Eerder dit jaar oogstte Nynke-Rixt Jukema applaus bij de gemeenteraad voor ‘Het Badhuis’, het gebouw dat aan de Nieuwe Willemshaven huisvesting moet bieden aan de toiletvoorzieningen van de bruine vloot. Daarnaast gaat het Badhuis dienen als slechtweervoorziening voor de schippers van de zonnepont ‘Jonge Seun’.
En onlangs verleende de welstandscommissie Hûs en Hiem goedkeuring aan Jukema’s ontwerp voor ‘Het Tempeltje’, een gebouwtje nabij het archeologisch Steunpunt in Wijnaldum. In opdracht van Landschapsbeheer Friesland en na twee jaar lang overleg met de lokale gemeenschap bracht Jukema de geschiedenis van het Friese landschap in beeld.
De website van Landschapsbeheer legt het uit. Het landschap van deze provincie is door mensen gemaakt. Mensen moeten het dan ook onderhouden. Dat kan alleen als daar voldoende draagvlak voor bestaat. Oscar Boersen van Landschapsbeheer licht toe: “Een van onze projecten heet ‘Terpen- en wierdenland, een verhaal in ontwikkeling’. Het richt zich op het noordelijke deel van de provincies Friesland en Groningen. De geschiedenis van het gebied is redelijk goed bekend. Maar hoe kleuren de huidige inwoners het in? We hebben een aantal dorpen uitgekozen en samen met hen werkten we dat uit.”
Nynke-Rixt Jukema spreekt met nadruk. “Dit is een bijzonder landschap. Inspiratie komt als vanzelf. Zoveel verhalen verbergen zich in de grond. Mijn eigen familiegeschiedenis is er nauw mee verbonden. Mijn ouders hadden en hebben een boerenbedrijf bij Zwarte Haan. Mijn vader is in Wijnaldum geboren en opgegroeid. En zijn voorouders op hun beurt ook. Hoeveel generaties gingen eraan vooraf? Hier liggen onze roots, verankerd in de zeeklei.”
Abstracte historie
“Delen van deze geschiedenis heb ik willen laten zien. Aan de oppervlakte herinnert hier niets meer aan de historie, de oude Friezen, de Angelsaksen, de Vikingen. Toch is hier de vindplaats van de gouden fibula van oude koningen of koninginnen. De identiteit van de Friezen van nu stamt uit die oude tijden.
“Kinderen zien dat verhaal, maar volwassenen? Het blijft abstract. Ook voor de werkgroep die er mee bezig is gegaan. Een proces dat ik heb mogen begeleiden. Er was geld beschikbaar voor het project, maar dat had zijn grenzen. Uiteindelijk besloten we tot het bouwen van een bankje in het landschap en een kleine uitkijktoren.
“Hoe die eruit moest komen te zien wist ik nog niet, totdat ik in januari een reis naar Peru had gemaakt. Ik ontdekte er gelijkenissen tussen de oude Inca-cultuur en die van de Germanen van de vroege Middeleeuwen. De Inca’s waren slimme mensen, waar we veel van kunnen leren. Herkenning: de mythologie van de kortste en de langste dag, bouwen mét de natuur, de heidense offerplekken en thema’s als de godin Freya en haar katten, die je bijvoorbeeld terug ziet komen in de Friese ûleboerden.”
En zo liet Jukema zich niet alleen inspireren door de indiaans-Amerikaanse architectuur, maar ook door de zogenaamde folly, een Engelse term voor een ‘gebouw zonder functie’. Ze kwam uit op een pyramide-achtig gebouwtje, met een torentje en een doorgang op de begane grond. Opgetrokken uit cortenstaal, de staalsoort die stopt met roesten nadat zich een oxydatielaagje aan de oppervlakte heeft gevormd. En met een torentje van drie meter – de hoogte van de vroegere terp op die plek.
Het heden is duidelijk, maar hoe beeldt zij dat ‘vroeger’ uit? Daartoe zocht zij de samenwerking met de Opeinder beeldhouwster Roelie Woudwijk. Die werkt nu aan een maquette van het Middeleeuwse terpenlandschap. Ze hakt deze uit één van de zwerfkeien, die duizenden jaren gelden met het pakijs van de IJstijd zijn meegevoerd vanuit Scandinavië.
Zwerfkeien
Roelie Woudwijk: “Samen met Nynke-Rixt heb ik op de Harlinger gemeentewerf twee zwerfkeien uitgezocht. Ik zit nu te dubben welke van de twee ik ga gebruiken. Het zijn beste jongens, al snel met een doorsnede van een meter. Die til je niet zomaar op! De geschiedenis zit als het ware al verpakt in die steen. Die hoef ik alleen maar ‘uit te pakken’. Het wordt vast prachtig, met die grote, rood dooraderde steen in het brandpunt van dat tempeltje!”
Veertien jaar geleden studeerde Nynke-Rixt Jukema af. “Architectuur interesseerde me mateloos. Als klein meisje al bouwde ik met Lego. Het mooie van architectuur vind ik de interpretatie, de creativiteit. Ik begon al vrij snel met een eigen kantoor. Het was niet gemakkelijk. Het was crisis, maar ik heb doorgezet. Nu mag ik eindelijk de dingen doen die ik altijd had willen doen. Maar ik wil mezelf blijven uitdagen.”
De kei komt te liggen in het centrum van het torentje – of ‘tempeltje’, zoals het nu in het project wordt betiteld. De maquette is straks zichtbaar vanuit een opening in het dak, maar ook via de evenwijdig aan de zonnewende gerichte doorgang in de toren.
Nynke-Rixt Jukema: “Roelie is even oud als ik. Ik heb haar gevraagd omdat ik er een vrouw bij wilde hebben. Vanaf de toren kan de bezoeker straks het landschap van nu zien, maar ook hoe het vroeger is geweest. De Germaanse en indiaanse mythologie, de zwerfkei uit Scandinavië, alles verwijst naar verhalen uit het verleden van Friesland.”
‘Terpen- en wierdenland, een verhaal in ontwikkeling’ wordt voor 50 procent gefinancierd vanuit het Friese Merenproject. Het wordt uitgevoerd door Landschapsbeheer Groningen, Landschapsbeheer Friesland, het Terpencentrum van de Rijksuniversiteit Groningen en door Museum Wierdenland. De opening van de Wijnaldumse tempel wordt verwacht in voorjaar 2018. Info: www.terpenenwierdenland.nl.
(dit artikel verscheen in juli in de Harlinger Courant)