kosten.

Big Business

Tegenover de sportblessures staat de gezondheidswinst die sporten ons als maatschappij oplevert, zou je tegen deze nuancering kunnen opwerpen. Maar tegenover de kosten van overgewicht (ziekteverzuim, ziektekosten, behandelingen), staan de grote inkomsten. Want dat wordt nog wel eens vergeten: het vetprobleem is big business. Pillen, poeders, drankjes, dieetproducten, maaltijdvervangers, voedingssupplementen, consulenten, klinieken, artsen, chirurgen, coaches… Er is een complete industrie ontstaan rondom de dikke medemens, doordesemd met veelbelovende (merk)namen als Obesigard, Slimflash, Previtas, NachtSlank, Newfigure, Ultrashape, Make it Easy…

Zoveel kilo’s overgewicht als we meesjouwen, zoveel diëten lijken er te zijn. Goed voor de dieetindustrie, maar overbodig. Want is het ene dieet echt beter dan het andere? Vraag het de wetenschap en het antwoord is ontnuchterend: elk dieet werkt, maar slechts voor even!

Tot die conclusie kwam de Amerikaanse psycholoog Traci Mann die een groot aantal wetenschappelijke studies naar diverse diëten bestudeerde. Gemiddeld genomen zorgden de diëten ervoor dat de proefpersonen slechts iets meer dan een kilo blijvend wisten kwijt te raken. Na twee jaar woog maar liefst 83 procent uiteindelijk meer dan voor het dieet. En na vijf jaar gaf de weegschaal bij de helft van de deelnemers meer dan vijf kilo méér aan dan voorheen.

Een extra bonus als dank voor het afzien. Want zo weten we inmiddels: het lichaam zet zichzelf tijdens het ‘hongeren’ op de spaarstand en slaat wat er nog wel binnen komt extra goed op. Hoogleraar psychologie Denise de Ridder noemt lijnen dan ook ‘het beste recept voor overgewicht’.

Steeds weer afvallen en aankomen is bovendien niet gezond, zo blijkt uit diverse onderzoeken. En dan hebben we het nog niet over het effect op je zelfbeeld. Dat jojoot vaak vrolijk mee: van trots naar zelfverachting en terug.

Onhaalbare dagregimes

Toch blijven we massaal de dieetindustrie spekken. We geloven maar al te graag dat het niet aan onszelf ligt dat het niet gelukt is om blijvend slank te blijven. Nee, dat kwam door de plakken ontbijtkoek en onhaalbare dagregimes. Of het lag aan die bewerkelijke menu’s van Dr. Frank. Of aan die vieze shakes van Modifast. Telkens weer staat een nieuwe goeroe op die een nieuwe magische eetwijze promoot: zonder moeite, zonder honger en met een slanke taille wachtend aan de horizon. Dit keer gaat het wél lukken.

Ben je te dik, dan blijf je te dik

En anders ben je een lamlendige slappeling. Lui, gulzig en zonder ruggengraat. Zo ongeveer wordt er gedacht. Of denkt in ieder geval de dikkerd, dat de dunnerd denkt. Wat bijdraagt aan het nationale geloof in de ‘eigen schuld, dikke bult’-gedachte en het idee dat het iedereen met een beetje inzet wél lukt om af te vallen, is de beeldbuis. Haast gênant slanke presentatrices en coaches vertellen in alvalprogramma’s als Obese de zwaardere medemens wat er fout is gegaan en hoe het anders kan.

Voer voor verdere stigmatisering, zou je zeggen. Of is het toch een bijdrage aan de bewustwording dat het verstandig is gezond te eten? Hoogleraar gezondheidsethiek Inez de Beaufort  betwijfelt of kijkers hierdoor ‘meer groente gaan eten’. ‘Het wordt snel een soort leedvermaak. De gretigheid waarmee wij andermans bijzonderheden verorberen, heeft iets macabers.’

‘Ben je te dik, dan blijf je te dik’ constateert auteur Asha ten Broeke, ervaringsdeskundige, nuchter. ‘Een paar procent van de dikkerds lukt het misschien om blijvend afgevallen. Maar hun hele leven staat in het teken van slank blijven. Ik zou zo niet willen leven.’

Stigma

De Beaufort kent het stigma dat aan zwaardere mensen kleeft. ‘Ze worden gezien als ongedisciplineerd, als slapjanussen die zich niet kunnen beheersen.’ Ze vindt dat de aanhangers van de ‘elk pondje gaat door het mondje’-gedachte verkeerd en naïef naar dikke mensen kijken. ‘Zo simpel is het allemaal niet. De oorzaken van overgewicht zijn heel gecompliceerd en zeker niet alleen bij het individu neer te leggen. Het denken in termen van “eigen schuld, dikke bult”, vind ik ethisch een aanfluiting.’ Ze verbaast zich over het gemak waarmee mensen denken zich met anderen te kunnen bemoeien en vertelt over de dikke vrouw die op straat van volstrekt onbekenden opmerkingen krijgt als ze een ijsje eet. ‘Dat is toch te gek om los te lopen. Straks word je nog in het cachot gestopt voor openbare obesitas.’

Het risico van verdere stigmatisering betekent voor De Beaufort niet dat je ‘dan maar moet zwijgen over overgewicht’. ‘De boodschap dat je iets aan overgewicht kunt doen, is op zich geen verkeerde boodschap. Zeker niet als die wordt geuit vanuit een zorg om de gezondheid.’ Maar zij zou graag zien dat de bredere boodschap dat je gezond moet leven niet zo expliciet aan overgewicht wordt gekoppeld.‘De politiek moet algemener gaan sturen op een gezonde samenleving,’ in haar ogen kansrijker dan een ‘opgeheven vinger naar het individu.’

Gezond

Ook de Obesitas Vereniging zou graag zien dat het die kant op ging. ‘De focus moet van gewichtsverlies naar gezondheidsbevordering’, vindt Susanne Kruizinga. ‘Dik zijn zegt namelijk niets over je gezondheid. Dunne mensen kunnen ook ongezond zijn.’

Dat is een tegengeluid dat hoogleraar gezondheidsethiek Inez de Beaufort graag vaker zou horen. ‘De een werkt te hard, de ander rookt, een derde doet aan onveilige seks. Wie zegt dat die dunne lat wél gezond leeft?’

Auteurs van De laatste Paling zijn: Rineke van Houten en Annemarie Geleijnse

Mijn gekozen waardering € -

De Laatste Paling bestaat uit Annemarie Geleijnse en Rineke van Houten. Ze duiken in de wereld achter ons eten, zetten het mes in voedselhypes en fileren marketingpraat. Van hun hand verscheen de bundel De laatste paling - sterke verhalen over ons eten. Ze publiceren ook in Vrij Nederland, de Volkskrant, de Correspondent en de Consumentengids.