Zoeken naar Esther Yap: datafraude-verdenkingen in Singapore

De Nederlandse psychologe Helmy Faber heeft een heldenrol gespeeld in een slepende zaak over onderzoeksdata aan Nanyang Technical University in Singapore. Pedagogisch onderzoeker Noel Chia trekt elf artikelen terug, nadat hij niet in staat bleek om onderzoeksdata te laten zien. Het Amerikaanse Journal of the American Academy of Special Education Professionals (JAASEP) schrapt in reactie daarop alle negentien publicaties van Chia. JAASEP prijst Faber voor haar volhardendheid en heeft de regels voor onderzoek naar fraudebeschuldigingen aangescherpt.

Een jaar geleden kreeg ik een e-mail van de Nederlandse psychologe Helmy Faber die al jaren in Singapore woont. Zij was bij onderzoek voor een boek over dyscalculie (een leerstoornis op het gebied van rekenen) gestuit op ruim tien papers van de pedagogisch onderzoeker Noel Chia van het National Institute of Education, onderdeel van Nanyang Technical University (NTU) in Singapore. Alle studies waren gepubliceerd in Amerikaanse peer reviewed tijdschriften, vooral in The Journal of the American Academy of Special Education Professionals (JAASEP). Voor de werving van kinderen voor zijn studies had Noel Chia samengewerkt met een privékliniek, was in voetnoten te lezen.

Faber zocht contact met Chia om details te horen over zijn studies, en kreeg te horen dat hij had samengewerkt met een consortium in Kuala Lumpur, de hoofdstad van het aan Singapore grenzende Maleisië. Dit consortium stond onder leiding van ene Esther Yap, die ook co-auteur was van diverse publicaties van Chia. Faber vroeg inzage in de data van de diverse studies, maar Chia liet weten dat hij die niet kon geven vanwege vertrouwelijkheid. Ook informatie over de leden van het consortium zei hij om die reden niet te kunnen verstrekken. Hij had zelf ook geen toegang tot de data, want alles was gelopen via het consortium van Yap. Faber vroeg Chia hoe zij in contact kon komen met Yap, maar daar moest Chia het antwoord schuldig op blijven. Hij zei haar intussen uit het oog te zijn verloren.

Faber vertrouwde de zaak niet, mede omdat zij op internet geen sporen kon vinden van Yap. In maart 2014 stelde Faber Nanyang University op de hoogte van haar bevindingen. De universiteit vormde een adviesgroep, die rapporteerde aan de Research Integrity Officer (RIO) Mr Tony Mayer. Deze Mayer liet Faber in november 2014 weten dat “de beschuldigingen niet konden worden onderbouwd”. Het rapport van de commissie werd vertrouwelijk gehouden, maar ze kreeg wel te horen dat de studies door de bladen waarin ze waren gepubliceerd, waren beoordeeld door peer reviewers “en dat beschouwen we als een aanvaardbare test voor de validiteit van de aanpak van een studie”.

Omdat ze bij Nanyang University geen voet aan de grond kreeg besloot Faber in maart 2015 de redactie van het Amerikaanse tijdschrift JAASEP), waarin veel van Chia’s publicaties waren verschenen, te vragen om de artikelen van Chia terug te trekken vanwege de onduidelijkheid over de herkomst van diens data.

Mysterieuze co-auteur

De twee hoofdredacteuren van JAASEP, Dr George Giuliani and Dr Roger Pierangelo, lieten Faber weten dat ze de zaak maar verder moest oplossen met Chia. Hierna wendde Faber zich opnieuw tot Chia met haar vragen over de data en de mysterieuze co-auteur Esther Yap. Maar Chia liet haar weten dat alle vragen al waren beantwoord door het onderzoek van Nanyang University en dat hij was vrijgepleit. Hij wilde geen verdere vragen meer beantwoorden. Er was een vicieuze cirkel ontstaan: de universiteit stelde dat de studies na peer review waren gepubliceerd, en dus deugden. JAASEP en Noel zeiden dat Fabers vragen al waren beantwoord.”

Faber wees de JAASEP-editors vervolgens op de regels van COPE (Committee On Publication Ethics) die voorschrijven hoe onderzoek dient te worden gedaan in een situatie als deze en suggereerde JAASEP om eigen onderzoek te doen en daarbij ook de co-auteurs te benaderen. Hierna liet JAASEP weten de zaak toch verder te zullen onderzoeken.

In de tussentijd was Faber op internet op mijn publicaties over wetenschapsfraude gestuit. Ze vroeg mij of haar ervaringen uitzonderlijk waren en wilde advies over hoe ze verder zou kunnen komen met deze zaak. Ik bestudeerde haar bevindingen, vooral de mysterieuze Esther Yap intrigeerde mij. Ook ik kon haar nergens vinden. Het e-mailadres van Yahoo dat ze gebruikte in publicaties, bestond niet meer.

In de maanden daarna hield Faber mij op de hoogte van haar eigen naspeuringen naar Yap. Als Yap inderdaad een kliniek had (gehad), zou zij toch ergens geregistreerd (hebben) moeten staan volgens de wettelijke regels in Maleisië, maar ze bleef onvindbaar. Ook door Faber aangeschreven collega’s bleken nog nooit van haar te hebben gehoord.

De redactie van JAASEP liet Faber in mei 2015 weten dat zij zich uitvoerig had laten informeren over het onderzoek dat Nanyang University had verricht. Op basis daarvan was JAASEP tot de conclusie gekomen dat er onvoldoende grond was voor Fabers beschuldigingen dat er data vervalst of verzonnen waren. JAASEP citeerde daarbij uit een brief van ombudsman Mayer, die stelde dat er sprake was van een “wetenschappelijk verschil van mening over de interpretatie van data” dat moest worden opgelost via het normale wetenschappelijk debat in vaktijdschriften. Ook meldde Mayer dat hij e-mailuitwisselingen tussen Yap en Chia en anderen had gezien en dat er geen twijfel over kon bestaan dat zij een “echt persoon” was. Maar contact met Yap was er niet geweest, schreef hij, omdat er geen reden was om te twijfelen aan de echtheid van de correspondentie.

Voor de “whereabouts” van Yap verwees Mayer in zijn brief aan JAASEP naar een artikel van Yap gepubliceerd in de Journal of Reading & Literacy, waar Chia in de hoofdredactie zat. Daarin werd een kliniek genoemd in Johor Baru in Maleisië. Faber had echter al vastgesteld dat nergens een vermelding te vinden was van die kliniek.

Tekstblokken

Ik maakte zelf wat meer studie van de tekst van bovengenoemd artikel en ontdekte dat het feitelijk bestond uit tekstblokken uit artikelen die eerder door Chia zelf waren gepubliceerd, zonder Yap. Dat zou betekenen dat Yap uit de artikelen van Chia had geplagieerd, onder zijn eigen ogen, wat hoogst onwaarschijnlijk was. Waarschijnlijker was dat Chia de eigenlijke auteur was van het stuk. Dit leek een nieuwe aanwijzing dat Yap een verzinsel was.

Faber bracht deze en andere bevindingen opnieuw onder de aandacht van ombudsman Mayer. Dat leidde ertoe dat zij in het najaar van 2015 werd gehoord door een commissie van Nanyang University, in bijzijn van Mayer. Daarna bleef het lange tijd stil, tot zij in april 2016 plotseling bericht kreeg dat Chia ontslag had genomen. Op de website van Nanyang University verscheen een bericht over retracties. “Chia en zijn co-auteurs” hadden verzocht om elf artikelen terug te trekken, waarvan negen in JAASEP. Als reden werd gegeven dat “ de primaire data niet meer beschikbaar waren voor verificatie”. Ook had de universiteit informatie ontvangen “dat er serieuze zorgen waren over de ethische omgeving waarbinnen de data waren verzameld”. Of Esther Yap dit verzoek ook had gedaan, maakte het bericht op de website niet duidelijk.

JAASEP voelde zich door dit bericht in ernstige verlegenheid gebracht tegenover Faber, omdat haar verzoek om correctie/retractie kennelijk gerechtvaardigd was geweest. De redactie liet mij in april 2016 weten dat zij rond de verschijning van het voorjaarsnummer uitvoerig zou ingaan op de kwestie. Dat is deze week gebeurd met een “retraction statement” van ongekende omvang. De redactie schetst uitvoerig de gang van zaken en trekt het boetekleed aan over haar eigen handelen. Het blad bedankt Faber voor haar “harde werk en onvermoeibare inspanningen”. En: “Ze stuitte duidelijk op vele professionele obstakels, maar ze bleef trouw aan waar ze in geloofde en leverde uiteindelijke een zeer goede bijdrage aan het review-proces.” JAASEP liet ook weten voortaan haar eigen onafhankelijke onderzoek te zullen doen mocht zich onverhoopt nog eens zo’n zaak voordoen.

Tot slot liet de redactie weten niet alleen de negen artikelen te zullen terugtrekken die Chia zelf had voorgesteld, maar alle (naar zich laat aanzien negentien) die ooit in het blad zijn verschenen. De redactie benadrukt dat Esther Yap niet bij de auteurs behoort die om retractie heeft gevraagd, omdat Chia en de andere co-auteurs niet met haar in contact konden komen.

Het raadsel van Esther Yap blijft dus vooralsnog bestaan. Mogelijk gaat dat alsnog worden opgelost door vervolgonderzoek dat Nanyang University gaat doen. Dan zal ook duidelijk worden of er nog meer retracties zullen volgen van artikelen van Chia.

De reactie van Helmy Faber na het verschijnen van het retraction statement van JAASEP bestond uit slechts één woord: “Wow!”

De data-zaak in Singapore heeft ook nog een vertakking naar een Nederland. Chia werkte samen met dr. Sui Lin Goei van de Hogeschool Windesheim in een project over de heilzame werking op autistische kinderen van ‘virtuele dolfijnen’. Chia is nu uit dit project ook gestapt. Ook zou Goei dit najaar samen met Chia een boek publiceren bij Routledge. Windesheim laat weten dat Goei met Chia is overeengekomen dat hij terugtreedt als editor en ook niet meer vermeld zal worden als co-auteur van hoofdstukken waaraan hij heeft meegeschreven.

Chia heeft het afgelopen jaar geen antwoord gegeven op vragen die ik hem heb gesteld per e-mail.

Mijn gekozen waardering € -

Wetenschap, sport en geschiedenis.