Wind, hagel, sneeuw en twee winnaars van één Luik-Bastenaken-Luik

De onder winterse omstandigheden verreden Luik-Bastenaken-Luik van 1957 kent een unicum: na afloop van de race worden twee wielrenners tot winnaar uitgeroepen.

Komende zondag klimmen de renners weer in de pedalen voor de wielerklassieker Luik-Bastenaken-Luik. De meteorologen verwachten prachtig weer: 23 graden en zonnig. Dat is wel eens anders geweest.

Op 5 mei 1957 is het koud. Er hangt die ochtend al voor de start een ijzige mist en daarom besluiten veel renners er de brui aan te geven. Er blijven 135 coureurs achter in het warme hotel. Uiteindelijk gaan er toch nog 107 renners van start.

De eerste paar uur koersen de renners in ijskoude regen. Die vriesregen gaat dan geleidelijk over in sneeuw. Terwijl heuvels steeds witter worden, wordt het zicht steeds slechter. Het publiek langs de weg bestaat slechts uit enkele triest kijkende koeien die in de wei staan te bibberen.

Terug naar 1919

Na La Roche zijn er van de 107 renners al 51 afgestapt. De oudsten onder hen kennen de verhalen over de ijskoude Luik-Bastenaken-Luik van 1919: twee uur lang wordt de race stilgelegd om de renners van een warme maaltijd te laten genieten. Slechts 6 doorzetters bereiken dan in de vallende nacht de finish. Er is geen enkele toeschouwer bij de aankomst. De Luikenaren lezen de naam van de winnaar pas de volgende dag in de krant.

In mei 1957 is het allemaal niet veel beter. Na 77 kilometer koers ontsnapt een groepje van zes renners aan de greep van het peloton. Na de ravitaillering bij Houffalize, waar de organisatie op het idee is gekomen de bidons met warme dranken te vullen en de inhoud van de proviandzakken te verdubbelen, gaan de elementen pas echt goed tekeer. Hagel en wind geselen de renners. Af en toe breekt er een flauw zonnetje door, maar dat brengt weinig soelaas. De renners trappen door op de automatische piloot, afwezig voor zich uitstarend.

Een spelbrekende spoorwegboom

Dan komt de beslissende wending in de koers. De spoorwegboom bij het gehucht Cierreux gaat naar beneden, net op het moment dat enkele renners – waaronder de Belg Germain Derycke – uit het peloton zijn ontsnapt. Het groepje bestaat verder uit twee Italianen en een Fransman. De twee Italianen en de Fransman springen zonder een moment van twijfel over de slagboom, want dat is in Frankrijk en Italië toegestaan. Maar niet in België! Derycke aarzelt even, maar volgt uiteindelijk toch. De achtervolgers moeten twee minuten wachten voor een passerende goederentrein.

Derycke weet zijn medevluchters – die uiteindelijk allemaal op grote achterstand binnenkomen en niet meer meestrijden om de ereplaatsen – van zich af te schudden en rijdt alleen op de finish af. Hij wint met 2, 46 minuten voorsprong op de nummer twee, landgenoot Frans Schoubben. Daarna worden de achterstanden enorm en slechts 27 helden volbrengen de helse koers.

Klacht en twee winnaars

Schoubben dient echter een klacht in bij de organisatie vanwege het voorval bij de spoorwegovergang bij Cierreux. Derycke bekent direct schuld: ‘Het is waar. Er was geen controle. Ik kreeg de zenuwen. De andere drie waren er ook overheen gesprongen. Ik ben ze achterna gegaan…’

De nobele Derycke komt zelf met een oplossing. Hij neemt daags na de koers zijn pen ter hand en suggereert de wedstrijdjury per brief om Schoubben ex-aequo als eerste te klasseren. Deze elegante geste wordt door de wedstrijdleiding overgenomen: ‘Onder buitengewone omstandigheden nemen wij buitengewone maatregelen’, aldus juryvoorzitter Arnold Standaert.

Na een bijna wanhopige strijd tegen de elementen en een spelbrekende spoorboom, kent Luik-Bastenaken-Luik in 1957 zo twee tevreden Belgische winnaars.

Mijn gekozen waardering € -

(Sport)historicus en journalist.