Wat Nederland verliest als de kraamzorg instort

De grootste kraamzorgorganisatie van Nederland kampt met acute financiële problemen, de rest lijdt bijna allemaal verlies. En er staat veel meer op het spel dan dat beschuitje.

“Ze sliep al vijf nachten niet meer,” vertelt kraamverzorgende Astrid van Schaick. “En ze raakte los van de realiteit. Ineens zei ze: ‘Kom we gaan even lekker samen boodschappen doen,’ terwijl ze amper kon lopen vanwege de hechtingen. En toen begon ze ook nog heel onsamenhangend te praten.” De 53-jarige rot in het vak heeft het over de jonge moeder bij wie ze deze voortekenen van een postpartum psychose opmerkte. Gelukkig kon ze op tijd psychische hulp organiseren.

Ze herinnert zich ook nog die moeder die een paar uur nadat de verloskundige langs was geweest ineens een gevoelige baarmoeder en verhoging kreeg. “Ik vermoedde een baarmoederinfectie, en dat bleek later ook zo te zijn. Als niemand dat in de gaten heeft, kan dat uitlopen op een bloedvergiftiging. Daar kun je dood aan gaan.”

En dan was er nog die ene baby die maar geel bleef zien. Van Schaick gaf het aan bij de verloskundige. En nog een keer. En nog een keer. “Want hoe langer je wacht, hoe groter de gevolgen,” vertelt ze. “Er kan zelfs schade aan de hersenen ontstaan. Als kraamverzorgende ben je de ogen en de oren van de verloskundige. Want die is er niet de hele kraamweek bij natuurlijk.”

Onder druk

Van Schaick blijft maar voorbeelden putten uit haar ruim 20 jaar ervaring als kraamverzorgende. Niet alleen zij, maar ook haar collega’s maken van alles mee. Zoals haar collega Diny die een baby reanimeerde. Zelf wil die er liever niet over praten, dus mag Van Schaick haar verhaal vertellen. “Het jongetje verslikte zich tijdens het voeden, liep paars aan, en stopte met ademen. Diny liet de moeder 112 bellen, maar begon zelf met reanimeren. Als zij er niet was geweest had hij niet meer geleefd.” We hebben allemaal wel een keer het verschil gemaakt, zegt Van Schaick. “Soms is dat heel indrukwekkend, soms is het meer ‘het voorkomen van’.”

Toch staat deze – in de wereld unieke – vorm van zorg na de bevalling financieel behoorlijk onder druk. Deze week vroeg Zorg in Nederland, de grootste kraamzorgorganisatie van Nederland, voor de tweede keer om financiële hulp bij de zorgverzekeraars om de ruim 1400 medewerkers hun salarissen te kunnen betalen. In januari sprongen de zorgverzekeraars al bij, of zij dat in februari nogmaals doen is nog niet zeker. In juni 2019 luidde de brancheorganisatie al de noodklok omdat bijna alle kraamzorgorganisaties verlies zouden draaien, en er hogere tarieven noodzakelijk zouden zijn. Inmiddels doet de Nederlandse Zorgautoriteit een kostenonderzoek, dat moet leiden tot nieuwe tarieven in 2021.

Te bescheiden

Bescheiden als ze vaak zijn, brengen kraamverzorgenden doorgaans niet naar buiten wat ze allemaal betekenen voor moeder en baby. Maar eigenlijk zouden ze dat wel moeten doen, vindt Marie-Pauline van der Ven, directeur van het Kenniscentrum Kraamzorg (KCKZ). Volgens haar wordt de kraamzorg enorm onderschat, ook door veel politici. “Wie op kraamvisite gaat, ziet een kraamverzorgende die thee en beschuitjes brengt. Dat geeft een vertekend beeld.” “Of we worden puur als schoonmaakster gezien,” zegt Ellie Kalkman, die coördinator is bij Kraamzorg Madelief in de Hoeksche Waard. “Dan liggen er briefjes op tafel met de schoonmaakspullen ernaast.” Sommige huishoudelijke taken horen inderdaad bij ons werk, legt Kalkman uit. “Maar die hebben altijd een hoger doel. Wij maken niet het toilet schoon, wij voorkomen een infectie. Wij zijn geen roomservice, wij zorgen dat de moeder gezond eet. Of wij doen een klusje of een boodschapje, zodat vader ook even kan bijslapen. Zo moet je dat zien.”

Alle 9500 kraamverzorgenden in Nederland zijn opgenomen in een kwaliteitsregister. Ze zijn verplicht om zich regelmatig bij te scholen. “Het zijn professionals,” zegt Van der Ven. “Ze maken de thuisbevalling mogelijk, want daarbij assisteren ze de verloskundige. In de kraamperiode signaleren ze vroegtijdig risico’s, problemen en complicaties bij moeder en baby. En ze hebben een grote rol in het laten slagen van de borstvoeding. Bovendien verblijven ze als enige zorgverlener intensief achter de voordeur van vrijwel elk Nederlands gezin, waardoor zij mogelijke andere problemen, zoals kindermishandeling en huiselijk geweld, bespreekbaar kunnen maken en zo nodig de juiste hulp in kunnen schakelen.”

Juist voor kwetsbare vrouwen is de kraamzorg heel belangrijk, zegt Hiske Ernst, die bij het Erasmus MC het project ‘De beste start voor de kwetsbare kraamvrouw en haar kind’ leidt. “Iemand die in huis komt, ziet hoe het gaat daar en het vertrouwen kan winnen, kan een grote steun zijn voor een vrouw die veel problemen heeft. Ondanks die problemen, willen deze vrouwen ook het allerbeste voor hun kindje. Ze willen het goed doen, maar weten niet altijd hoe. Dan is het fijn als er iemand is die ze daarin kan begeleiden.”

Kritische observaties

Jacqueline Dorscheidt, directeur van Kraamzorg De Waarden, ziet al bijna twintig jaar dagelijks welk belangrijk werk de kraamzorg doet. “Met name op preventief gebied.” Daar was lange tijd geen wetenschappelijke onderbouwing voor, zegt ze. “Toen in 2014 de discussie ontstond of kraamzorg wel thuishoorde in het basispakket, hebben we bij De Waarden onderzoek gedaan naar welke kritische observaties onze kraamverzorgenden in een gezin deden. Dat zijn situaties waarin de kraamverzorgende contact opneemt met een andere zorgverlener omdat de gezondheid van de moeder of de baby in gevaar dreigt te komen. Dit bleek in 56% van de gezinnen zo te zijn. Die uitkomst heeft zelfs óns verbaasd.” Vervolgonderzoek in een groter verband wees hetzelfde uit. Volgens Dorscheidt kun je er niet vanuit gaan dat als er geen kraamzorg zou zijn mensen zelf wel de nodige hulp inschakelen. “Ouders hebben zelf vaak niet op tijd of helemaal niet door wat er aan de hand is,” zegt Dorscheidt. “Vooral niet als het hun eerste kind is.”

Wat dat betreft had Marjolein Streur het geluk dat ze al twee keer in Nederland was bevallen toen ze in 2013 van haar jongste dochter beviel in een ziekenhuis in Londen, waar ze destijds in de buurt woonde. “Tijdens de bevalling was de zorg perfect, maar daarna werden we direct losgelaten.” Eenmaal thuis werd haar dochter ziek. “Dat zo’n kleine baby geen verhoging mag hebben, überhaupt dat je de temperatuur regelmatig moet meten, wist ik gelukkig van de kraamzorg uit Nederland. Ze gedroeg zich ook anders, dronk slecht. Al mijn moederinstinctbellen gingen af.” De man van Streur bracht hun dochter naar het ziekenhuis, waar bleek dat ze een neonatale hersenvliesontsteking had. “Toen trad de zorg gelukkig weer optimaal in werking. Het is goed afgelopen met haar.” Streur weet niet wat er gebeurd zou zijn als ze geen ervaring met baby’s had gehad. Haar Britse vriendinnen werden in de kraamtijd geholpen door familie en belden voor ieder wissewasje de huisarts. “Die vielen van hun stoel toen ik vertelde over de Nederlandse kraamzorg.”

De situatie in die Nederlandse kraamzorg mag geen drama worden uit het rijtje van ‘hij stond erbij en hij keek ernaar’, zegt PvdA-kamerlid John Kerstens op zijn Facebookpagina. Hij vroeg daarom vorige week een spoeddebat met minister Bruins aan, dat zal plaatsvinden op donderdag 13 februari. “Er moeten snel oplossingen komen,” vindt Van der Ven van het Kenniscentrum Kraamzorg. “Als er geen kraamzorg zou zijn, ga je grote gezondheidsrisico’s lopen. Vrouwen zullen langer in het ziekenhuis blijven en eenmaal thuis zullen ze vaker een beroep doen op de huisarts, de verloskundige of de gynaecoloog. De zorg in zijn geheel wordt dan alleen nog maar duurder.”

Mijn gekozen waardering € -