De verwachtingen zijn hooggespannen. Was rijkswachter Chris B. inderdaad de Reus van de Bende van Nijvel? België houdt de adem in. Maar dat deed België eerder. De voorbije 35 jaar was er al diverse malen sprake van een “doorbraak” in dit huiveringwekkende misdaaddossier. Telkens draaide het uit op een teleurstelling.
De Borains bekenden 36 keer
De Bende van Nijvel maakte tussen 1982 en 1985 niet minder dan 28 doden. De eerste was een politieman die in Waver werd geëxecuteerd na een overval op een wapenhandel. Er volgde een serie inbraken en overvallen waarbij meerdere doden vielen. Langzaam groeide het besef dat de streek rond Brussel geterroriseerd werd door een bende meedogenloze bandieten. Een van hen was bijzonder groot en werd de Reus genoemd. In de nacht van 16 op 17 september 1983 kreeg de bende haar naam na een mislukte inbraak in een Colruyt-supermarkt in Nijvel. Ze liet er drie doden achter.
Kort daarna dacht justitie prijs te hebben. Michel Cocu, een aan lager wal geraakte ex-rijkswachter (ja, ook toen al), werd opgepakt. Een revolver die van hem was geweest zou bij een aantal misdaden van de bende zijn gebruikt. Een paar van zijn vrienden, stuk voor stuk kleine criminelen uit de verarmde mijnstreek Borinage, werden aan de galg gepraat. De Nijvelse procureur Jean Deprêtre kraaide victorie. Niet lang helaas.
Bekennen deden ze wel, de Borains. Maar liefst 36 keer, in totaal. Die bekentenissen waren soms erg gedetailleerd en geloofwaardig, maar Cocu en de zijnen trokken ze steeds weer in. Ze zouden onder druk zijn gezet door de speurders. Justitie hield bovendien een wapenexpertise achter die inging tegen de eerdere conclusie dat Cocu’s revolver door de bende was gebruikt.
Terwijl de meeste Borains in voorlopige hechtenis zaten, werd een juweliersechtpaar in Anderlues vermoord. Het werk van de Bende van Nijvel, heette het, maar dan wel een andere. Bij de laatste reeks overvallen van de bende in 1985 wachtten de meeste Borains thuis hun proces af. Dat kwam er in 1988. Zes Borains, vijf man en een vrouw, moesten zich verantwoorden voor vier van de 28 Bende-moorden. De rechtbank sprak ze snel vrij. Het flinterdunne bewijsmateriaal kon niemand overtuigen.
De naam van Cocu dook nadien nog een paar keer in het dossier op, maar nooit voldoende om hem opnieuw te beschuldigen. Hij is intussen overleden.
De Staerke: 15 jaar onder verdenking
Philippe De Staerke was een van de beruchtste gangsters van België in de jaren tachtig. Hij gold als het kopstuk van de zogenaamde Bende van Baasrode. Die overviel met name postkantoren. De vluchtwagens prepareerde de bende op gelijkaardige wijze als de naamgenoten van Nijvel.
De speurders van de Delta-cel in Dendermonde verdachten De Staerke ervan ook betrokken te zijn bij de Bende-overval op de Delhaize-supermarkt in Aalst, met acht doden de bloedigste (en laatste) in de reeks. De Staerke zou er ‘s middags voor de overval boodschappen hebben gedaan. Dat was raar, want hij woonde 30 kilometer verderop in Brussel. Ook bleek hij ‘s avonds na de overval een koffer met wapens te hebben begraven.
Ook enkele van zijn kompanen werden van betrokkenheid bij de Bende van Nijvel verdacht. De Staerke, intussen veroordeeld voor de overvallen met de Bende van Baasrode, schreef in 1991 een brief waarin hij de deelname aan ‘Aalst’ bekende. Even hoopte België op de grote doorbraak. Die kwam er niet. De Staerke, een sluwe vos uit een familie waarin haast iedereen een bontgekleurd strafblad bezat, wist dat er geen concrete bewijzen tegen hem waren. Hij hoopte met de brief een proces te forceren waarin hij dan vrijgesproken werd. Justitie liet zich daartoe niet verleiden. Het speurwerk naar De Staerke kwam tot een halt toen alle Bende-feiten werden gecentraliseerd in Jumet. Officieel zou hij echter nog tot 2001 verdacht blijven.
De geruchten rond De Staerke zijn nooit verstomd. Hij zou contacten hebben gehad met mensen in de wapenhandel en extreem-rechtse milieus. Ook paste hij in het plaatje dat Franse profilers schetsten van de Bende van Nijvel. Zij dachten aan gewelddadige ploerten uit een gesloten milieu waarin de omerta met de paplepel wordt ingegoten, zoals de in woonwagens grootgebrachte familie De Staerke.
Graaf- en dregwerken: is de Killer dood?
Diverse malen rukten de Bende-speurders erop uit om te graven en te dreggen. Feitelijk hadden ze maar één keer succes. In november 1986 vonden ze in het kanaal Brussel-Charleroi twee zakken met (vooral) wapens die aan de Bende van Nijvel konden worden gekoppeld. Die zouden er een jaar eerder, een etmaal na de overval in Aalst, zijn gedumpt. De politie kreeg daar toen al een getuigenis over binnen, maar een eerste zoekactie leverde niets op.
In 2014 beweerde de nieuwste generatie Bende-speurders dat de Delta-cel de zaak bedonderd had. De wapens zouden pas in het najaar van 1986 in het kanaal zijn gemikt, bedoeld om gevonden te worden. Of dit waar is, blijft onzeker, maar de wapenvondst reeg wel zowat alle Bende-feiten aaneen. En bewees zo recentelijk nog dat het hele onderzoek soms lijkt te zijn gevoerd in een kippenhok.
Vlakbij het kanaal werd in 2004 gezocht naar het lijk van de zogenoemde Killer van de Bende van Nijvel. Die zou, volgens een nieuwe analyse, in Aalst door een politiekogel zijn getroffen. Zijn makkers hadden hem daarna afgemaakt en begraven in het Bois de la Houssière. In dat bos lieten ze ook bewijsmateriaal en vluchtauto’s achter. België trilde nog maar eens van opwinding, maar een lijk kon de politie niet vinden. Wel enkele kogels, precies op de plek waar getuigen enkele uren na Aalst een levenloos lichaam zouden hebben gezien, naast twee mannen en een VW Golf. Ook lagen er muntjes en een half vergane jas.
Nadien werd nog op andere plaatsen gezocht, onder meer in Dour en Haacht. De ene keer naar wapens, de andere keer naar een lijk. In een geval kwam de tip van iemand die op zijn sterfbed lag. Nooit leverde al dat gewroet in de grond iets op. De speurders hebben de moed nooit verloren. Zo werd deze zomer nog naar wapens gezocht in twee vijvers in Adinkerke. Die zoekactie is nog niet afgerond.
Jean-Marie T.: Ik zat bij de bende
Op 12 mei 2014 pakte de politie ene Jean-Marie T. op, een Brusselaar van toen 67. Hij had tegenover diverse vrienden en bekenden verteld lid te zijn geweest van de Bende van Nijvel. Slachtoffers konden in eerste instantie hun geluk niet op. De ene had tranen in de ogen, de andere voelde de vuisten jeuken. Want T., een gepensioneerde timmerman en ex-marinier, gaf nogal wat details over de Bende-feiten, al minimaliseerde hij zijn eigen rol. Hij was bovendien al eens voor moord veroordeeld.
Geen schatje dus. Het bleek bovendien dat zijn naam al sinds 1997 in het dossier zat. Iemand had hem toen herkend van een compositietekening. Daar was weinig mee gedaan. Met zijn krachtige verschijning en koele blik zou hij niettemin de Reus kunnen zijn. En hoewel er geen volledige DNA-match was, zou een analyse zijn betrokkenheid ook niet helemaal uitsluiten, hoorden de media.
Het werd echter snel stil rond T. Na twee maanden stond hij opeens op straat. Hij excuseerde zich voor de camera bij de slachtoffers van de bende en deed zijn bekentenissen af als dronkenmanspraat en opschepperij. Justitie zei dat hij onder verdenking bleef. Hem langer vasthouden kon echter niet. Behalve de bekentenissen die hij tegenover vrienden deed was er niets wat hem bond aan de bende.
WNP: toch extreem-rechts?
Drie maanden na de vrijlating van T. kopten de kranten opnieuw dat de doorbraak nabij was. Dit keer was Michel L. opgepakt, een vroegere neonazi. Vooral de mensen die in de Bende van Nijvel een groot extreem-rechts complot zagen, geloofden dat de zaak nu dicht bij een oplossing stond.
L. was in de vroege jaren tachtig een kopstuk van Westland New Post. Dat was een neonazistische groepering die was voortgekomen uit de al even dubieuze Front de la Jeunesse. WNP werd van allerlei misdrijven verdacht, zoals de diefstal van documenten uit het NAVO-hoofdkwartier in Evere en een dubbele moord in Anderlecht die leek op een rituele slachting. De groep had bovendien een merkwaardige relatie met de Staatsveiligheid. Een vroegere commissaris van de Staatsveiligheid gaf WNP les in schaduwtechnieken. Of dat alleen was “om te infiltreren”, is vandaag nog een twistpunt.
Waren leden van WNP misschien ook betrokken bij de Bende van Nijvel? Velen dachten van wel. Dat verhaal werd versterkt door interviews met ex-leden van de groep. Ze pochten meer te weten over de bende, al hadden ze er zelf natuurlijk niets mee te maken. Een van hen beweerde verkenningstochten in Delhaizes te hebben gedaan. En was er niet ook een verband met Herman W., de “druïde” bij wie naar wapens was gezocht?
De aanhouding van L. leek een natte droom voor complotdenkers, maar een dag later stond hij weer op straat. Een huiszoeking was vruchteloos en het WNP-spoor leek voor de zoveelste keer dood en begraven.
En nu… Chris B.
Weer een doorbraak? Chris B. zou kort voor zijn dood in mei 2015 aan zijn broer hebben opgebiecht de Reus te zijn van de Bende van Nijvel. Hij lijkt veel op de compositietekening en scheen vrij te hebben op de dagen van de laatste Bende-overvallen in 1985. Justitie spreekt van een geloofwaardig spoor, maar klinkt minder stellig dan de opgewonden pers. Slachtoffers van de bende mogen echter opnieuw hopen. Nu vallen zelfs de namen Madani Bouhouche en Robert Beijer weer. Dat zijn twee vroegere rijkswachters die al een miljoen keer met de bende in verband zijn gebracht. Schurken eerste klas met een persoonlijke wrok jegens de rijkswacht. Ze kwamen bij B. over de vloer, beweert diens broer. Maar ze ondervragen wordt alvast lastig. Bouhouche werd in 2005 onthoofd toen hij een boom omhakte en Beijer woont volgens de laatste berichten in Thailand. Hoeveel doorbraken kan België nog hebben?