Tussen twee culturen

Hoe is het om familie in twee verschillende culturen te hebben? Marc groeide op in Nederland en ontmoette op zijn twintigste voor het eerst zijn vader in Tunesië. Sindsdien bezoekt hij zijn Tunesische familie regelmatig. ‘Het is heel fijn om de Nederlandse cultuur weer even te kunnen relativeren als je daar bent.’ Hij vertelt hoe het was om pas na twintig jaar een vader in zijn leven te hebben. En waarom hij elke week van Arnhem naar Amsterdam rijdt om zonder dat zijn familie het weet Arabisch te leren.

Marc, wie ben je?

Haha, dat is best een lastige vraag. Ik ben Marc , 35 jaar, opgegroeid in Winterswijk in het oosten van het land. Momenteel woon ik in Arnhem, maar ik sta in twijfel om te gaan verhuizen. Mijn relatie is uit en ik ben verder niet meer gebonden aan Arnhem.  Dus alle mogelijkheden liggen weer open. Ik werk voor een detacheringsbedrijf als regiomanager, dus ik ben flexibel. Amsterdam en Utrecht lijken me leuk, maar het zou ook iets heel anders kunnen worden. Ik weet het nog niet, het kan allemaal en dat is fijn, maar dat maakt het ook lastig. Het voelt alsof je een garage binnenkomt met vijfhonderd auto’s en je er ééntje uit moet kiezen.

Waarom ben je Arabisch gaan leren?

Mijn vader is Tunesisch. Hij heeft 9 jaar in Nederland gewoond, maar woont nu weer in Tunesië. Hij spreekt heel goed Nederlands, dus hij wil graag dat ik Nederlands met hem spreek. Maar ik heb nog veel meer familie daar wonen en dan is hij altijd de tolk. Ik kan wel wat Arabische woorden, maar m’n vader wordt ook ouder en ik ben bang dat als hij er een keer niet meer is het contact met de familie echt handen- en voetenwerk wordt en dan kun je geen diepgaande gesprekken meer voeren.

Waarom is je vader weer in Tunesië gaan wonen?

Mijn moeder is Nederlands en mijn vader kwam hier met de eerste lichting gastarbeiders in Nederland. Ze zijn getrouwd hebben een kindje gekregen, mijn broer. Maar mijn vader vond het in Nederland niet zo geweldig, hij miste zijn land. De Tunesische cultuur is veel meer van samen en voor elkaar klaarstaan. Dus hij wilde graag terug naar zijn familie. Toen hebben ze besloten om met het gezin in Tunesië te gaan wonen. Maar vervolgens kon mijn moeder daar weer lastig aarden. Zij was zwanger van mij toen ze zijn gescheiden. Mijn moeder is teruggegaan naar Nederland en mijn broer is bij mijn vader gebleven. Dus ik ben niet lang daarna in Nederland geboren en hier opgegroeid. En ik wist eigenlijk niet beter dat ik een vader had in het buitenland.

Hadden je ouders nog goed contact?

Ja, die hebben gewoon goed contact gehad. En ik belde ook elke…nou niet elke week, dat was te duur, maar eens in de zoveel tijd belde ik. Met zo’n bakelieten telefoon en dan hoorde ik die krakerige stem door de telefoon en dan dacht ik: ‘dat is dus m’n vader’. Maar verder heb ik hem alleen op een foto gezien.

Je hebt hem in je kinderjaren nooit ontmoet?

Nee, nooit ontmoet. Dat had er ook mee te maken dat in die tijd wel eens kinderen werden ontvoerd naar het buitenland. En daar waren m’n moeder en m’n opa en oma best wel angstig voor.

Was je vader dat ook van plan dan?

Nee, maar dat was de angst die er in zat. Ik heb het mijn vader later wel eens gevraagd en die zei:  ‘waarom zou ik dat doen joh? Natuurlijk wilde ik je graag zien, maar dat betekent niet dat ik iets tegen de wet zou doen, dat is niet okee.’ Maar ik heb hem dus de eerste periode in m’n leven alleen gekend van foto’s, brieven en bellen.

Wanneer heb je hem dan voor het eerst ontmoet?

Toen ik twintig was heb ik een ticket gekocht. Ik wilde er al heel lang naartoe. Ik kocht een ticket voor twee weken, met de insteek dat als het ontzettend tegenviel ik met twee dagen misschien weer terug zou zijn. Het was heel apart. Mijn broer, die ik al wel eens eerder in Nederland had ontmoet, haalde me op van het vliegveld.  Vanaf daar was het nog een paar uur rijden naar het huis van m’n vader. Hij woont vlak bij de grens van Algerije. En toen kwam ik uiteindelijk bij zijn huis aan. Er was een muur met een poort en een binnenplaatsje. Hij stond in die binnenplaats te wachten. Ik kwam die poort door en toen zag ik daar een man staan en ik dacht: ‘verrek, jij lijkt op mij’. Alsof ik een oudere versie van mezelf daar zag staan. Dat was een heel gaaf moment. Dat vergeet ik nooit meer. Het was heel emotioneel. Hij had mij natuurlijk ook nog nooit gezien. Het was een hele mooie ontmoeting en ik ben twee weken gebleven. Er ging een hele nieuwe wereld voor me open, met ooms en tantes en nichtjes en neefjes en zoveel gezelligheid. Na twee weken ben ik terug naar Nederland gegaan en sindsdien hebben we elkaar elk jaar gezien. In het begin ben ik daar zelf geregeld naartoe gegaan en hij is ook een paar keer in Nederland geweest om te zien hoe ik leef. Zo proberen we elkaar elk jaar even een paar weken te zien.

Wat een mooi verhaal zeg.

Ja en het is ook echt een verrijking in m’n leven. Als ik daar een paar weken geweest ben bekijk ik het leven vanuit een heel ander perspectief. Dan denk ik wat lopen we hier toch allemaal te zeiken op van alles en nog wat. Het leven is daar een stuk simpeler, naar westerse maatstaven zelfs arm, maar de rijkdom zit daar in hele andere dingen. Mijn vader

heeft een groentewinkel waar hij goed van kan leven. Er is weliswaar geen warm water en geen wifi, maar voor hem is het veel belangrijker om te zien dat het met z’n familie, z’n kinderen en z’n kleinkinderen goed gaat. Gewoon ‘s avonds met z’n kinderen te kunnen zitten, te kunnen eten. Hij heeft alles wat hij nodig heeft voor een tevreden leven. En dat zet mij wel weer even met beide benen op de grond.

Ze zullen het vast leuk vinden dat je Arabisch aan het leren bent.

Ze weten van niks! Ik ben het aan het leren als verrassing. Ik heb het niemand verteld. Een week nadat de taalcursus is afgelopen, ga ik erheen en dan gaan ze het horen en zien.  Ik heb ook echt niks verteld tegen m’n vader, niemand weet dat ik hiermee bezig ben. Ik ben heel benieuwd naar hun reactie. Na de ramadan ga ik erheen.

Doe je zelf ook ramadan mee?

Nee, ik ben echt Nederlands opgevoed. Ik heb vroeger wel eens een keer meegedaan met een vriend van mij. Maar ik ben met mijn moeder opgegroeid, volop Nederlands, dus geen ramadan en dergelijke.

Ik herinner me de eerste keer dat ik je ontmoette, dat je wel iets Arabisch in je uiterlijk hebt, maar het is niet direct te plaatsen…

Ja dat is grappig, dat zeggen veel mensen. Als ik zeg dat ik Tunesisch ben dan geloven mensen dat, maar ik kan nog 26 andere noemen waarvan je zou zeggen: ‘ja dat zou ook kunnen’. Het is wel iets mediterraans, maar hoe wat waar precies, dat is altijd lastig en dat raden mensen eigenlijk nooit.

Mijn eerste indruk was ook dat je een beetje een, hoe zal ik het zeggen, boze blik hebt…

Ik heb inderdaad een hele chagrijnige kop, haha. Dat is m’n concentratiehoofd….

Ik hoorde het vorige week nog. Ik liep ergens met oordoppen in en dan zit ik gewoon in m’n hoofd. Toen zei iemand: ‘Je kijkt echt zó chagrijnig, wat is er aan de hand?!’ Ik zeg: niks, ik ben gewoon vrolijk! Maar dit is gewoon mijn gezicht, gefocust en dat staat dan chagrijnig.

Ja je hebt een soort van scherpe blik in je ogen…

Ja, voordeel is dat mensen ook niet bij je aankomen om een praatje te maken, haha.

Hoe ziet je leven in Nederland eruit?

Ik woon dus in Arnhem en werk als regiomanager bij een detacheringsbureau. Daarvoor ben ik heel veel op de weg om klanten te bezoeken. Ik rijd zo’n 60.000 kilometer per jaar. Ik doe een deel verkoop, relatiebeheer en het aannemen van nieuwe teamleiders. Het is vooral leuk om veel verschillende mensen in verschillende bedrijven te ontmoeten. En dat is nodig om je klanten goed van dienst te kunnen zijn.

Ik herken een beetje de insteek van je vader: elkaar kennen en op elkaar kunnen rekenen…

Ja ik vind dat belangrijk, het vertrouwen. Ik moet je kennen. Ik kan je naam wel ergens lezen, maar dat zegt niks. Ik moet iemand in de ogen hebben gekeken.

Als je in Arnhem woont dan leg je dus elke week een hele afstand af om in Amsterdam Arabische les te volgen…

Klopt, het is een uur rijden. Maar na de les vind ik het heerlijk om even mijn hoofd leeg te krijgen in de auto onderweg naar huis. De lessen gaan behoorlijk snel, je krijgt een hoop nieuwe stof binnen. Maar ik vind het aan alle kanten de moeite waard. Ik ben heel blij dat ik eraan begonnen ben. Het liefst wil ik alle vijf de cursussen die er zijn doorlopen. Na de vijfde zou je al Arabische teksten moeten kunnen analyseren en samenvatten. Maar laten we maar eens beginnen met stap één, het alfabet goed onder de knie krijgen.

Het is voor mij echt lang geleden dat ik huiswerk had gemaakt. Op zaterdag en zondag in de boeken in plaats van iets leuks gaan doen. Maar ik merkte dat ik het uiteindelijk echt leuk begon te vinden. Het helpt ook enorm dat de sfeer in de klas leuk is, er wordt een hoop gelachen. En het is ontzettend leuk dat wanneer ik nu ergens iets Arabisch zie staan ik het gewoon kan lezen, op straat of op verpakkingen van producten.

Het schijnt ook heel goed te zijn voor je hersenen, omdat er nieuwe verbindingen tussen verschillende hersendelen worden geactiveerd.

Ja precies. Je leert de wereld beter begrijpen en vanuit een ander begrippenkader te denken. Wat bijvoorbeeld anders is, is dat in het Arabisch er geen klinkers worden geschreven. Er zijn wel drie losse karakters, de damma, kasra en fatha, die als streepjes of krulletjes onder of boven de woorden kunnen worden aangegeven. Maar die worden in principe achterwege gelaten als je bijvoorbeeld een Arabische krant leest. Dus of je iets als ‘oe’, ‘aa’ of ‘ie’ uitspreekt, dat moet je per woord uit je hoofd leren of herkennen. Dat vergt een heel andere manier van de taal leren.

Je moet dus wel enige affiniteit met taal hebben.

Ja, en dat is leuk om te zien in de klas, dat ieder z’n eigen motivatie heeft. Kees van 59, die nog graag een nieuwe taal wil leren. Daartegenover een Ruben, die net z’n master heeft afgerond en nu hieraan begint. Studenten die het als aanvulling op hun studie doen, maar ook mensen die al jaren werken en zich willen verbreden. En alles wat daartussenin zit.

Heb je behalve voor je familie nog andere plannen met het Arabisch?

Eén van m’n dromen is om in Tunesië een café te beginnen. Je ziet daar heel veel cafés waar alleen maar mannen zitten, koffie en shisha te roken. Vrouwen zie je daar niet. Er zijn amper cafés voor een gemengd publiek. Dus ik zou graag een café openen dat toegankelijk is voor mannen, vrouwen én kinderen.

Maar denk je dat als je zo’n café opent denk je dat vrouwen dan vanzelf komen?

Jazeker, want dan ga ik het zo inrichten dat het een beetje ‘East meets West’ wordt, een mooi café met een stijlvolle inrichting en een goeie menukaart. Niet zo ’n rokerig holletje. En ik denk dat je daar wel een verschil mee kan maken. En de taal kunnen spreken helpt daar natuurlijk wel mee.

Zou je er ook willen gaan wonen?

Nee, ik heb het heel erg naar m’n zin in Nederland en ik voel me hier ook heel erg thuis. Die zaak zou alleen betekenen dat ik er vaker in het jaar zou zijn. Het lijkt me vooral fijn om iets bij te dragen en mijn vader en broer erbij te kunnen betrekken. Maar zeker niet om erheen te emigreren.

Na de Ramadan ga je dus naar Tunesië. Dat wordt voor je vader een grote verrassing. Nog beter wellicht dat het Suikerfeest: een zoon die ineens Arabisch spreekt.

Ja, ze gaan helemaal gek worden denk ik. Ik ben heel benieuwd.

 

Eerder verschenen in deze serie:

“Het Arabisch gaat blijven, dus wen er maar beter aan”

“Marokkaans-Nederlands zijn is voor mij een verrijking”

Hoe je in Saudi-Arabië via ‘gaydar’ een politieman date

Mijn gekozen waardering € -