Wooncrisis van de derde levensfase: er zijn 28 duizend wachtenden voor u

De woningmarkt onbegaanbaar terrein? Ook steeds meer ouderen met een kleine beurs kunnen erover meepraten. Het verzorgings- of verpleeghuis, waarop ze min of meer zijn aangewezen, geldt voor velen als rampscenario, nog los van het feit dat het aantal plekken ook daar steeds beperkter is. Wie een alternatief kiest, zoals dat van de landelijk oprukkende Knarrenhof, belandt met 28 duizend anderen op een wachtlijst.

Liedeke Reitsma (68) heeft een boel meegemaakt. Aan de keukentafel van haar woning op de Knarrenhof in Zwolle vertelt ze, tijdens een korte pauze tussen het ramenlappen door, over wat er allemaal gepasseerd is. Maar de journalist moet het maar niet opschrijven. Nou ja, dat het taai was om door het vroege overlijden van haar man de kinderen in haar eentje op te voeden, dat mag er wel in. Ze stond er helemaal alleen voor, en dat was hard werken.

Het ideale huis
Op een dag – de kinderen waren inmiddels lang en breed het huis uit – zat Liedeke in haar flatje in Stadshagen na te denken over de rest van haar leven. Hier, in deze Zwolse Vinex-wijk, wilde ze niet oud worden, wist ze. En onder geen beding zou ze naar een verpleeg- of bejaardentehuis gaan. Verschrikkelijk vond ze dat, dan kon ze beter meteen maar in het Zwarte Water springen. Maar wat wilde ze dan wél? Dat wist ze wel ongeveer. Een klein betaalbaar huisje met een tuintje in een groene omgeving, een beetje aanspraak van buren. Maar waar vond ze zoiets?

In de Zwolse Vinex-wijk Stadshagen wilde Liedeke niet oud worden. En onder geen beding zou ze naar een verpleeg- of bejaardentehuis gaan

Financieel had Liedeke weinig te makken. Door de loop van haar leven had ze geen vermogen op kunnen bouwen. Voor mensen als zij restte er op een dag weinig anders dan het door velen gevreesde verpleeghuis.

Toen kwam Peter Prak in beeld. Als gebiedsontwikkelaar had hij de ontwikkeling van meerdere Vinex-wijken met duizenden woningen begeleid. Hij stond op een kruispunt in zijn leven; de kennis die hij op vlakken als ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling had opgedaan, wilde hij nu maatschappelijk gaan inzetten. Hoe precies, dat wist-ie nog niet.

Door het contact met Liedeke in Stadshagen werd dat duidelijk. ‘Waarom doet de gemeente Zwolle niks voor mensen als ik?’, vroeg ze hem. Prak hoorde haar helemaal uit. Hoe zou haar ideale huis er dan wel niet uitzien? Hoe groot moest het zijn? In wat voor soort omgeving wilde ze wonen? Over welke voorzieningen moest het huis beschikken, en wat zouden ideale buren zijn?

Er lopen in Nederland veel Liedekes rond
Het blijken achteraf de eerste potloodstrepen van Plan Knarrenhof. Want wat Prak op dat moment al stellig weet: er lopen in Nederland heel veel Liedekes rond.

Begin 2018 nemen de eerste bewoners in Zwolle hun intrek in 48 gloednieuwe koop- en huurwoningen in de eerste twee Knarrenhofjes van Nederland. Een Knarrenhof is – nomen est omen– een hofje voor senioren. Maar niet zomaar een hofje, legt Prak uit. “Daar waar reguliere projectontwikkelaars in vergelijkbare situaties uitsluitend óf koop- of sociale huurwoningen bouwen (want makkelijker en sneller), staan ze hier als hagelslag gestrooid door elkaar heen. Waar bewoners normaliter een koop- of huurcontract tekenen, zetten bewoners van de Knarrenhof ook een handtekening onder een sociaal contract. Waar in nieuwbouw veelal uniformiteit de maat slaat, is hier de ene gevel zes meter breed en de andere elf; bijna geen plattegrond is hetzelfde, keuzevrijheid is standaard. Het is maar net wat de bewoners zelf willen. De huizen en de omgeving zijn afgestemd op de behoeften van mensen in de derde levensfase, en dat is geen overbodige luxe, want mensen zijn veel langer oud dan dat ze jong zijn.”

Mensen geven hun woonkwaliteit hoge cijfers
Mensen die er wonen, zijn zeer in hun nopjes, weet Prak dankzij een woontevredenheidsonderzoek. Ze gaven hun woonkwaliteit gemiddeld een 8,6. Een rondje langs bewoners van Knarrenhoven door het land – inmiddels zijn er meerdere – bevestigt dat. “Wij zijn heel enthousiast”, zeggen Diny (67) en Jan van der Kamp (68), die in juli intrek namen in hun woning in de derde Knarrenhof, in Hardenberg. Jan: “De huizen zijn geweldig mooi. Ze zijn in een u-vorm gebouwd en kijken allemaal uit op de centrale binnentuin. Er is een prachtige gemeenschapsruimte waar je kunt biljarten of gewoon met een clubje mensen bij mekaar kunt gaan zitten. Wat voor ons heel prettig is: de badkamer en slaapkamer zijn gelijkvloers. Diny heeft reumatische klachten en wat andere kwaaltjes, waardoor ze moeite heeft met traplopen. Ik dartel zo op en neer, ik ben goed gezond hoor, maar voor Diny is het fijn.”

“Heel aangenaam”, zeggen de zestigers Noortje en Jan Dekker. Ze verhuisden speciaal voor het hofje vanuit Leiderdorp naar Hardenberg. “Dat naar mekaar omzien, dat vinden we heel belangrijk. En weet je, in het westen wordt het alsmaar drukker. Je hebt er voortdurend de herrie van vliegtuigen, de fietspaden slibben dicht en zo’n beetje elke vierkante meter wordt bebouwd. We hadden echt behoefte aan meer ruimte, en aan aandacht voor elkaar, als mensen onderling.”

Ik dartel zo op en neer, ik ben goed gezond hoor, maar voor Diny is het gelijkvloerse huis heel fijn

Zutphen, wat is dat voor ingeslapen provinciestad?
Ook Loek Voorn (73) is voor de drukte in het westen op de vlucht geslagen: hij verruilde Oegstgeest voor Zutphen, waar hij in een huurwoning wacht totdat z’n appartement op de Knarrenhof klaar is. Zutphen is dan alweer Knarrenhof nummertje vijf, na nummer vier in Gouda. Beide hofjes hebben een gestapelde bouw.

Een hele stap, zegt Loek over zijn verhuizing. “Als je me twintig jaar geleden had gevraagd waar Zutphen ligt, had ik gezegd: Zutphen, wat is dat voor ingeslapen provinciestad? Maar het is hier geweldig! Toen ik een tijdje geleden door het centrum liep, ontdekte ik alleen al drie biologische winkels. En dat op vijftigduizend inwoners! Evenveel als in Leiden, dat veel groter is. En het is hier verschrikkelijk rustig en de mensen zijn veel relaxter.”

“Het is prettig wonen hier”, zegt Nieteke Ligtermoet, die vanuit Meppel naar Zwolle verkaste. Vooral het noaberschap, dat men ter plaatse praktiseert, bevalt haar goed. “Je schept met elkaar een soort kader waarbinnen je elkaar respecteert en tolereert, en als de nood aan de man is, help je elkaar.”

Je hoeft elkaar niet de billen te wassen
Ook Jan van der Kamp spreekt dat omzien naar elkaar erg aan. “Je hoeft elkaar niet de billen te wassen, daar zijn andere instanties voor. Maar noaberschap betekent voor mij concreet dat ik iemand naar het station of het ziekenhuis breng, dat ik boodschapjes doe, een schilderij ophang, een band plak, een stoepje voor iemand veeg, dat soort dingen.”

Dat sociale vindt Prak heel belangrijk. Zo belangrijk zelfs, dat hij bewoners behalve een huur- of koopcontract ook een sociaal contract laat ondertekenen. Daarin zetten ze hun handtekening onder twee afspraken. Eén: Ik vraag hulp als ik dat nodig heb. Twee: Ik help anderen als zij dat nodig hebben. “Bewoners vullen in wat ze tijdens hun werkzame leven hebben gedaan, waar hun kwaliteiten liggen, wat hun hobby’s zijn, dat soort dingen. Het zijn morele afspraken, ze zijn juridisch niet allemaal even hard afdwingbaar, maar de normen en waarden staan centraal. Ik noem het ook wel sociaal rentmeesterschap. Ze zorgen ervoor dat mensen een oogje in het zeil houden en op elkaar betrokken zijn. Als er in een van onze hofjes bijvoorbeeld een echtgenoot overlijdt, dan vormt zich voor de achterblijver een warm bad. Ik heb het al een paar keer zien gebeuren: bewoners doen boodschappen, nodigen uit voor een bakje koffie, koken en bieden een luisterend oor.”

In een sociaal contract tekenen bewoners voor twee dingen. Eén: Ze vragen hulp als dat nodig is. Twee: Ze helpen anderen als die dat nodig hebben

Bergen frustratie en chronische tegenwerking
In tegenstelling tot de jubel van bewoners was het naar enthousiasme bij overheid, corporaties en ontwikkelaars lang zoeken, zegt Prak. Voordat zijn geloof in de Knarrenhof bijval kreeg, was hij bergen frustratie, tegenwerking en duizenden onbetaalde uren verder. Ze vonden het allemaal prachtig, maar als puntje bij paaltje kwam, konden ze hem niet helpen. Waar hij tegenaan liep? Marktpartijen en het grondbedrijf van overheden wilden maar één ding: de ‘marktconforme’ of de maximaal mogelijke grondprijs. “In de huidige markt is het wat een gek ervoor kan lenen, maar voor de gewone man en vrouw is dan niets meer betaalbaar. Men opereert vanuit een machts- en monopoliepositie en grote krapte op de woningmarkt: waarom zou je locaties goedkoper verkopen als het ook voor een hoofdprijs kan? In deze marktsituatie betekent het dat er niet gefaciliteerd maar gedicteerd wordt, er wordt niet geluisterd maar bevolen. Ik wil dat graag kantelen: eerst de mensen, dan de wensen, en dan pas de stenen. De sector moest stoppen met parasiteren op de samenleving, vind ik, en weer ten dienste staan van de mens, aan wie ze haar bestaansrecht ontleent.”

De sector moest stoppen met parasiteren op de samenleving, vind ik, en weer ten dienste staan van de mens, aan wie ze haar bestaansrecht ontleent

Prak liet zich de afgelopen jaren niet gek maken en rolde steentje voor steentje zijn plannen verder uit. Liedeke, die hem met raad en daad bijstond, heeft er wel bewondering voor. “Je moet heel slim zijn hoor, want oh man, je hebt met politici en ambtenaren te maken en die liegen dat ze groen zien. Dan heb je iemand als Peter nodig, die kruipt als Haarlemmerolie overal tussendoor. Ik vind het knap hoor, maar ik zou ’t niet kunnen.”

Bluesband in de hoftuin
Leo en Jan, twee mannen op leeftijd, zitten gehurkt op het pad. Terwijl de zon haar stralen de gemeenschappelijke hoftuin inwerpt, wieden zij het onkruid. Dik tevreden zijn ook zij over hun nieuwe plek in Knarrenhof Zwolle, vertellen ze. Gedurende de hele coronatijd hebben bewoners gewoon hun dagelijkse praatjes met elkaar. Er heeft zelfs nog een bluesband met een koor in de hoftuin opgetreden; van eenzaamheid geen spoor. In menig verpleeghuis is dat wel anders, weten ze.

Prak laat de tuin zien. Een zeer gevarieerde verzameling bloeiende planten, hoog en laag, bloeiend en in de knop, heesters, een boompje, een bankje. De tuin vormt het middelpunt van het hofje; alle huizen rondom kijken op het wuivend boeket uit. “Bewoners die het leuk vonden, hebben zelf hun ideeën en wensen voor de tuin aangedragen”, licht hij toe. “Een hovenier heeft dat vervolgens allemaal in elkaar gepuzzeld, waarna de mensen het er hebben ingespit.”

Een hoop vitale mensen
Met haar hond Storm aangelijnd komt Anneke Last aangewandeld. Ze heeft er vanochtend al een fiks eind opzitten, vertelt ze even later bij de koffie het terras voor haar huis. Links en rechts klinkt geroezemoes van buren.

Anneke ziet er allesbehalve knarrig uit. En toch is ze al bijna zeventig, zegt ze. “D’r zitten hier een hoop vitale mensen hoor, ik ben niet de enige, haha. De jongste is hier vijftig, hoewel er vooral veel zeventigers en tachtigers zijn, maar nog allemaal kwiek en gezond. Er is veel activiteit. Mensen gaan met vakantie, ze doen nog van alles.”

Ook de 77-jarige Ligtermoet voelt zich nog fris als een hoentje. Ze tennist, bezoekt de sportschool, doet aan body balance, onderhoudt de gemeenschappelijke tuin en organiseert voor Knarrenhovelingen periodiek een meditatie-uurtje op haar zolder.

Wat doen we als medebewoners gaan dementeren? Het vraagt iets van ons als gemeenschapje

Aan dat soort activiteiten is in de Knarrenhoven overigens geen gebrek. Iedereen met een goed idee mag het podium op. Brenda Reyne, die binnenkort intrek hoopt te nemen in haar appartement in de Hof van Zutphen, vertelt dat er al voordat de heipalen de grond ingingen van alles in de steigers was gezet. De lokale krant Het Hofnieuws, een koffieochtend, een zoomsessie voor mensen met een broze gezondheid, een quiltworkshop, lezingen, zangavonden, yogasessies, schilderclinics – je kunt het niet bedenken of men heeft er wel een clubje voor. Brenda zelf houdt vooral van activiteiten “met een verdiepend karakter”. “Bijvoorbeeld een avond over dementie. Wat doen we als medebewoners gaan dementeren? Het vraagt iets van ons als gemeenschapje. Maar ik vind het ook belangrijk om met elkaar na te denken over vragen rondom het ouder worden. Hoe is dat nou? Wat brengt het je? Wie of wat ben je als oudere? En hoe ga je om met afscheid nemen, met rouw en verdriet? In onze doelmaatschappij worden we allemaal gemotiveerd om dingen op te lossen, maar zo werkt het vaak niet hè. In veel gevallen moet je ‘er gewoon maar in gaan zitten’, dieper zien te komen, en vanuit dat diepere inzicht op de tast verder, terwijl ondertussen hopelijk iemand anders je hand vasthoudt.”

Nul komma nul kanteling
Hoewel Prak met zijn Knarrenhoven een duurzame tegenbeweging op gang wil brengen, constateert hij bij overheden, corporaties en ontwikkelaars op papier weliswaar bereidheid tot verandering, maar in de uitvoering “helaas nog steeds nul komma nul kanteling”. Hij begrijpt niet zo goed waarom deze partijen voor het snelle geld op de korte termijn gaan in plaats van de blik op de toekomst te richten. “Met in het vooruitzicht de vergrijzing die tussen 2034 tot 2070 in Nederland ongekend gaat pieken, wordt huisvesting van ouderen en besparen op de zorgkosten hét probleem.” De gemeenten, rekent Prak voor, besparen dankzij het Knarrenhofconcept achthonderd euro per woning per jaar op de WMO, en verzekeraars houden drieduizend euro per zestigplusser per jaar aan ziektekosten op zak. “Alleen de 48 woningen in Zwolle besparen de ‘BV Nederland’ al 410.000 euro per jaar.” Extrapoleert Prak dit naar heel Nederland, dan levert het concept de overheid jaarlijks zo’n 2,5 miljard euro besparing op in de zorgkosten. Omdat diverse partijen bij die getallen vraagtekens plaatsen, heeft hij met een aantal gelijkgestemden het Netwerk Vitaliteit opgezet, dat de claims wetenschappelijk onderzoekt. “Om van curatief naar preventief te kunnen kantelen, zijn harde bewijzen nodig. Daartoe heb ik meerdere universiteiten en academische ziekenhuizen, zorgverzekeraars, banken, ouderenbonden, zorgbranches, zorgaanbieders en woningcorporaties samengebracht. Het gemeenschappelijk onderzoeksvoorstel dat zij hebben geformuleerd en vervolgens de ministeries van BXK en VWS hebben aangeboden, wacht nog op antwoord.”

Het Knarrenhofconcept kan jaarlijks zo’n 2,5 miljard euro besparing opleveren in de zorgkosten

Waarom omarmen ze het dan niet blijmoedig? Het eerste praktische probleem, zegt hij, is de hokjescultuur van de overheid. “Voor elk miniprobleem is er een loket. Concepten als de Knarrenhof overstijgen die afzonderlijke loketten. Daar zijn overheden totaal niet op ingericht.” Dan zijn er nog allerlei andere hobbels. Een heel belangrijke volgens Prak, is dat veel gemeenten delicate prijskaartjes hangen aan hun vierkante meters bouwgrond. Immers: vastgoedontwikkelaars die huizen bouwen van minimale kwaliteit tegen maximale winst betalen meer voor de grond. “Men vergeet het financiële probleem in de toekomst, dat veel groter is dan de extra opbrengsten nu. Pennywise pound foolish.”

Ook de alternatieve taxatie die Prak met het oog op duurzaamheid toepast, vindt bij overheden nauwelijks navolging. De levensloopbestendige huizen in de Knarrenhof worden doelbewust tegen kostprijs, en dus vaak onder de marktwaarde verkocht, vertelt hij. Een van de wensen van Liedeke Reitsma cum suis was immers: maak iets betaalbaars. “We boden de eerste woningen aan vanaf 190.000 euro, die op dat moment 230.000 euro waard waren. Wij zien die korting als een vorm van subsidie; bij doorverkoop moeten bewoners die aan ons terugbetalen. Daarmee voorkomen we dat er alsnog hoge prijzen worden gerekend. Van het geld dat wij hieruit ontvangen, realiseren we nieuwe projecten, of we geven de korting door aan de volgende bewoner die hier weer voor tekent. We hebben het allemaal vastgelegd in een notariële meerwaardeclausule, zodat deze woningen ook in de toekomst bereikbaar blijven en er geen euro korting in private zakken belandt.”

Gemeenten kiezen vaak liever voor “nu meer in het handje, dan later meer in de gemeentelijke totaalexploitatie”, zegt Prak. “Sommige afdelingen van lokale overheden lijken niet door te hebben welke cruciale rol zij spelen in betaalbaar wonen. Ze melden ons met droge ogen dat volgens hen niet de gemeenten maar het Rijk en de marktpartijen voor betaalbare woningen moeten zorgen.”

Vanuit alle hoeken van het land
Senioren op de grens naar de derde levensfase zien de voordelen wél. Vanuit het hele land wordt Prak aangeschreven. Mensen zijn bereid vanuit alle hoeken van het land te verhuizen naar de eerst vrijkomende Knarrenhofwoning, waar dan ook. Aan de vraag kan hij echter voorlopig niet voldoen: er staan 28.000 mensen op de wachtlijst, verspreid over 332 gemeenten. Maar Prak en z’n collega’s doen wat ze kunnen. Op het ogenblik zijn er vier hofjes klaar (twee in Zwolle, één in Hardenberg en één in Gouda) en binnenkort wordt het vijfde opgeleverd, de Hof van Zutphen. Nog dit jaar begint de bouw van de hofjes in Zeewolde en Hasselt. Als de zaken volgens plan verlopen, volgen spoedig Emmen, Ridderkerk en Oldenzaal.

Met zicht op voorlopig 1.400 geplande woningen zal de lijst geïnteresseerden eerder groeien dan slinken. Wie de landelijke trend van vergrijzing daarin verdisconteert, ziet de lijst nog eens fors langer worden. Het CBS rekent voor dat in 2050 maar liefst een kwart van de bevolking 65-plusser is. Nu is dat nog 19 procent. Prak: “Tussen 2034 en 2070 is 43 procent van alle volwassenen 60-plusser.”

Volgens cijfers van het CBS is in 2050 maar liefst een kwart van de bevolking 65-plusser. Nu is dat nog 19 procent

Het huidige denken over zorg en wonen moet echt radicaal anders, zegt Prak. Hij heeft tegenover instanties en op inspraakavonden zo vaak met statistieken staan strooien, dat-ie ze moeiteloos naar boven tovert. “De gemiddelde volwassen Nederlander is nu 51 jaar. Over achttien jaar is de gemiddelde volwassen Nederlander een zestigplusser. Ons zorg- en woonsysteem is echter ingericht op dertig- tot vijftigjarigen. Kijk, daar gaat het mis. We moeten ons curatief medisch stelsel ombuigen naar een preventief maatschappelijk woonzorgsysteem. We moeten andere woningen gaan bouwen, een nieuw soort dienstverlening optuigen en geldstromen anders inrichten. Veertien jaar geleden betaalden we 42 miljard per jaar aan zorgkosten; vorig jaar was het 107 miljard en het duurt niet lang meer of het is 220 miljard. Het geld is er niet, zorgpersoneel is er nu al onvoldoende, de dienstverlening is er niet, de woningen niet…” Na een korte stilte: “Machiavelli schreef ooit dat niemand zo deerniswekkend is als hij die wil veranderen. Hij heeft niet alleen het plebs tegen, omdat dat de verandering niet snapt, maar bovenal de machthebbers, want die danken hun machtspositie aan de status quo. Maar, zou je zeggen, ook de machthebbers van nu hebben vaders en moeders, opa’s en oma’s. Zou dat al niet voldoende aansporing zijn om anders naar de thematiek te kijken: ze zullen op een dag ook zelf te maken krijgen met de vraag in welk huis ze hun derde levensfase willen doorbrengen.”

Mijn gekozen waardering € -