Wordt Jo Nesbø’s Dirty Harry een Happy Harry?

Jo Nesbø manipuleert zijn lezers zo, dat ze de ergste gruweldaden goedkeuren. ‘De meeste mensen zijn tegen de doodstraf, behalve als hun kind is vermoord’. In zijn nieuwe thriller Politie heeft de Noorse wereldbestsellerauteur zijn vaste hoofdpersoon Harry Hole veranderd in een familieman, maar wel met een satanisch schaduwrandje. DNP zocht hem op in zijn thuisbasis Oslo, waar hij opgewekt uitlegt waarom zijn carrière bergafwaarts gaat.

Onderweg naar Oslo ga ik opeens met fiets en al onderuit. Het is half zes ‘s-ochtends en snijdend koud. Een laag ijzel ligt op de brug naar het Amsterdamse Centraal Station en tien seconden geleden ben ik geschept door een brommer. Hij had bedacht dat het een goed idee was om me schuin de weg af te snijden. Terwijl we allebei overeind krabbelen, kan ik met moeite de neiging onderdrukken om die postpuber snoeihard tegen zijn helm te trappen. Als een Dirty Harry zou ik hem graag met een AK-47 bloederig doormidden schieten. Helaas neemt de ratio het snel over en besef ik dat ik me naar Schiphol moet haasten om het vliegtuig naar de Noorse hoofdstad te halen.

Martelingmaestro

Als ik een paar uur later tegenover Jo Nesbø zit in zijn favoriete buurtrestaurant Delikatessen en hem over het voorval vertel, knikt de maestro van de mentale marteling herkennend. Niet voor niets heeft hij zijn vaste hoofdpersoon Harry Hole in de loop der jaren fysiek en psychologisch alle hoeken van de hel laten verkennen. Overigens kijkt Dirty Harry Hole zelf niet op een wraakactie meer of minder in Nesbøs nieuwste thriller Politie. ‘We hebben allemaal iets sadistisch in ons. We zijn gefascineerd door pijn, nieuwsgierig naar de pijngrens van anderen. Ik kan me herinneren hoe ik in de klas zat met een jongen die vliegen ving. Die ging hij vervolgens de poten eraf trekken. Hij fascineerde me. Elk kind heeft uit verveling wel eens insecten gevangen en ontleed – verveling kan tot grote ontdekkingen leiden – maar hij had een pincet meegenomen van huis. Hij had dit echt gepland. Dat moet wel een echte sadist zijn, dacht ik. En toch wilde ik meekijken, de horror voelen van die rondkruipende gemutileerde vliegen.’

Breincensuur

We zijn allemaal een killer in het diepst van onze gedachten, wil hij maar zeggen. ‘Ons brein kent geen censuur. We fantaseren over alles. Ga maar na: hoeveel kinderen fantaseren niet om zelf hun schoolklas neer te schieten en zo een eind aan hun gepest te maken. We willen allemaal die gast die onze parkeerplaats heeft ingepikt, een langzame pijnlijke dood laten sterven.’

Sympathieke killer

Toch gaan de meeste mensen niet zo ver als Harry Hole, die zijn wraakacties in de praktijk uitvoert. In hoeverre is Harry in Politie (en de voorloper De Schim) nog een politieman en geen crimineel? ‘Harry werkt niet meer als rechercheur en hij is een moordenaar. Dat klopt. Maar ik manipuleer jou als lezer dusdanig, dat je sympathie voelt voor die gozer. Ik neem jou aan de hand en voer je steeds verder de morele afgrond in. Niet op pagina 1, nee, ik wil dat eerst emotioneel met hem meeleeft, en stapje voor stapje tot het gevoel komt dat het heel normaal is je tegenstanders neer te knallen.’ Nesbø trekt een vergelijking met de film The Godfather. Al Pacino is de enige zoon van de familie Corleone die het juiste levenspad bewandelt. Maar hij raakt steeds meer gecorrumpeerd en aan het eind van de film richt hij het grootste bloedbad aan. ‘Michael Corleone verandert van een held in een moordenaar. Hij liegt tegen zijn vrouw dat er geen bloed aan zijn handen kleeft. En toch identificeer je je als kijker met Pacino.’

Junkiezoon

?‘In Politie verandert Harry in de criminelen waarop hij jaagt. Hij wankelt op een dunne lijn, begeeft zich in een moreel grijs gebied. Hole heeft een persoonlijke agenda, hij is niet op zoek naar de waarheid maar wil zijn zoon Oleg beschermen en hem uit de gevangenis houden. Aan het eind van De Schim belandt hij in een moreel dilemma: is het belangrijker om als voormalig rechercheur zijn junkiezoon op te sluiten of moet hij als vader Oleg laten gaan? Hij kan niet kiezen en laat zich neerschieten door Oleg. Dat is een behoorlijk verschil met een echte crimineel. Het ging mij om de tegenstelling tussen maatschappelijke rechtvaardigheid versus emotionele wraak. De meeste mensen zijn tegen de doodstraf, tot iemand hun kind omlegt. Dan willen ze bloed zien. Vaak starten we vanuit emoties, en dan vinden we manieren om die rationeel te rechtvaardigen. We zijn allemaal Harry. Nou ja, hopelijk een onsje minder heftig.’

Dwergtravestiet

Harry is niet altijd zo’n extreem personage geweest als in Politie. We ontmoeten hem voor het eerst in De vleermuisman bij een bezoek aan Sydney, waar hij is ingevlogen om de moord op een Noors meisje op te lossen. Nesbø schuift een beetje ongemakkelijk op zijn stoel bij het noemen zijn Australische uitstapje. Weliswaar begon daarmee zijn internationale succes waardoor hij tegenwoordig elke 23 seconden een boek verkoopt, desondanks is de bestsellerauteur niet erg enthousiast meer over zijn Harry-debuut.

Cameralens

‘Hole was toen nog niet echt een goed uitgewerkt personage. Hij had ook een travestiet, priester of dwerg kunnen zijn. Ik koos toch voor de klassieke detective. Ik gebruikte hem vooral als cameralens om te laten zien wat er om hem heen gebeurt. Het overkomt hem allemaal, hij is slechts onderdeel van het plot. Pas een aantal boeken later snappen we hoe afhankelijk hij is van alcohol en hoe hij wordt geplaagd door zijn verleden. Het hele Sydney-verhaal wordt met één camera verteld. Het maakte me niet uit wie de verteller was. Nu speel ik daar veel bewuster mee. Ik heb het schrijversvak al doende geleerd. Ik ging volledig op mijn instinct af. Pas later merkte ik dat sommige dingen niet werken. Bij het scriptschrijven voor films en tv heb je heel strakke regels, als thrillerschrijver wordt je aan je lot overgelaten. Uiteindelijk heb ik het meest van mijn fouten geleerd. Het gevaarlijkst is als het lekker gaat voor je gevoel, dan moet je wantrouwig worden.’

Autobiotraan

Wat opvalt bij het eerste boek, is de kwetsbaarheid van Harry. Regelmatig barst hij in tranen uit. In alcohol gedrenkte krokodillentranen, maar toch. ‘Als ik nu terugkijk naar mijn oude boeken, dan besef ik dat ik over mijn eigen leven schrijf. De vleermuisman schreef ik vlak nadat mijn vader was gestorven. Dat had me emotioneel beschadigd. Niet toen hij stierf, maar pas in het jaar daarna kwamen die gevoelens langzaam naar boven drijven. Je leunt achterover en kijkt naar jezelf: fascinerend wat er allemaal uit die black box naar buiten komt. Terwijl ik een boek schrijf, denk ik vooral na over het plot. Maar bij elke zin heb je miljoenen keuzen. Het zou naïef zijn om te denken dat die keuzen niet met de rest van mijn leven te maken hebben. Zelfs als je entertainment over een fantasiewereld schrijft. Harry is op een gekke manier toch een alter ego van mezelf. Bij een vriendin van Harry duiken automatisch elementen van een van mijn oude vriendinnetjes op. Dat is onvermijdelijk. Het Oslo in mijn boeken is niet het echte Oslo, eerder een soort Gotham City. Toch horen mijn boeken bij deze stad: ik gebruik de fysieke locaties van Oslo, al heeft dat niets met realisme te maken.’

Dode broer

Jo Nesbøs broer is net twee weken geleden overleden. Ooit zijn ze samen in de muziekbusiness gestapt. Naast beurshandelaar en voetballer is Jo een succesvol rockzanger geweest (hij treedt nog steeds regelmatig op). Zijn broer zat in dezelfde band. Of en hoe diens dood in zijn latere werk zal opduiken, weet Nesbø niet. Hij heeft duidelijk geen zin om daarover te speculeren. Nesbø is een charmante prater, die erop aandringt dat zijn gast lokale cider drinkt (‘je moet plaatselijk voedsel eten en drinken, al hebben we hier de slechtste appels van Europa’), maar die even duidelijk de touwtjes in handen neemt als het gesprek een kant uitgaat die hem niet zint. De wond van zijn broer is nog te vers.

Chirurg

Dan maar terug naar Harry, een veiliger onderwerp. ‘Ik ben als een chirurg, ik snijd hem open en kijk wat er in zijn psyche rondspookt. Langzamerhand stort hij in, valt hij uit elkaar. Een langzame dood, net zoals wij allemaal. Dat bedoel ik niet negatief, het is een natuurlijk verloop. Het eind wacht op ons allemaal. Dat vind ik een bevrijdend idee.’

Happy Harry

Aan het eind van Politie wacht zelfs een soort bevrijdend einde voor Harry. Gaat hij dan toch nog gelukkig worden? ‘Dat moet de lezer zelf maar bepalen, ik verklap niets. Maar er is altijd een donker rafelrandje aan het paradijs, er is altijd een appel die niet gegeten mag worden. Zie het als mijn statement: 100 procent ellende bestaat niet, 100 procent geluk evenmin. Ik vind het wel mooi dat Harry steeds meer van eenling verandert in een familieman. Met Rakel en zijn niet-biologische zoon Oleg. Harry heeft zoveel opgegeven voor zijn nieuwe gezin. Bloedbanden doen er niet meer toe, de liefde tussen Oleg en Harry wordt daardoor alleen maar sterker.’ 

Tienerdochter

‚Over een paar jaar zal ik pas beseffen wat de link is tussen Oleg en mijn eigen leven. Ik heb een tienerdochter, maar ik zie nu nog geen enkel verband met Oleg. Gelukkig maar, want zover ik weet is zij niet aan de drugs. Misschien voel ik me wel schuldig, omdat ik zoveel schrijf en reis. We zien elkaar te weinig. Aan de andere kant ben ik weliswaar een workaholic, maar ik kan zelf beslissen hoeveel tijd mijn dochter en ik aan elkaar besteden.’Nesbø weet niet hoe lang hij nog doorgaat met Hole. Correctie: hij weet het wel, maar wil er niets over zeggen. ‘Net als Rowling met de Harry Potter-saga heb ik een hele tijdslijn in mijn hoofd. Die houd ik even geheim.’

Voetbalheld

Het wordt tijd om het gesprek af te ronden, laat Nesbø minzaam merken. Buiten schijnt een Scandinavische winterzon en hij overweegt om nog naar de fjorden te rijden. Zoals de meeste Noren is hij in elegante chique outdoor-kleding gehuld, waarin je zowel interviews kunt doen als off-piste skiën. Als hij hoort dat ik de literaire Jo Nesbø-wandeling door Oslo ga maken, moet hij erg lachen. Jo ziet er duidelijk niet de zin van in. De bijbehorende Beroemde Noor-status doet hem weinig. ‘Mijn bekendheid bereikte een piek toen ik als zeventienjarige in het eerste voetbalelftal van Molde speelde. En scoorde. In een stadje van 20.000 inwoners kende bijna iedereen me. Op straat werd ik steeds gegroet en aangehouden. Ik was een held. Niets valt daarmee te vergelijken. Zelfs niet het zingen in een band. Eigenlijk is mijn carrière daarna alleen maar bergafwaarts gegaan.’  

 Jo Nesbø: Politie, verschijnt begin juni bij uitgeverij Cargo

Elke dinsdag vanaf 17.00 geeft een gids een speciale tour door het Oslo van Jo Nesbo. Lerares Mari Atlanta Lunde weet alles over Harry Holes favoriete pubs en zelfs zijn geheime adres.

www.osloguide.no 

Meer van Dirk Koppes? Neem een abonnement!

Mijn gekozen waardering € -

SmaakMaker Dirk Koppes proeft en fileert het culturele klimaat. Deze AlbertHeijnHater was hoofdredacteur van Carp, chef cultuur bij De Pers, en schreef een reisboek over Cubaanse jongeren. Hij selecteert verplicht lees- , proef- en kijkvoer.

Geef een reactie