Werk wordt eindelijk teruggebracht tot de essentie: productie!

De kloof tussen alfa’s en bèta’s lijkt zienderogen te groeien. Zeker bij organisaties die in een ‘verandering’ zitten. En dat zijn er nogal wat. Werknemers moeten ‘digitaler’ worden en dat lijkt de bèta’s beter af te gaan. Ze hebben in ieder geval een voorsprong, want digitaler werken betekent in veel gevallen procesmatiger en daar houden ze van.

Zo zijn er bij het Agile werken tijdgebonden sprints, waarbij gekeken wordt of gestelde doelen gehaald worden. Dagelijks wordt dit gemonitord in een stand-up, waarbij de teamleden aangeven wat ze nog nodig hebben van elkaar om het doel te bereiken. Die meetings gaan in hoog tempo. Geen gelul eromheen, maar to the point. De scrummaster, die de stand-up leidt, berekent na afloop van de totale sprint de velocity van het team.

Digitale professionals zijn niet per definitie de medewerkers met de meeste nullen en enen in hun dna

Alfa’s moeten hieraan wennen. Aan de stiptheid van de stand-up, de korte lijnen en het directe van het proces. De bèta’s excelleren vooral door het verdwijnen van alle schijnbaar onnodige communicatie. De salesmanager die omslachtig wil uitleggen hoeveel prospects hij in de pijplijn heeft, wordt direct teruggefloten. Hoeveel heb je verkocht? Werk wordt eindelijk teruggebracht tot de essentie: productie! 1-0 voor de beta’s zou je kunnen zeggen.

Maar na de eerste klap geïncasseerd te hebben, lijken de alfa’s terug te komen. Een andere werkwijze is nog geen daadwerkelijk digitaal veranderen en bovendien kunnen organisaties het niet maken om pakweg de helft van hun medewerkers hoofdpijn te bezorgen met allerlei Engelse termen die hen als Chinees in de oren klinken.

Om daadwerkelijk als organisatie te veranderen, heb je digitale mensen nodig en dat zijn niet per definitie de medewerkers met de meeste nullen en enen in hun dna. Eisen die worden gesteld aan de digitaal competente mens, zijn compleet anders dan aan de traditionele werknemer. In de oude economie houden mensen kennis vast, want dat geeft een machtig gevoel van ‘mijn werk is onmisbaar’. Maar een digitaal mens gedraagt zich neutraler, kijkt naar het grotere belang en deelt zijn kennis.

Het eindoordeel voor een digitale organisatie ligt bij de klant en niet langer in interne processen, zoals functionerings- en salarisgesprekken. Het gaat erom of de klant tevreden is. Geef hem daarom ook een plek in de stand-up. Dat maakt die dagelijkse meeting gelijk weer een beetje spannender. En dan hebben alfa’s en bèta’s elkaar weer nodig, want aan wie is het klantcontact toebedeeld? Juist aan de salesmanager die zo lekker kan lullen! 1-1

Mijn gekozen waardering € -

Ruud Poels schrijft over veranderingen die hij ziet in de nieuwe economie. Hoe vinden mensen en organisaties daar hun weg in? En worden we er gelukkig van?