100 jaar luchtvaart in Nederland (1)

Dit jaar is het precies een eeuw geleden, dat in 1914 de eerste commerciële lijnvlucht van de Air Boat Line opstijgt in St. Petersburg, Florida met een passagier aan boord en een uurtje later landt in Tampa. In Nederland gebeurt ondertussen ook al het hoog nodige op luchtvaartgebied. In dit eerste deel wordt eerste vijftig jaar van honderd jaar luchtvaart in Nederland behandeld.

Vliegweide

Een jaar eerder in 1913 wordt de Luchtvaartafdeeling (LVA) van het Nederlandse leger opgericht op vliegveld Soesterberg. Deze voorloper van de Koninklijke Luchtmacht neemt in 1916 ook de vliegweide bij het oude Fort Schiphol  in gebruik als militair vliegveld. Tijdens de Eerste Wereldoorlog van 1914-1918 verdient deze strategische locatie de voorkeur, want de Haarlemmermeerpolder ligt in zowel de verdedigingswerken van de Nieuwe Hollandse waterlinie als die van de Stelling van Amsterdam. Schiphol is dan niet meer dan een modderig grasveld met een paar loodsen. Er wordt gevlogen met Franse Farman tweedekkers die bestaan uit houten lattenconstructies met linnen bespannen. 

ELTA en KLM

Vier jaar later in 1919 organiseren twee luchtmacht-luitenants A. Plesman (en M. Hofstee van 1 augustus tot 14 september de Eerste Luchtvaarttentoonstelling in Amsterdam-Noord (ELTA). Het wordt een enorm succes en zo’n 4.000 bezoekers maken er hun eerste rondvlucht met – hoe kan het ook anders – Fokker C.1 vliegtuigen.

Kort daarna richt Albert Plesman (1889-1953) in Den Haag de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij voor Nederland en Koloniën (KLM) op. Deze inmiddels 95-jarige blauwe nationale trots is de nog enige onder zijn originele naam opererende luchtvaartmaatschappij ter wereld.  

Op hetzelfde terrein in Amsterdam Noord vestigt later vliegtuigpionier Anthony Fokker zijn eerste Nederlandsche vliegtuigfabriek (Fokker), nadat hij al in 1909 met zijn Spin rond de Haarlemse Sint Bavokerk heeft gevlogen.

Op Schiphol komt in 1920 het eerste ‘verkeersvliegtuig’, een De Havilland DH-16, gehuurd door de KLM, uit Londen aan. Het toestel heeft twee passagiers, kranten en een paar postzakken aan boord. De vluchten tussen Amsterdam en Londen zijn nog steeds een van de drukst bevlogen routes ter wereld. In het eerste jaar 1920 vervoert KLM 345 passagiers en 25.000 kg post en vracht, ongeveer evenveel als een Boeing 747 nu ineens kan meenemen. Later dat jaar koopt KLM zijn eerste vliegtuig, een Fokker F-II. Het ligt voor de hand, dat Fokker jarenlang de KLM van zijn vliegtuigen voorziet.  KLM zet dan ook jarenlang de Fokker F.III op deze eerste drukke lijndienst in.

Op 1 oktober 1924 vertrekt de eerste intercontinentale KLM-vlucht van Amsterdam Schiphol naar Batavia, Nederlands Indië, met een Fokker F-VII. Het zou nog tot september 1929 duren, voordat deze route een geregelde lijndienst wordt. Tot het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1940 is dit de langste lijndienst ter wereld.

In december 1933 vliegt de Fokker XVIII Pelikaan

van Amsterdam naar Batavia met Kerstpost en landt op 22 december in Batavia. Op 26 december vliegt de Pelikaan terug en landt op 30 december op Schiphol met Nieuwjaarspost, een snelheidsrecord. In datzelfde jaar vloog de Fokker Snip voor het eerst naar Latijns Amerika, Suriname en de Nederlandse Antillen.

Als de Olympische Spelen naderen in 1928 neemt de gemeente Amsterdam in 1926 het burgerdeel van Schiphol over. Een nieuw stationsgebouw verrijst en wordt vlak voor de Spelen in 1928 geopend. En replica van dit gebouw staat op het Aerodrome museumterrein bij Lelystad Airport. De hangars worden uitgebreid op Schiphol.

Beroemde vliegtuigen zien het levenslicht; in 1936 wordt in de VS de Douglas DC-3 in gebruik genomen. De DC-3 verbindt voor het eerst de steden New York en Chicago non-stop met elkaar. De DC-3 vliegt nog steeds tijdens  historische en nostalgische evenementen bij de Dutch Dakota Association (DDA) vanaf Lelystad Airport.

In 1937 krijgt Schiphol luchtverkeersleiding en is verantwoordelijk voor alle luchtverkeer boven het Nederlands grondgebied. Een verhard banenstelsel volgt een jaar later. In 1938 worden ruim 100.000 passagiers verwerkt. Inmiddels telt de groeiende luchthaven zo’n 1600 werknemers en 25 bedrijven.

Lekker loungen

De vraag naar meer comfort wordt groter onder luchtpassagiers en in 1939 opent American Airlines zijn eerste Admirals Club op het vliegveld LaGuardia in New York City.  Deze airline lounges zijn synoniem geworden met airlines die hun klanten de gelegenheid tot een grotere productiviteit, comfort en gemak tijdens de trip. Hier begint dan toch de droomwereld van Peter Stuyvesant, als we de toenmalige reclame-uitingen mogen geloven..

IATA

Vlak na de Tweede Wereldoorlog wordt in 1945 de International Air Transport Association (IATA) opgericht in Havana, Cuba. IATA vertegenwoordigt en behartigt inmiddels de belangen van 240 luchtvaartmaatschappijen, waaronder KLM, en is goed voor 84% van alle lijndiensten ter wereld.

Constellation

Na de oorlog (1946) stond de Lockheed Constellation aan de basis van de Nederlandse luchtvaart. De KLM begon in mei 1946 als eerste maatschappij op het Europese vasteland met een lijndienst op New York. Deze lijndienst werd eerst met Douglas DC-4 en later met de eerste Constellation aan de KLM onderhouden. Dit toestel speelde een grote rol bij het uitbouwen van de Trans-Atlantische routes van KLM en de wederopbouw van de luchtverbinding met het toenmalig Nederlands-Indië.

Het eerste commerciële straalvliegtuig rolt van de band in 1952 in Engeland. Het betreft een De Havilland Comet die gaat vliegen voor BOAC, een voorloper van British Airways. Het toestel blijkt reparatiegevoelig en wordt in 1965 uit productie genomen. Frankrijk komt met de Caravelle en het Russische Tupolev met de Tu-104.

Wereldwijd worden er in dat jaar 39,5 miljoen vliegtickets verkocht.

De eerste overdekte passagiersbrug tussen terminal en vliegtuig wordt in 1959 in gebruik genomen door een DC-8 van Delta Air Lines op zijn thuisbasis Atlanta airport. Deze luchtbrug wordt een enorm succes en is een eerste stap op weg naar meer passagiersgemak. In 1959 worden wereldwijd 87 miljoen tickets verkocht.

Nog meer passagierscomfort volgt met filmvertoningen aan boord. Inflight Motion Pictures ontwikkelt een 16mm filmsysteem voor een groot aantal vliegtuigen. En films vormen nog steeds een belangrijk tijdverdrijf tijdens vluchten, al is het nu met kleine mobiele apparaten. In 1961 worden 111 miljoen tickets verkocht.

In 1963 wordt de Boeing 727 in gebruik genomen. Dit narrowbody toestel heeft drie motoren en wordt in twee uitvoeringen geleverd: de 727-100 kan tussen 110 en 145 passagiers vervoeren en de 727-200 kan maximaal 189 passagiers meenemen op middellange afstanden. De 727 vliegt vooral binnen Europa en de binnen de VS. Als in 1984 de productie wordt geëindigd zijn er 1.831 stuks gebouwd.

In 1964 vliegen The Beatles van Londen naar New York, uitgezwaaid door 4.000 fans op Heathrow airport en door eenzelfde aantal fans verwelkomd op New York JFK airport na aankomst van de Pan Am 101. De volgende dag verschijnt het viertal in de Ed Sullivan Show op de Amerikaanse TV, dat wordt bekeken door 173 miljoen kijkers.  In 1964 worden wereldwijd 155 miljoen tickets verkocht.

Het nieuwe Schiphol

In 1967 wordt het nieuwe Schiphol met stationsgebouw en drie pieren geopend door koningin Juliana. De capaciteit voor zes miljoen passagiers per jaar blijkt al snel te klein. Het passagiersaantal op Schiphol groeide van 1,4 miljoen in 1960 naar 5 miljoen in 1970. De transformatie van een modderige vliegweide tot een internationale luchthaven is een feit.

Bedenker en grondlegger van zowel het oude als het nieuwe Schiphol tussen 1920 en 1960 Jan Dellaert (1893-1960) maakt dit niet meer mee en wordt postuum geëerd met een monument. Ook het grote plein voor de passagiersterminal op Schiphol draagt zijn naam, het Jan Dellaertplein.

Tot zover het eerste vijftig jaar van een eeuw commerciële luchtvaart in Nederland. In het tweede deel wordt de komst van de Jumbojet en verdere luchtvaartgroei beschreven.

Mijn gekozen waardering € -

Frits Njio is bijna 35 jaar luchtvaart- en reisjournalist. Hij werkt freelance voor landelijke en internationale vak- en publieksmedia. Reist veel. Frits schreef een Kosmos reisgids over Canada en won prompt de Canadese persprijs Silver Goose Media Award. Hij volgt de luchtvaartontwikkelingen op de voet. Afgelopen jaar verschenen zijn non-fictie bundels Boekie (2015) en TaxiStories (2021) bij uitgever Boekscout en via Bol.com. Daarnaast schrijft hij korte verhalen, fotografeert en schildert.