Een grappig stukje over regionale en lokale journalistiek komt van een jonge onderzoeker van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. De net afgestudeerde Johan Schoemaker legt hierin uit dat hij radiobanden beluisterde om na te gaan hoeveel minuten er aan regionaal en lokaal nieuws worden besteed. Uren en uren gingen voorbij zonder dat hij iets kon noteren. Maar: 'Ineens hoorde ik iets. Ik sprong op en spitste mijn oren. Nieuws over Wormerland! Wauw, dat ik dat nog mocht meemaken. "..Op de N561 bij Wormerland hield de politie een alcoholcontrole. Er is niemand beboet…" Zucht.'
Een vrolijk nootje in een voornamelijk droevige toonzetting. Want er valt natuurlijk niet veel te lachen als het om de lokale en regionale journalistiek gaat. Kranten vallen om, banen gaan verloren, burgers zijn slecht of niet geïnformeerd, de controle op de democratie is afwezig, bestuurders krijgen enerzijds meer taken, bevoegdheden en macht en anderzijds vrij spel.
Dat iedereen met een hart voor de democratie zich hier druk over maakt, laat zich raden. Hoogleraren, politici en journalisten komen met analyses, waarschuwingen en oplossingen. Je zou kunnen zeggen dat de lokale en regionale journalistiek nog nooit zo in het nieuws is geweest. Maar welke kant gaat het denken nu eigenlijk op? Al lezende, ben ik tot een aantal invalshoeken gekomen van waaruit er naar de regionale en lokale journalistiek wordt gekeken. Ik telde drie oorzaken voor de rampzalige staat van de regionale journalistiek en vijf oplossingen. Deze inventarisatie is gebaseerd op de mattermap, die verderop in dit stuk staat afgebeeld.
1. Schaalvergroting bij lokale en regionale media is een slecht idee
Terwijl de Persgroep begint aan een nieuwe concentratieronde van de kranten van Wegener, vinden veel schrijvers dat de schaalvergroting in de regio alleen maar kwaad heeft gedaan. Het doel was via kostenbeheersing de winst op peil te houden maar het prijskaartje voor de inhoud was hoog. Begin deze eeuw ging het mis, schijft voormalig Wegener journalist Kees Buijs die eind 2014 promoveerde op de kwaliteit van de regiojournalistiek. ‘Bij grote overnames door Wegener en de Persgroep leverden regionale kranten van naam hun identiteit en herkenbaarheid voor de lezer gedeeltelijk of geheel in.’ Er liepen sindsdien nog meer lezers weg dan daarvoor. Historicus Han van der Horst snapt dan ook niets van de nieuwe plannen van de Persgroep. ‘Nog meer afdankertjes van het AD,’ schrijft hij op Joop.nl. Elders in de wereld wordt ook geconstateerd dat schaalvergroting in de regionale en lokale media niet heeft gewerkt. Het Amerikaanse platform voor hyperlocale journalistiek Authentically Local vindt dat de twee elkaar zelfs uitsluiten: ‘Local does not scale’.
2. Het geografische vertrekpunt klopt niet meer
Er is ook existentiële twijfel over het nut van regionaal en lokaal nieuws in deze samenleving. Ten eerste wordt de band met de woonplaats losser. Mensen werken lang niet altijd in de plaats waar ze wonen, ze reizen veel en onderhouden contacten op grote afstand. ‘The user decides what is local now’, staat er in een verslag van een BBC-conferentie over regionale journalistiek. De betekenis van ‘community’ verandert. Communities zijn gebaseerd op gemeenschappelijke interesses en die hoeven niets met de woonplaats te maken te hebben. En dankzij internet kunnen nieuwsconsumenten hun interesses makkelijk volgen, aldus de Groningse hoogleraar Marcel Broersma.
3. Het ontbreekt aan managers die echt het roer om durven gooien
Een andere vraag is of de kranten in journalistiek opzicht goed gemanaged worden. Op dit punt worden harde noten gekraakt. Onder anderen door onderzoeker Kees Buijs die de regionale redacties van binnenuit kent. Drie citaten:
I ‘Crowd sourcing en onafhankelijk speurwerk waren vrijwel altijd de verdienste van individuele redacteuren; hun werkwijzen en netwerken maakten geen deel uit van de werkstructuren in het dagelijkse redactieproces.’
II. ‘Maar men deed weinig tot geen moeite om nieuwsonderwerpen te benaderen vanuit de invalshoek van de wijk- of dorpsbewoner. Institutionele bronnen bleven de boventoon voeren.’
III ‘Dat in hoofdredactionele richtlijnen wél werd gekozen voor verdieping en duiding in de krant én voor crossmediale productie, vond ik niet terug in de dagelijkse praktijk, die in het teken stond van het vullen van pagina’s.’
De algemeen directeur van Stimuleringsfonds voor de Journalistiek, René van Zanten, constateerde ook al eens dat het in de krantenwereld ontbreekt aan een André Spoor die het roer echt om durft gooien. Frappant is de overeenkomst tussen Buijs’ bevindingen en een onderzoek van Duke University naar de vernieuwing in de regionale en lokale journalistiek in de VS met de welsprekende titel ‘The goat must be fed’. De onderzoekers stellen vast: ‘Local news leaders often cite budget, time and people as their biggest constraints. But conversations with more than 20 senior editors and producers also revealed deeper issues — part infrastructure, part culture.’
4. Meer crowdsourcing en samenwerking met de lezer
Onderzoeker Kees Buijs vindt dat regionale journalisten veel meer contact moeten hebben met lezers. Die kunnen een rol spelen in alle stadia van het nieuwsproces: bij het selecteren, bij het verzamelen van informatie, bij het schrijven en opiniëren en bij het verspreiden van het nieuws. Hij wijst op het voorbeeld van Dichtbij.nl waar lezers mogen meeschrijven. In deze hoek van adviezen horen ook de pleidooien voor crowdsourcing, bijvoorbeeld door de start-up Yournalism, die juist in de regio mogelijkheden ziet om door het publiek gesponsord onderzoek te doen waar bestaande media te weinig aan toe komen. In een aardig stuk van twee studenten over ditzelfde onderwerp wordt een Nederlandse radiomaakster in Texas aan het woord gelaten. Haar station haalt jaarlijks luisteraars over om te betalen: 'Wij gaan in de gaten houden wat er met uw belastinggeld gebeurt, dat is wat je moet uitstralen.’
5. Er moet meer worden samengewerkt door lokale en regionale nieuwsorganisaties
Het idee dat er meer kan worden samengewerkt in de regio is, onder andere, bepleit door de Raad voor Cultuur (Commissie Brakman) die in 2014 advies uitbracht over de toekomst van de publieke omroep. Er wordt nagedacht en gewerkt aan regionale perscentra, een soort ANP’s in de provincie, waarbij de publiek gefinancierde tv-stations en radiozenders samenwerken met regionale kranten, ook op internet. Marc Chavannes, politiek columnist van NRC, ziet samenwerking als een goede oplossing en het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek wil een rol in spelen in het bouwen en uitbouwen van deze samenwerkingsverbanden. Staatssecretaris Sander Dekker zegt ook dat hij meer samenwerking van kranten met de regionale publieke omroep toejuicht.
6. Er zijn nieuwe mensen en nieuwe organisatievormen nodig
Kun je radicale vernieuwing verwachten van bestaande organisaties? Hoogleraar Jeroen Smit sprak bij ‘100 jaar ANP’ een zaal hoofdredacteuren toe en zei: ‘Ik stel een angstige, afhoudende houding vast, gericht op het zo goed mogelijk overeind houden van het bestaande.’ Journalistiek ondernemer Bart Brouwers (ex-TMG) bepleitte in 2013 al overheidssteun voor journalistiek met als argument: ‘Niet om mediabedrijven overeind te houden, maar om ‘pure’ journalistiek te stimuleren.’ En staatssecretaris Sander Dekker gelooft ook niet dat bestaande media-organisaties zichzelf opnieuw kunnen uitvinden: ‘Bedrijven die te lang vasthielden aan hun traditionele manier van werken zijn opzij geschoven door iTunes en Spotify die de markt revolutionair hebben veranderd. Er is nog net zoveel goede muziek als vroeger maar het zijn anderen die er een boterham aan verdienen. Zo zal het met het nieuws ook gaan.’
7. Er moet overheidsgeld bij
De jongens van de vrije, onafhankelijke pers moesten lang niets van overheidssteun hebben maar lijken hun bakens te hebben verzet. Van Bart Brouwers die journalistiek als een basisbehoefte definieerde, Marc Chavannes die toegang wil verlenen tot de geldpotten van de regionale publieke omroep, de Tilburgse lector Alexander Pleijter en de hoogleraren (en voormalige journalisten) Henri Beunders en Jeroen Smit. Ook politici beginnen hardop te zeggen dat overheden een journalistieke zorgtaak hebben, zoals de Roosendaalse wethouder Toine Teunis en leden van de SP Gelderland. Maar er is wel verdeeldheid over wat er nu precies gesubsidieerd moet worden: de journalistieke bedrijven of de journalistiek zelf. Sommigen laten dat in het midden. Bart Brouwers kiest voor de journalistiek en Alexander Pleijter bepleit met kracht om het geld dat naar de regionale omroepen gaat daar weg te halen met het argument: Waarom bijvoorbeeld omroepen wel subsidiëren en kranten niet? Erger nog, waarom een omroep subsidiëren die prioriteit geeft aan live-uitzendingen over de marathon en het carnaval?’
8 Journalistiek ondernemerschap in de regio
Er zijn ook partijen die geen bedreigde akkers in de regio zien die dringend bescherming nodig hebben. Zij zien juist braakliggende grond, klaar om te worden omgeploegd en herverkaveld door nieuwe bedrijven met nieuwe diensten, andere werkwijzen, andere business modellen, andere winstverwachtingen en dat alles geënt op nieuwe technologie.
Een nieuwe figuur op het lokale front is de hyperlocal, of wel een nieuwswebsite gericht op een stadswijk of gemeente, die onderhouden wordt door een ondernemende journalist met een piepkleine organisatie. Hoewel nieuw? ‘If anything, this latest incarnation of entrepreneurial journalism at a local level is merely the industry going full circle to the days of pamphleteers and individual publishers,’ schrijft Ross Hawkes, oprichter van de lokale Engelse nieuwssite Litchfield Live. Martin Reijmerink is zo’n one-man-band in Nieuwegein, al 19 jaar lang. ‘Ik zeg: afschaffen die subsidies,’ schrijft hij in reactie op het voorstel van de Roosendaalse wethouder. Ook zijn er interessante initiatieven door vrijwilligers zoals het hippe Vers Beton, online tijdschrift voor hardwerkende Rotterdammers.
In Wormerveer zou een hyperlocal site al een hele verbetering zijn. Door anderen wordt echter betwijfeld of de hyperlocals het democratische gat kunnen dichten. Van piepkleine organisaties die ook nog banners moeten verkopen en marketing bedrijven, kun je niet verwachten dat ze onderzoek doen, is de teneur. Het Stimuleringsfonds constateerde vorig jaar dat er wel veel vernieuwing door hyperlocals op gang komt maar zag nog geen ‘sustainability’.
Maar naast de hyperlocals zijn er nu ook anderen die brood zien in nieuwe journalistiek op regionaal en lokaal niveau. Nu.nl begon in 2014 in vier regio’s met een aparte nieuwsvoorziening in samenwerking met bestaande, succesvolle nieuwssites in de regio zoals Salland Centraal. En begin dit jaar kwam het nieuws dat Bart Brouwers samen met Merien ten Houten (voorheen Ilse) een journalistiek platform in Eindhoven wil beginnen.
Tot zover deze tussenstand. Tussenstand? Ja, nieuwe rapporten en adviezen zijn alweer in de maak. Op 12 februari presenteert het Stimuleringsfonds bijvoorbeeld alweer een nieuw onderzoek naar de nieuwsvoorziening in de regio. Ik kom hier dus vast nog een keer op terug. En mis je nog een invalshoek, of heb je een aanvulling? Ik hoor het graag. (petra@petraterdoest.nl)
(Klik op de mattermap om alle verzamelde citaten te bekijken)