Groeten uit baofahu-land

China telt meer dollar-miljardairs dan de Verenigde Staten. In krap veertig jaar wisten ze een vermogen op te bouwen omvangrijker dan het bruto nationaal product van Australië. Wie zijn ze, hoe komen ze aan hun geld en hoe laten ze de yuans rollen?

De hoofdstad van de communistische Volksrepubliek is ook de wereldwijde hoofdstad van het kapitalisme geworden. Volgens het financiële tijdschrift Hurun Report wonen er in Beijing honderd rijken die gerekend in dollars een miljard of meer bezitten.

Beijing heeft daarmee New York (95 miljardairs) ingehaald als wereldwijde hoofdstad van de rijken. In de top-10 van steden met de meeste miljardairs staan ook Hong Kong (plek 4), Shanghai (5), Shenzhen (7) en Hangzhou (9).

Tweede economie

Met de open deur-politiek heeft China zich niet alleen opengesteld voor het buitenland, maar ook voor het kapitalisme. In minder dan veertig jaar heeft China zich ontpopt van een ontwikkelingsland tot de tweede economie ter wereld. Nergens ter wereld (en waarschijnlijk nooit eerder in de geschiedenis) is in zo’n korte tijd zo’n enorme welvaartsgroei gerealiseerd.

Veel Chinezen hebben hiervan kunnen profiteren; een kleine groep heel veel zelfs. Zij hebben de economische hervormingen in de Volksrepubliek gebruikt om hun fortuin te maken. Baofahunoemen Chinezen ze: plotseling-rijken.

Omdat het vrijwel zonder uitzondering om eerste generatie rijken gaat, zijn ze niet gewend aan rijk zijn. Dat leidt nogal eens tot protserig vertoon in de vorm van exclusieve auto’s, designerkleding, dure horloges en privéjets. Wie weleens in een karaokecentrum is geweest, zal het zijn opgevallen dat er aparte VIP-afdelingen zijn. Hier kan voor wie niet op een paar yuan hoeft te kijken discreet met vrienden feest worden gevierd, of relaties worden gefêteerd met sterke drank en vrouwelijk gezelschap.

Onvermijdelijk zijn er ook uitwassen die op de lachspieren werken, zoals de baofahu die een vijfsterrenhotel afhuurde voor het verjaardagsfeestje van zijn zeeleeuw. Ongevallen op de openbare weg met Ferrari’s, Maserati’s en Lamborghini’s komen regelmatig voor; want behalve beginnend miljardair zijn ze doorgaans ook beginnend bestuurder. Soms denken ze dat ze dankzij hun geld overal mee weg komen en schofferen ze anderen openlijk. Ook daar is een Chinees woord voor: tuhao, ongemanierd rijk.

Chinezen zijn er zo aan gewend, dat het opvalt als de baofahu normaal doen. Vorige maand ging op het Chinese internet een foto viraal van Ren Zhengfei, oprichter van Huawei. De foto is genomen op het vliegveld van Shanghai en te zien is hoe een van de rijkste mannen van China in de rij staat voor een taxi.

Chinese internetgebruikers zijn verrukt over Rens goede voorbeeld. Iemand wist zelfs te vertellen dat Ren ook weleens de Airport Shuttle neemt, de pendelbus voor Shanghainezen met weinig geld, veel tijd en zonder smetvrees.

Kunst verzamelen

Een geciviliseerde manier om je rijkdom te etaleren is filantropie of kunst verzamelen. Daar kunnen afgunstige medeburgers, noch de overheid aanstoot aan nemen. Zeker niet als je in het buitenland Chinese kunstschatten koopt, naar China terugbrengt en ze daar tentoonstelt. Het bekendste voorbeeld is misschien wel Liu Yiquan. Hij is van eenvoudige komaf en begon zijn carrière met baantjes als tassenverkoper en taxichauffeur. Toen China begon te veranderen greep hij zijn kans. Hij maakte in de jaren ’80 zijn fortuin op de aandelenbeurs en begon met de winst het vastgoedbedrijf Sunline.

Liu werd bij het grote publiek bekend toen hij in april 2014 voor 36 miljoen dollar op een veiling in Hong Kong een kopje uit de Ming-dynastie kocht (en ter plekke afrekende met zijn creditcard, wat hem 28 miljoen frequent flyer miles opleverde). Liu baarde vervolgens opzien door voor de camera’s uit het 500-jaar oude kopje thee te drinken. Liu heeft twee eigen musea in Shanghai waar zijn kunstverzameling is te zien.

Ook buiten de cultuursector zijn baofahu toenemend actief en koploper is Alibaba-oprichter Jack Ma, die anderhalf miljard dollar van zijn kapitaal voor projecten op het gebied van sociaal welzijn in China heeft vrijgemaakt. Net zoals met hun zakelijke activiteiten waken China’s rijken ervoor dat ze met hun liefdadigheidsorganisaties uit politiek vaarwater blijven. Noodhulp, armoedebestrijding en onderwijs zijn populaire onderwerpen.

Maar er zijn ook creatieve ideeën om je welvaart te delen. Xiong Shuihua maakte zijn fortuin in de staalindustrie en vond het tijd iets terug te doen voor de bewoners van het buurtje in Xiongkeng waar hij opgroeide. Hij sloopte hun huisjes en zette er 72 ruime woningen voor in de plaats. Buurtbewoners konden voor slechts 30.000 yuan een nieuwe woning betrekken (3.600 euro), maar wie echt geen geld had kon ook zonder betaling in een nieuw huis trekken. Bejaarden krijgen bovendien drie keer per dag een gratis warme maaltijd.

Zeker 27 personen die in de lijst van China’s rijken waren opgenomen sinds Hurun die in 1999 bijhoudt, zijn veroordeeld voor omkoping, verduistering, maar ook geweldpleging. Volgens Hurun gaat het vaak om ondernemers die een bedrijf met eigen handen van de grond hebben opgebouwd en op het toppunt van hun succes van het rechte pad raken, zoals Ma Ming.

De 48-jarige multimiljonair werd vorig jaar aangehouden nadat in zijn garage drie gestolen SUV’s waren aangetroffen. Ma vertelde de politie dat zijn leven na een scheiding van de rit was geraakt. Om de zinnen te verzetten besloot hij dat beter iets met zijn handen kon doen. Dat werd dus autodiefstal.

Het bekendste voorbeeld is misschien wel Liu Han. Hij gaf niet alleen leiding aan een succesvol mijnbouwbedrijf, maar ook aan een criminele bende. De schatrijke zakenman en zijn broer Liu Wei werden in 2014 ter dood veroordeeld wegens meervoudige moord, geweldpleging, ontvoering, omkoping, afpersing en het exploiteren van illegale gokhuizen.

De zaak zorgde in China voor veel ophef, want Liu stond ook bekend als grootste mecenas van China. Ook was hij tot zijn val jarenlang lid van een politieke adviescommissie. Liu beschikte over politieke connecties tot op het niveau van het permanent comité van het politbureau.

Rode adel

‘Blijf dicht bij de overheid, maar ver van de politiek’, heeft China’s rijkste man Wang Jianlin ooit gezegd. Dat motto is misschien wel de reden van het zakelijk succes van wat in China de Rode Adel wordt genoemd. Naaste familieleden van politieke leiders zijn gewilde zakenpartners, omdat wordt verondersteld dat ze over de juiste connecties, guanxi, en over politieke rugdekking beschikken.

Wang kan het weten. In 2007 had nog niemand van zijn vastgoedbedrijfje gehoord, maar toen hij enkele familieleden van partijleiders de mogelijkheid bood een aandeel in zijn bedrijf te nemen begon het te lopen. Deng Jiagui, de zwager van president Xi Jinping, was een van hen. Deng is een succesvol projectontwikkelaar en er is geen bewijs om te veronderstellen dat hij niet op eigen kracht rijk is geworden. Maar de banden met zijn schoonfamilie zullen zeker niet tegen hem hebben gewerkt.

Volgens John Osburg, die het boek Anxious Wealth schreef over de nieuwe rijken in Chengdu, denken veel Chinese zakenmensen dat zij alleen succesvol kunnen zijn als zij partijfunctionarissen fêteren op luxueuze diners en betaalde seks.

Ik vroeg Rupert Hoogewerf, de Luxemburger die Hurun Report in 1999 oprichtte (Hu Run betekent hoge werf), onlangs of het mogelijk is om in China met schone handen rijk te worden. Hij antwoordde: “Ik beschouw het als symbiose. Goed zakendoen helpt de overheid verder, bijvoorbeeld door in te spelen op werkgelegenheidsdoelstellingen, nieuwe beleidsprioriteiten of door verlieslatende staatsbedrijven over te nemen. En ja, het is heel goed mogelijk om rijk te worden met schone handen. Het anti-corruptieprogramma van de partij heeft er bovendien voor gezorgd dat veel Chinese ondernemers zich aan de regels zijn gaan houden.”

Wie is wie

Wang Jianlin (1954) is momenteel de rijkste man van China. Wang is een echte rode kapitalist. Steenrijk geworden door het ondernemerschap, maar keurig partijlid en ook parlementariër. Wang is volgens Hurun Report goed voor een vermogen van 34,4 miljard dollar.

Zijn Dalian Wanda Groep ontwikkelt winkelcentra, warenhuizen, bioscopen en karaokecentra. In totaal bezit het bedrijf meer dan dan 9 miljoen vierkante meter omroerend goed in honderd Chinese steden. Lokale Chinese bestuurders komen bij Wang op audiëntie om zijn bedrijf te interesseren voor hun stad. De laatste jaren investeert hij steeds meer in de entertainmentsector, zoals de filmindustrie. Wang kennen we in het westen vooral dankzij zijn belang in de Spaanse voetbalclub Atlético Madrid.

Ma Yun (1964) is de op een na rijkste man van China. Wij kennen hem beter onder zijn Engelse naam: Jack Ma. Inderdaad, de mede-oprichter van Alibaba. Begon in 1995 met een Chinese online Gouden Gids, maar werd echt groot met het ontwikkelen van de grootste Chinese sites van dit moment: Alibaba (een marktplaats voor bedrijven) en Taobao (een op consumenten gerichte marktplaats).

Alibaba ging 19 september 2014 op Wall Street naar de beurs en haalde 25 miljard dollar op, de grootste beursintroductie aller tijden. Dat maakte hem een van de rijkste mannen van China. Volgens Hurun Report is hij goed voor een vermogen van 22,7 miljard dollar.

Zong Qinghou (1945) is minder bekend in het westen, maar in China kent iedereen de oprichter van Wahaha. Rijk geworden met  de Whangzou Wahaha Group, fabrikant van frisdranken. Volgens Hurun Report goed voor een vermogen van 21,1 miljard dollar.

Begon zijn zakenimperium met een winkeltje in een school om melk te verkopen. Zong is sinds 2002 ook parlementslid.

Zoals veel Chinese rijken deed Zong weinig aan zijn persoonlijk beveiliging, totdat hij in 2013 op straat werd aangevallen. De dader was een 49-jarige werkloze die naar Wongs huis was gegaan om hem om een baan te vragen. Toen Zong hem afwees, trok de man een mes. Bij het afweren van het steekwapen werd Zong in zijn linkerhand geraakt, waarbij twee pezen werden doorgesneden.

Chen Lihua (1941) is de rijkste vrouw van China, rijk geworden dankzij haar bedrijf Fuwah International dat onroerend goed in de stadsprovincie Beijing ontwikkelt. Volgens Hurun Report is ze goed voor 7,7 miljard dollar.

Ze heeft een bijzonder levensverhaal dat begint met haar geboorte in het Zomerpaleis in Beijing. Ze is namelijk afstammeling van een adellijke Manchu-familie. Ten tijde van haar geboorte was deze echter al verarmd en verliet ze noodgedwongen voortijdig school om als meubelmaakster bij te verdienen. De meubelreparatie ging goed en leidde tot een meubelhandel. Door spaarzaam te leven kon ze in de jaren tachtig enkele huizen kopen. Dat was het begin van een succesvolle carrière als projectontwikkelaar.

Yang Huiyan (1981) is de rijkste Chinees onder de dertig jaar. En het mooiste is: daar hoefde ze niets voor te doen. In 2007 besloot haar vader, Yang Guoqiang, om 70 procent van de aandelen in zijn succesvolle vastgoedbedrijf Biguiyuan (Country Garden) aan haar over te dragen. Haar bezit wordt door Hurun Report op een waarde geschat van 6,3 miljard dollar.

Yang studeerde in de VS aan de Ohio State University. Ze is lid van de raad van bestuur van Biguiyuan en sinds 2007 getrouwd met de zoon van een hoge partijfunctionaris.

Chen Guangbiao (1968) is met een geschat vermogen van 750 miljoen dollar zeker niet de rijkste Chinees. Maar de recycle-koning is zeker wel de meest opvallende baofahu. Hij is bekend vanwege zijn mediastunts. Je zou hem de Richard Branson van China kunnen noemen.

In 2008 deed hij voor het eerst van zich spreken toen hij cash uitdeelde aan aardbevingsslachtoffers. In 2012 gaf hij de eigenaren van vernielde Japanse auto’s een nieuwe (Chinese) auto. Tussendoor deelde hij gekleed in een felgroen uniform blikjes frisse lucht uit om te protesteren tegen smog en sloeg zijn Mercedes kort en klein omdat die teveel brandstof gebruikte.

Zijn stunts pakken niet altijd goed uit. In juni 2014 had hij daklozen in New York een maaltijd en 300 dollar beloofd. De daklozen lieten zich de biefstuk goed smaken.

Ze wilden ook nog wel naar Chen luisteren toen hij op een podium ‘We are the World’ op een karaokemachine zong. De stemming sloeg om toen duidelijk werd dat het geld niet direct aan de deelnemers, maar aan een liefdadigheidsorganisatie zou worden uitgekeerd. The New York City Rescue Mission wilde namelijk best 300 armen voor Chens publiciteitsstunt leveren, maar vond het een minder goed idee om de mensen die vaak vanwege een drank- of drugsprobleem in de problemen zijn gekomen 300 dollar cash te geven.

Mijn gekozen waardering € 0,00

Blogaap is de alias van Chinadeskundige Fred Sengers. Hij publiceert op zijn eigen blog en in de media over het moderne China. Daarnaast is hij regelmatig te gast in radio- en tv-programma's en veelgevraagd spreker en dagvoorzitter.