‘Dit is de mooiste parkeerplaats die ik ooit gezien heb’

Veel verschillende plekken zien zonder je koffer steeds in- en uit te pakken. Dát leek Eva Munnik ideaal. Daarom trok ze een paar jaar geleden in de meivakantie met haar man en dochter in een camper door Portugal.

Witte lakens wapperen aan tientallen lijnen die gespannen zijn over het asfalt van het parkeerterrein. In het washuis ernaast staan oude Portugese vrouwtjes met zwarte hoofddoeken kleding schoon te wrijven met een borstel en zeep. Als ze lachen om elkaars grapjes, zie je dat ze de helft van hun gebit missen.

Spoedcursus camper rijden

Dit is mooiste parkeerplaats die ik ooit gezien heb. Hij ligt in het vissersdorp Afurada en grenst aan de rivier de Douro. Het water kleurt felroze door de ondergaande zon. In de groene heuvels aan de overkant zie ik de kerktorens en smalle huizen van de stad Porto. Kleine vissersbootjes deinen op het water.

Pal aan de waterkant staat ‘ie dan: onze camper, ons ‘huisje’ voor deze week. Hij is perfect: niet te groot en niet te klein. Een tweepersoonsbed achterin en een hoogslaper boven het stuur voorin. ‘Ik ga daar’, claimt mijn zesjarige dochter Sofia enthousiast. Terwijl zij haar knuffels uitstalt, krijgen wij van Andrea een spoedcursus camper rijden. 

Knopjes, hendels en luiken

Andrea is architect en woont in Porto samen met haar man en twee jonge kinderen. Als ze niet met hun camper op pad zijn, verhuren ze hem. De spoedcursus is overweldigend: zoveel knopjes, hendels en luiken. Misschien wordt dit toch wat ingewikkelder dan ik me had voorgesteld. En ik wilde nou juist op campervakantie omdat het me zo relaxed leek: veel zien zonder het gedoe van telkens weer je koffers inpakken. 

Na de camper-uitleg en een verzekering van Andrea dat het echt makkelijker is dan het lijkt, is het al laat. Verderop cirkelen hongerige meeuwen boven grote grills in de buitenlucht. Afurada staat bekend om haar visrestaurants. De geur van verse sardines en dorades drijven ons naar een restaurant met blauw-wit geblokte tafelkleden. De obers kijken wat geërgerd omdat we zo vroeg zijn: 19:30 uur is toch geen etenstijd! Maar ze vullen ons tafeltje snel met wijn en vis. Sofia houdt het goed vol – de belofte op een ijsje na doet wonderen – en wij kijken verbaasd hoe zich na 22:00 uur nog hele families met peuters en baby’s melden voor het diner. 

Duizenden tegeltjes

We slapen als een roos. De motoren van de vertrekkende visbootjes wekken ons niet. ‘s Ochtends schuiven we de gordijnen opzij en genieten van het uitzicht op de rivier. We besluiten vandaag nog een dag Porto in gaan. We hebben de tweede stad van Portugal de dagen ervoor al vanuit een hotel ontdekt, maar kunnen geen genoeg krijgen van de nauwe steegjes, de met duizenden tegeltjes – azujelos – bedekte gevels en de rivierkades vol terrasjes. Een boot brengt ons naar de overkant van de Douro, waar we nog één keer over de beroemde brug Dom Luís I lopen. Met de kabelbaan dalen we af naar de kades om een glas Port te drinken, terwijl Sofia zich vermaakt in de speeltuin pal voor het porthuis. 

We slaken een zucht van opluchting als we er doorheen passen

De volgende dag is het grote moment daar: we gaan rijden, naar het zuiden en we weten nog niet waar we eindigen. We hebben op Andrea’s advies een app op onze telefoons gezet met een routekaart voor grote voertuigen, maar die leidt ons in cirkels rond. Na een uur zijn we nog steeds in Afurada, we krijgen er de slappe lach van. We besluiten toch maar de ‘gewone’ Google Maps te gebruiken met het risico dat we ergens inrijden waar we niet in passen. Als we een steile weg oprijden die eindigt bij een stoplicht omdat er maar één auto tegelijk door kan, breekt het zweet ons uit. Mijn man zet de camper op de handrem en besluit eerst eens lopend te gaan kijken of we niet in de problemen zullen komen verderop. ‘Het kan net, denk ik’,  zegt hij ietwat onzeker als hij terugkomt. Met een knoop in onze maag rijden we de weg in en we slaken een zucht van opluchting als we er doorheen passen en aan de andere kant bij de snelweg uitkomen. 

Gestreepte zomerhuizen

Op de snelweg is het gelukkig helemaal niet spannend om met een camper te rijden. Wel is het even wennen aan al het gerammel achter ons. De pannen, Sofia’s speelgoed, alles klotst en botst in de kastjes. Halverwege krijgt Sofia, die ijverig zit te kleuren aan het  tafeltje achter ons, de inhoud van het kastje boven haar op zich. Toch niet alle deurtjes goed afgesloten. Gelukkig zaten er alleen handdoeken in. 

Als we het afslag-bordje passeren, hakken we de knoop door: we gaan naar de badplaats Costa Nova. Daar is een kleine camping achter de duinen, googlede ik, en het heeft een prachtig strand. We rijden door het dorp langs een lange rij houten zomerhuizen. De voormalige vissershuisjes zijn beroemd door hun fel gekleurde strepen. 

Er is bijna niemand, slechts wat ouderen die in hun voortent televisie kijken

De camper parkeren we naast het piepkleine speeltuintje op de camping. Er is verder bijna niemand, slechts wat ouderen die in hun voortent televisie kijken. We fietsen langs de lagune en dwars door het dorp om aan de andere kant uit te komen bij een enorm strand aan de Atlantische Oceaan. We drinken wijn bij een strandpaviljoen met onze voeten in het zand terwijl Sofia met nieuwe Portugese vriendjes van de hellingen afrolt.

Blijven of verder?

De volgende dag is de grote vraag bij het ontbijt, zoals elke ochtend tot nu toe en hierna, ‘blijven we of gaan we verder?’ We besluiten dat we nog wel een dagje willen chillen hier. Op het strand bij de camping is helemaal niemand: slechts glooiende zand-hellingen en het geluid van de wind en een eenzame, krijsende meeuw. We zonnen in een duinpan tot Sofia zich ‘helemaal suf verveelt’. In mei – en misschien altijd wel – is dit stuk Portugese kust inderdaad erg rustig. Wij vinden het heerlijk, maar het levert onze dochter niet veel vakantievriendjes op. Daarom op naar iets anders, besluiten we de volgende dag. De Orbitur camping een paar uur naar het zuiden heeft een zwembad dus zal vast meer gezinnen trekken. Al zijn de wegen onderweg compleet verlaten. We stoppen bij een tankstation dat – zoals elk tankstation – een speeltuintje heeft en smullen van een pastel de nata, een heerlijke zoete Portugese snack

Wielen graven in

De camping in Sao Pedro de Moel is prachtig gelegen tussen de dennen- en pijnbomen.Ook hier is het uitgestorven. Besluiteloos (Gaan we dicht bij het zwembad staan? Of toch liever bij het winkeltje?) rijden we wel tien rondjes om de perfecte plek te vinden tot we…vastzitten. We zijn zanderige grond ingereden en onze wielen graven zich alleen maar dieper in. De pensionado’s die bij hun caravans zitten te lezen, kijken verstoord op als we keer op keer gas geven. Ik ga hulp halen. Even later komt een campingmedewerker met een tractor aanrijden die ons er zo uit trekt. ‘Dat hebben we ook weer meegemaakt’, lachen we opgelucht, om op het eerste de beste acceptabele plekje in de buurt te parkeren.

‘Where are you now?’ appt Andrea nieuwsgierig, waarop ik met lichte schaamte antwoord: ‘Still here’

Sao Pedro de Moel is een schilderachtig dorpje waar nog geen vierhonderd mensen wonen. Het heeft indrukwekkende rotsformaties, een vuurtoren en een groot strand. Als ik met een boek bij het strandcafé zit nippend van mijn witte wijn van één euro terwijl Sofia beneden op het strand schelpen verzamelt, voel ik me volmaakt gelukkig. 

Familierestaurant met kreeften

Elke ochtend bij het ontbijt besluiten we: nog één dag. ‘Where are you now?’ appt Andrea nieuwsgierig, waarop ik met lichte schaamte antwoord: ‘Still here’. We wandelen kilometers over verlaten stranden en komen bijna niet meer terug doordat het vloed wordt. We ontdekken grotten en vinden een familierestaurant met kreeften in het aquarium bij de ingang (wat ik dan weer zielig vind) en een weergaloos uitzicht op de woeste zee.

We eindigen onze vakantie weer in ons haventje in Afurada. Dit keer komen we – gewend aan het Portugese ritme – pas om 20:30 uur bij het visrestaurant aanzetten, al lijken de obers het nog vroeg te vinden. Terwijl we met een ijsje over de parkeerplaats slenteren, bedenken we dat we de volgende keer langer gaan. We hebben veel minder gezien dan gepland! Maar tegelijkertijd hebben we precies gedaan wat zo fijn is aan een camperreis: blijven hangen waar je gelukkig bent.

Praktisch:

Een camper huren in Portugal kan vanaf verschillende vliegvelden. Eva vertrok vanuit Porto. Zij vond haar camper op AirBnB maar je kunt ook bij verhuurbedrijven als McRent, Indie en WestCoast. Een vlucht naar Porto duurt ongeveer 2,5 uur en kan geboekt worden bij Transavia, TapAir en KLM.

Mijn gekozen waardering € -

Eva Munnik vindt van (bijna alles) wat. Zij werkt als freelance journalist op nieuwsredacties bij televisie en schrijft voor bladen. Ook rolden er 6 boeken uit haar pen (waarvan 2 bestsellers). En ja, ze heeft ook een podcast (wie niet?): 'Eva belt aan'. Op X is zij @EvaReports.