Filosoof Bas Haring was uitgenodigd om zijn visie te geven. Dijken kan je zien als een harde grens, stelde hij. “Een afbakening tussen vast en vloeibaar. We moeten het concept opnieuw overdenken, vanaf het allereerste begin. Wij zitten binnen, als in een huis. En ons land kan je zien als één grote stad met parken. Nu het klimaat verandert zullen we de buitenwereld in ons huis toe moeten laten, of de wilde zee in ons park. Ik ben me bewust van de enorme kloof tussen de ingenieurs en de sprekers van deze conferentie. Het is vooral aan de technici om daar notitie van te nemen.”
Kwelders binnendijks
De Duitse ecoloog Karsten Reise leek de filosoof te volgen. Om de conferentie mee te maken had hij vanuit het waddeneiland Sylt elf uur in de trein gezeten. “Ik ben al met pensioen”, zei hij, “nu ga ik alleen nog naar conferenties die ik interessant vind, zoals deze. Naar mijn mening heb je met dijken geen duurzaam concept voor de kustverdediging. Laten we van de kustverdediging een nieuw duinlandschap maken en van het het binnendijkse land een nieuw soort kwelderlandschap.”
Reise sprak niet van vandaag of morgen. Het is de lange termijn waarop hij doelde. “Ik ben al bejaard en ga het niet meer meemaken, maar we moeten terug naar de terp, het drijvende huis. De kustverdediging moet dienen als stormvloedkering en niet meer dan dat.”
De zaal zat vol met vooral studenten. Reise: “Geweldig, al deze jonge mensen. Zij zullen het toekomstige kustbeleid vormgeven. De beleidsmakers van nu kijken niet verder dan een jaar of tien.”
Onafwendbare stijging zeespiegel
“Steeds hogere dijken bouwen – uiteindelijk gaan we het daarmee niet redden”, beaamde wetenschapper Henk Folmer. En Stefan Hartman, één van de leden van Young Wadden Academy stelde: “Zelfs een nette, rechte dijk kan op langere termijn de zeespiegelstijging niet voorkomen. We zullen veel verder komen met een geleidelijke, dynamische overgangszone tussen zee en land.”
Om dat tussen de oren te krijgen moet je heel anders gaan kijken naar kustverdediging, legde architecte Nynke-Rixt Jukema uit. “Minder technologiegestuurd en minder gericht op conserveren wat er is. Nu is er niks mogelijk als je in discussie gaat met waterschappen of natuurorganisaties. We moeten juist de sociaal-culturele kant ervan naar boven brengen; luisteren naar de verhalen die de kust ons vertelt. Of dat verhaal zelf vertellen.”
Technocraten
Ook de technocraten kwamen aan het woord, in de persoon van Ate Wijnstra van het waterschap Noorderzijlvest. Hij vond dat het wel meeviel. “We kijken echt meer dan tien, twintig jaar vooruit.”
Toch verweet een vragensteller uit het publiek hem dat innovatie voor het waterschap kennelijk betekent: “de dijken moeten hoger, er moeten er meer komen en ze krijgen een groen kruintje.”
Jukema: “De ingenieurs waren voor onze droge voeten altijd onmisbaar. Hun woord was wet en hierover werden geen vragen gesteld. Daarom vergaten ze de bevolking mee te nemen in het verhaal van het ‘waarom’. Intussen leeft die vooral met de rug naar de zee gericht. ‘Regel het maar, overheid’. Pas nu ontstaat er discussie over die manier van werken.”
Of op korte termijn de eb en vloed weer zullen reiken tot aan Sneek, Bolsward en Leeuwarden is niet zeker. In ieder geval weten de Harlingers dat een beetje getij in de Noorderhaven weinig kwaad kan voor het dagelijks leven. En bij storm? Het zal nog wat moeite kosten om van alle monumenten in de stad een drijvende versie te maken.
Tekst en foto’s Gijs van Hesteren
Dit artikel is eerder gepubliceerd in de Harlinger Courant