Hoe ben je begonnen met publiceren via Blendle/Cafeyn?
“Ik blog al sinds 2010, daardoor wist ik al welke wegen ik moest nemen om een artikel online gelezen te krijgen. Ik hoorde bij de groep die er al redelijk vroeg bij was. Toen ik Alexander Klöpping bij De Wereld Draait Door over Blendle/Cafeyn hoorde praten, schreef ik me gelijk in voor een bèta account. Ik was toen ergens in loondienst en had het geld niet nodig. Ik wilde schrijven, maar had geen zin om te onderhandelen met kranten om gepubliceerd te worden. Dat gedoe. Daarom besloot ik via Reporters Online, dat toen nog een andere naam had, te publiceren. Gewoon. Voor erbij.”
Hoe zag dat er financieel uit?
“Zeker in het begin verdiende ik weinig geld, maar ik was blij met elk tientje. Mijn eerste hit was een verhaal dat ik in 2014 schreef over mijn ervaring als straatmuzikant in Parijs. In 2016 had ik mijn grootste hit tot nu toe met een analyse over Islamitische Staat. Het was zelfs het beste via Reporters Online gelezen stuk van het jaar. Hoeveel ik er precies mee heb verdiend, kan ik niet zeggen, maar ik ga ervan uit dat een absolute tophit rond de 15 á 20.000 lezers kan halen.”
Dat klinkt goed.
“Laat ik het zo zeggen: als ik elke maand een tophit zou hebben, zoals het IS verhaal, dan was ik een tevreden freelancer. Maar helaas werkt het niet zo. Ik schrijf nu ongeveer een stuk per week en werk even hard aan elk verhaal. Niet al die verhalen leveren vervolgens veel geld op. Het is dus erg onvoorspelbaar wat je uiteindelijk voor je werk terugkrijgt. Het kan 25 euro zijn, een paar honderd euro of zelfs veel meer.”
Dat klinkt dan weer vrij onzeker.
“Dat is het ook. Het gaat heel erg met ups en downs. Het is iets waar je je van tevoren goed op moet instellen. Aan de andere kant: de ups kunnen dan weer ineens heel erg hoog zijn. Hierdoor kun je, gemiddeld gezien evenveel verdienen als wanneer je, meestal voor niet al te veel geld, je stukken aan een uitgever verkoopt.”
Jij hebt nu een aantal Blendle/Cafeyn-monsterhits gehad, is er een formule?
“Als die bestond, had iedereen het natuurlijk gedaan. Het moeilijke aan publiceren op het internet is dat wat viraal gaat, steeds weer verschuift. Een tijd geleden werkte het heel goed om lijstjes te maken. Veertien redenen waarom zus, tien manieren waarom zo. Noem maar op. Dat werkt nu niet meer. Ik heb ook een aantal keer briefjes van God geschreven aan prominente figuren. Dat liep eerst best goed, maar is nu ook zijn uitwerking aan het verliezen. Het belangrijkst is om jezelf, en de artikelen die je schrijft, goed te promoten en steeds te blijven experimenteren met nieuwe vormen van schrijven.”
Hoe pak je die zelfpromotie aan?
“Zodra ik een stuk publiceer, zet ik dat om te beginnen natuurlijk gelijk op Facebook, Twitter en mijn eigen blog. Dan ben je er nog niet. De eerste uren dat een artikel online staat, kunnen al doorslaggevend zijn voor het succes. Daarom is het zaak om je stuk te blijven pushen via social media. Ik krijg weleens te horen: ‘Je blijft maar twitteren met hetzelfde stuk, nu weten we het wel.’ Dat doe ik om te voorkomen dat mijn verhaal op het internet wordt ondergesneeuwd. Met wat geluk wordt een artikel van mij op een gegeven moment opgepakt en begint de sneeuwbal te rollen. Ik heb meestal binnen drie uur na publicatie wel door of een stuk een hit gaat worden of niet.”
Hoe heb je dat door?
“Je merkt het gelijk aan hoeveel je posts worden gedeeld op Facebook en Twitter. Blendle/Cafeyn-hartjes (de equivalent van de like op Facebook red.) zijn ook een goede indicator. Als je ziet dat een stuk goed loopt, geeft dat een euforisch gevoel. Het is erg verslavend om het hele proces te volgen. Wat al helemaal helpt, is om genoemd te worden in de nieuwsbrief van Blendle/Cafeyn zelf. Dat zorgt er meestal voor dat je artikel een enorme boost krijgt. Helaas is dat natuurlijk ook weer iets waar je zelf geen of weinig invloed op hebt.”
Hoe voelt het als een stuk niet goed loopt?
“Dan kan ik echt een rotdag hebben. Soms ben ik zelf erg trots op hoe een artikel is uitgepakt, maar verkoopt het toch niet echt lekker, ondanks de moeite die ik doe om het stuk te promoten. Ik heb zelfs een keer getwitterd: ‘Ik ben woest op jullie.’ Dat was omdat ik een veelbelovend artikel had geschreven dat uiteindelijk niet echt van de grond kwam. Publiceren op het internet voelt heel anders dan bijvoorbeeld voor een tijdschrift. Als een verhaal van mij mooi opgemaakt in een blad staat, dan heb ik meestal al betaald gekregen en kan ik er echt trots op zijn. Via internet gaat de erkenning toch vooral via de clicks. Je kan er neurotisch van worden. Ligt het aan mij? Heb ik iets over het hoofd gezien?”
Hoe promoot je jezelf als schrijver?
“Het is vooral belangrijk dat mensen weten wat ze van je kunnen verwachten. Als er iets op het gebied van religie gebeurt, dan kunnen mensen ervan uitgaan dat ik er over schrijf. Daar focus ik me dan ook volledig op. Mijn artikelen worden gelezen door een vaste achterban, die natuurlijk ook een bepaald niveau verwacht. Op dit moment volgen ruim 400 mensen mij via Facebook. Natuurlijk zorg ik ervoor dat de koppen van mijn artikelen lekker klikbaar zijn, maar die klik wordt dan altijd gevolgd door kwaliteit. Als je dat niet doet, kan je nooit iets opbouwen. Daarnaast noem ik mij niet voor niets de Theoloog des Twitterlands. Het denkt de lading van wat ik doe en maakt gelijk duidelijk waar ik te vinden ben.”
Wat krijg je terug van je lezers?
“Veel positieve reacties, soms kritisch. Zeker gezien het onderwerp waar ik over schrijf kan ik nog weleens wat shit over me heen krijgen. Maar dat hoort erbij. Soms als ik meer dan één artikel per week schrijf, krijg ik reacties als: ‘Ik ga niet wéér 69 cent betalen voor een artikel.’”
Veel journalisten in vaste dienst schrijven meer dan één artikel per dag.
“Ja dat klopt. Waarschijnlijk omdat het lijntje tussen de schrijver en de lezer dan minder direct is, voelt het niet alsof je die persoon aan het betalen bent. Als je onder eigen titel publiceert, is het gelijk duidelijk naar wie een deel van die 69 cent gaat. Het is een hele andere verhouding.”
Betaal je Facebook weleens om een stuk te promoten?
“Soms, maar eigenlijk alleen als ik merk dat een artikel al goed loopt. Om het nog een extra zetje te geven. Zo heb ik een keer een briefje van God aan Arjan Lubach geschreven. Toen heb ik voor een promotie betaald die specifiek gericht was op mensen die Zondag met Lubach een like hadden gegeven. Dat gaf het verhaal weer een zet in de goede richting.”
Zou je Blendle/Cafeyn aanraden voor diepgravende onderzoeksjournalistiek?
“Stel je voor, je werkt een maand lang aan een stuk en je zet het online. Als die dag toevallig iemand als David Bowie overlijdt, dan kan je een fantastisch stuk hebben geschreven, maar je kan wel raden waar iedereen op gaat klikken. Mijn advies zou zijn om dat risico nu nog niet te nemen op Blendle/Cafeyn. Daarom hou ik het nu op ongeveer één stuk per week waar ik een dag aan werk.”
Heb je nog tips voor mensen die zelf online willen uitgeven?
“Wat ik mensen op het hart wil drukken, is om echt achter je artikelen aan te gaan. Niet alleen maar online zetten, maar actief promoten. Daarnaast is er ook nog winst te halen voor mensen die via een reguliere uitgeverij artikelen verkopen. Als die titel ook op Blendle/Cafeyn verschijnt, dan wil ik altijd met een uitgever afspreken dat ik, zeg, voor elke honderd Blendle/Cafeyn hartjes een bonus krijgt. Zij verdienen extra aan de verkoop via Blendle/Cafeyn, waarom zou ik daar als schrijver niet ook een deel van krijgen? Uitgeverijen komen daar meestal niet zelf mee, maar het is wel iets wat in de toekomst misschien vaker voor gaat komen. Zeker als meer freelancers het zelf aankaarten.”
Hoe zie je jouw toekomst op Blendle/Cafeyn?
“Op dit moment durf ik nog niet volledig voor Blendle/Cafeyn te gaan als vaste inkomstenbron, vooral omdat het zo onzeker is wat je voor je werkzaamheden terugkrijgt. Begrijp me niet verkeerd: het is in het afgelopen jaar veel meer dan een kleine bijverdienste geweest. Ergens tussen een lange vakantie en de aanschaf van een auto in. Zelf wacht ik nog af hoe diensten als Blende het in de toekomst in Engelstalige landen zoals de Verenigde Staten gaan doen. Daar is veel meer bereik en heerst ook een levendige maatschappelijke discussie over religie.”
Nieuwsgierig geworden naar de verhalen van Alain?
Je kan ze vinden via zijn blog: www.alainverheij.nl of via Reporters Online.
(Dit artikel is onderdeel van De Pegel, een zoektocht naar nieuwe verdienmodellen voor freelancejournalisten. Kijk voor meer informatie op www.depegel.media.)