Varende milieustraat haalt afval op van cruiseschepen in Rotterdamse haven

In de Rotterdamse haven vaart sinds een paar maanden een gloednieuwe vuilnisboot rond. Een varende milieustraat noemt de directeur het. Hij is speciaal uitgerust om afval op te halen van de vele cruiseschepen die Rotterdam aandoen. En de gasten hoeven er niet wakker van te worden: de kraan van het schip kan op elektriciteit werken.

Hoog toornt de Aida Prima van de Duitse rederij Aida Cruises uit boven de kade en de toren van Hotel New York. Tussen de hoogbouw op de Wilhelminapier stellen de taxi’s en autobussen zich in de vroege morgen op om de vele honderden cruisepassagiers naar hun uitjes te brengen. Aan de Maaszijde van het reusachtige cruiseschip legt op dat moment de Invotis IX aan. Een klein platform onderaan de scheepswand van de oceaanreus klapt naar buiten. Er verschijnt een bemanningslid met helm en fluorjas. Hij plaatst twee railinkjes en begint het verpakte huisvuil naar buiten te rijden. De restanten van waarschijnlijk niet meer dan een etmaal uitbundig leven aan boord.

Het schip dat aan de ingebouwde bolders van de Aida Prima heeft vastgemaakt is de nieuwe Invotis IX van Bek en Verburg. Dit bedrijf verzorgt al sinds jaar en dag (om precies te zijn sinds 1962) de afvoer van huisvuil van de scheepvaart in Rotterdam. De ontstaansgeschiedenis is ook noemenswaardig. Begin jaren zestig waren er misschien wel honderd bootjes actief in het ophalen van vuil van schepen. De heren Bek en Verburg besloten de krachten te bundelen. Samen kochten ze een kraantje waarmee ze de lading eenvoudig en snel op de kant konden zetten. Uiteindelijk gingen ze er ook de concurrentie mee helpen en zo werd Bek en Verburg een begrip. Dat was overigens ook de tijd dat zeeschepen vrijwel al hun afval op volle zee overboord kiepten. Precies rond die tijd begon ook bij reders het besef te komen dat dat niet meer kon.

Varende milieustraat

Hoewel dus al jaren actief wil het bedrijf vandaag best eens even laten zien hoever de afvalafvoer in de haven gevorderd is. ‘We zijn in feite een soort varende milieustraat,’ zegt directeur Daan van Mullem (70). Hij vertelt trots dat hij zelf ook al 55 jaar in de branche actief is. Zijn bedrijf telt inmiddels 23 schepen en rond de 75 werknemers. Niet alleen in Rotterdam wordt afval opgehaald. Bek en Verburg is intussen ook actief in Amsterdam, Den Helder, IJmuiden en Scheveningen. Rond de komende jaarwisseling opent een vestiging in de Eemshaven in Groningen. Daarmee lijkt het netwerk compleet.

Naast afvalverzorging van de zeevaart, waar het ooit allemaal mee begon, doet Bek en Verburg ook werk in de binnenvaart. Inmiddels zijn de riviercruiseschepen die in Amsterdam, Rotterdam en Den Helder vastmaken vaste klant. Daarvoor heeft het bedrijf vuilschepen die zijn afgestemd op de lagere hoogte die een rivierschip nu eenmaal heeft. Verder beschikt Bek en Verburg over schepen en personeel die gespecialiseerd zijn in het schoonmaken van de ruimen van duwbakken en het verantwoord afvoeren van de restlading. Met de aangescherpte wetgeving is dat een groeimarkt.

Een van de twee matrozen van de Invotis IX is ondertussen in de hydraulische kraan van de Invotis IX gestapt en pompt zijn cabine omhoog. De kraan is een van de verbeteringen van dit schip ten op zichte van de andere schepen in de vloot. Door de knikarm – de andere kranen zijn recht – pas hij onder de reddingssloepen van de Aida Prima en die van andere cruiseschepen. De te grote lengte van de kranen op de andere inzamelschepen begon des te meer te knellen nadat er na de scheepsramp in Italië nieuwe voorschriften kwamen, vertelt Van Mullem. ‘Vanwege de veiligheid mochten de boten mochten niet meer helemaal bovenaan het schip hangen, maar moesten lager opgehangen worden. Dat betekende dat wij er met onze kranen niet meer onder pasten.’

Ballasten

Afval ophalen blijkt passen en meten. Zo zijn de platforms, waar de crew inmiddels druk bezig lading af te takelen, niet bij elke cruiseschip even hoog. Ingebouwd slimmigheidje bij de Invotis IX: het schip kan tot ruim een meter ballasten. De schipper heeft dat overigens al voor het vastmaken gedaan. De Aida Prima is een vaste klant in Rotterdam, dus de maten zijn bekend.

Opvallend tijdens het weghijsen van veel ‘big bags’ met huisvuil is de stilte. Dat komt omdat deze Invotis elektrisch vaart en een groot accupakket aan boord heeft. Ook de kraan is elektrisch. Tot een uur kan er autonoom op stroom gewerkt worden. Daarna springt een van de twee Volvo Penta-generatoren weer aan voor de stroomleverantie. Tegelijkertijd worden de accu’s weer opgeladen. Voor de aandrijving van het schip liggen er twee elektromotoren van elk 255 kW in lijn aan de schroefas. Omgerekend leveren die een kleine 700 pk aan de schroef, keerkoppeling overbodig. Als al het vermogen wordt aangesproken haalt het – op het zicht niet al te gestroomlijnde schip – een nette 16,5 kilometer per uur.

Zeebrugge

In het ruim van het van de Invotis IX is inmiddels te zien dat zo’n cruiseschip net een klein dorp is. Want wat een vuilnis komt er uit: van de grote hijszakken met huishoudelijk afval en samengeperst karton tot WC-brillen en een paspop aan toe. Plus veel pallets. En dan te bedenken dat deze Aida Prima gisterennacht nog in Zeebrugge was, waar het misschien ook wel vuilnis heeft afgegeven.

De snelheid waarmee de niet meer gewenste spullen worden overgeladen is groot. ‘Tot voor kort deden we over een klusje als dit vier uur,’ zegt Denny Baas (29), kleinzoon van Daan van Mullem en beoogd opvolger in de directie. ‘Dat kwam omdat we maar moeilijk uit de weg konden met onze kranen. Nu gaat het veel makkelijker, zoals je ziet.’

Havengelden

Het grootste deel van de kosten voor de inzameling krijgt Bek en Verburg vergoed via de havengelden die de Port of Rotterdam van de scheepseigenaren int. Dat is geregeld via het Marpolverdrag. Sinds begin jaren-70 groeide het begrip dat schepen hun afval niet meer op volle zee konden lozen. Sindsdien kan elk schip in elke haven terecht om zijn huisvuil af te geven, anders dus dan in de binnenvaart. Toch kiezen kapiteins vaak voor Rotterdam als ze de keuze hebben zegt Denny Baas. ‘Ga maar na. In sommige havens moet je misschien een paar honderd meter sjouwen als je een afgedankte wasmachine kwijt wilt. Hier tillen we zo’n ding zo met onze kraan van dek.’

De Invotis IX is gebouwd bij Kees Jooren in Werkendam, zeg maar de hofleverancier van Bek en Verburg. ‘We hebben een heel lange relatie, al onze schepen zijn daar gebouwd, allemaal Nederlands fabrikaat’, zegt directeur Daan van Mullem. Het was al met al een flinke investering: dit toch niet al te grote schip van 44 x 9,50 meter kostte een slordig drie miljoen euro. Van Mullem zegt niet te denken aan het ombouwen van de bestaande vloot naar elektrisch, omdat dat te veel voeten in de aarde heeft. ‘Al onze motoren zijn CCR-2. Als er CCR-4 of CCR-6 komt, bouwen we bij vervanging een nieuwe, gewone motor in. Bij nieuwbouw willen we wel verder met elektrische aandrijving.’

Roetpluim

Met de Invotis IX heeft het bedrijf een nieuwe stap gezet op weg naar meer duurzaamheid. Alleen die dieselheftruck die de containers in het ruim rangeert, ziet er nog niet zo duurzaam uit. Bij het starten blaast de uitlaat een dikke rookpluim de lucht in. Even uitkijken jongens, straks wordt het maagdelijk witte cruiseschip naast jullie nog vies.

Mijn gekozen waardering € -

Bart Oosterveld is journalist. Hij schrijft voor Weekblad Schuttevaer (anno 1888) over de binnenvaart en de rest van de maritieme wereld, .