Struikelstenen en oude koffers – hoe het ondenkbare toch gebeurde

HARLINGEN – De vakantietijd leidt tot bijzondere bezoeken aan de stad. “Gemengde gevoelens van overwinning, trots en droefenis, terwijl we door de smalle straten van de havenstad wandelen”, schreef Ralph Pais onlangs op Facebook. Als enige van de Harlinger familie Pais overleefde zijn grootvader Elias de gaskamers van Auschwitz. “Mijn familie bestond uit hardwerkende middenstanders en maakte deel uit van de kleine Joodse gemeenschap. Broers, zussen, ouders, ooms en tantes, allen zijn één voor één afgeslacht en vergast.” Ralph Pais legt uit hoe het ondenkbare toch gebeuren kon. Foto’s: Ralph Pais.

De familie Pais voor het pand Hoogstraat 15. V.l.n.r. Echtgenote Karen Pais, vader David Pais, zoon Gabriel Pais, Ralph Pais met voor hem zijn zoontje Benjamin, dochter Rebecca Pais.

Ralph Pais meldde verder op Facebook: “Wat is het onwerkelijk, om hier door deze straten te lopen en de woningen en winkels te bekijken, die de Nazi’s van mijn familie hadden afgenomen. Vandaag zijn we terug, voor het eerst, en we ontdekken dat we niet langer alleen zijn. Al komen we met weinigen, toch zijn we hier met drie nieuwe Pais-generaties – een wonder en op één of andere manier een overwinning.”

De jaren 1940-1945 waren een donkere periode voor Nederland en de stad Harlingen. Op 10 mei 1940, de dag van de Duitse inval, telde Harlingen 54 joodse inwoners. Tien van hen waren vluchtelingen uit Duitsland en Polen. Zij waren tussen 1938 en 1940 via allerlei omzwervingen naar Harlingen gekomen. Op hun gemak brachten de Nazi’s de vluchtelingen en de joodse Harlingers in kaart en het eerste transport vond plaats in augustus 1942. Eind 1942 waren bijna alle joden uit Harlingen verdwenen. Een makelaar haalde in opdracht van de bezetter alle goederen uit de woningen. In een treinwagon, voorzien van een biljet met de woorden ‘Van Winterhulp Nederland’ belandden deze uiteindelijk in Duitsland (bron: Nationaal Comité 4 en 5 mei).

Alleen op de wereld

Naar aanleiding van zijn berichten op Facebook spreekt de HC met Ralph Pais. Hij woont nu met zijn gezin in Brussel. “Samen met mijn zus ben ik opgegroeid in Amstelveen, maar ik ben nu getrouwd met een Brusselse dame. Ik ben de oprichter van het bedrijf Claim it, dat vergoedingen invordert voor passagiers van vertraagde of uitgevallen vliegtuigen.”

“Mijn grootvader is in 1904 in Harlingen geboren en verhuisde voor de oorlog naar Amsterdam. Daar woonde hij toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, samen met zijn eerste vrouw, dochter Grietje en de drie zoontjes Abraham, Maurits en Joseph. Met opzet noem ik de namen van deze vermoorde kinderen. Ik vind het belangrijk dat die gezegd blijven worden. Op één of andere manier voelt het als een soort eerbetoon dat zij geen nummers waren, zoals men ze in de kampen zag. Men markeerde ze ook letterlijk met een nummer op hun arm, zoals mijn beide grootouders hadden. Nee, ze hadden een naam en hebben echt bestaan.”

“Ze werden opgepakt en via kamp Westerbork afgevoerd naar Auschwitz. Daar zijn de jongetjes direct vermoord. Zijn echtgenote wat later. Wonder boven wonder wist mijn grootvader het kamp te overleven. Zonder een gulden op zak kwam hij na de oorlog terug in Amsterdam, waar hij ontdekte dat hij alleen stond in de wereld; hij had niemand meer.”

“Elias Pais ontmoette er zijn tweede vrouw, mijn grootmoeder Judith Pais-Hofman, die hetzelfde had meegemaakt. Op een of andere manier vonden ze de kracht om door te gaan. De twee overlevenden trouwden en kregen drie kinderen, waaronder mijn vader. Hij op zijn beurt kreeg twee kinderen; dat waren mijn zus en ik. Met de kinderen van mijn vaders broer en zus meeegerekend zijn wij de hele familie. Als de oorlog er niet geweest was hadden we misschien met honderden nakomelingen op de Kleine Bredeplaats kunnen staan. Het klinkt een beetje gek, maar alleen omdat mijn grootvader de gaskamer heeft overleefd dragen we nu de wetenschap met ons mee dat er ooit een familie Pais heeft bestaan. Een best wel heftige gedachte.”

Niets veranderd

“Het was geen toeval dat we naar Harlingen zijn gekomen. Dat was absoluut ons plan, op zoek naar herinneringen aan de tijd vóór de oorlog. We wandelden langs de Kleine Bredeplaats 16, waar Abraham Pais een groentewinkel had. Eigenlijk is er niets veranderd. Datzelfde dachten we toen we stonden voor Hoogstraat 15 en Noorderhaven 18 en 32. We waren tijdens ons bezoek aan Harlingen allemaal ontroerd door de ‘struikelstenen’. Een prachtig gebaar van de stad, dat laat zien dat men de verdwenen Joodse stadgenoten niet vergeten is.”

De struikel- of in het Harlings stroffelstienen zijn onderdeel van het Stolpersteine-project van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Ze zijn op initiatief van vereniging Oud Harlingen en het Centraal Comité 1945 en via crowdfunding in 2012 geplaatst voor de woonhuizen van de tijdens de Tweede Wereldoorlog verdwenen Joden. Ze waren voorzien van naam, geboortejaar en jaar en plaats van overlijden (bron: Wikipedia).

“Eerder al sprak ik van het gevoel van overwinning dat ons beving. Met name op het moment dat ik de namen van de struikelstenen las, terwijl mijn zoontjes van 9 en 11 mijn linker- en rechterhand vasthielden. Het gaf een heel dubbel gevoel, waar zij ondanks hun jonge leeftijd enorm van onder de indruk raakten.”

“Zo kwamen er naar aanleiding van ons bezoek aan Harlingen meer indringende herinneringen naar boven. In één van de reacties onder mijn Facebookbericht stuurde rabbijn Lody van de Kamp me een foto die hij onlangs had gemaakt, tijdens een bezoek aan Auschwitz. In het museum stond een koffer tentoongesteld van Benjamin Pais, die destijds had gewoond aan de Hoogstraat in Harlingen. Een ongelooflijke vondst. Ik ben erop gaan googlen en ongelooflijk maar waar, ik vond een verhaal van iemand die met Benjamin moet hebben gesproken op het moment dat hij aankwam in Auschwitz. Hij moest zijn koffer achterlaten op een grote berg en hij had zich afgevraagd, hoe vind ik nu later mijn koffer weer terug? Een dag later was hij dood. Een indrukwekkende foto.”

Tik door het ondenkbare

“Van het gebeurde in de oorlog hebben we allemaal toch wel een tik meegekregen. Mijn grootvader kwam als een wrak terug uit de concentratiekampen. Zowel mijn vader als mijn moeder zijn echte tweede generatie oorlogsslachtoffers. Je merkte het aan bepaalde dingen. Zo mochten wij kinderen absoluut niet op de grond zitten en nóóit kloppen op de deur. Blijkbaar herinnerde dat teveel aan dingen die in de concentratiekampen waren voorgevallen. En artikelen van Duitse makelij kwamen er bij ons niet in.”

“Het ondenkbare is gewoon écht gebeurd. Het allervoornaamste, vind ik, is dat we erover moeten blijven spreken. De kinderen van nu moeten zich realiseren wat zich destijds heeft afgespeeld. In de wereld van vandaag gebeuren nog steeds vreselijke dingen. Wat een ellende, zelfs vlakbij in Europa. Heeft niet iedereen recht op een gelukkig leven, met respect en zonder discriminatie?”

Joden uit Harlingen

Van de 54 geregistreerde joden uit Harlingen zijn er 52 op transport gesteld naar het doorgangskamp Westerbork. Vandaar werden zij naar concentratiekampen gedeporteerd. De meesten zijn omgekomen in het Poolse vernietigingskamp Auschwitz. Enkelen kwamen om in Sobibor. Van de 54 Harlingse joden bleken na 1945 drie de oorlog te hebben overleefd, te weten: Simon Leijdesdorff, zijn zoon Leonard en Eliza Speyer. (Noot redactie: en natuurlijk Elias Pais, die inmiddels Amsterdammer was geworden en daarom niet voorkomt in de Harlinger geschiedschrijving.)
Simon Leijdesdorff was met een niet-joodse vrouw naar Amsterdam vertrokken. Eliza Speijer verhuisde in 1941 eveneens naar Amsterdam. Na de oorlog emigreerde zij naar Canada. De joodse synagoge in de Raamstraat is op 5 november 1941 samen met de woning van de rabbijn vernield door een bom.

MONUMENT

Op 4 mei 1965 is op de Joodse begraafplaats te Harlingen een monument geplaatst voor de joodse medeburgers die tijdens de Tweede Wereldoorlog door de bezetter zijn gedeporteerd en omgebracht. Op het monument zijn de namen aangebracht: Gabriël Boas, Jozeph Boas, Dina Boas-Pais, Leonard Goldsmid, Sara Goldsmid-Goedhart, Mathilde Henriëtte Hes, Sally Hes, Anna Rosa Hes-van Gelder, Leonard Leijdesdorff, Rosalie Leijdesdorff-Vos, Hanna Klara Messcher, Klara Leonara Mescher, Levie Messcher, Catharina Messcher-Gans, Aäron Pais, Abraham Pais, Esther Pais, Benjamin Raphael Pais, Benjamin Raphael Pais, Jansje Pais, Levie Pais, Raphael Pais, Racheltje Pais, Raphael Pais, Salomon Pais, Roosje Pais-Minco, Adriana Pais-Rood, Jantje Pais-de Vries, Izak Nathan Israël Polak, Nathan Polak, Betsij Polak-Frank, Pietje Polak-de Vries, Berel Steil, Nechemia Steil, Lieba Steil-Aftergutt, Cäcil David Speijer, Elkan Aron Speijer, Michiel Speijer, Hanna Speijer-Schulenklopper, Aron de Vries, Benjamin de Vries, Izaäk de Vries, Klara de Vries, Elize de Vries-Odewald, Grietje de Vries-de Wilde en Rosa Weijmann.

Bron: Nationaal Comité 4 en 5 mei.

Dit artikel verscheen eerder in gedrukte vorm in de Harlinger Courant

Mijn gekozen waardering € -

Varen, motorrijden. Pensioen en AOW. Opa, schrijver, wereldburger. Nieuw boek: "Rijden met Gijs".
weblog en op Reporters Online.

Bovendien laat Gijs zich inhuren als schipper met Groot Vaarbewijs, meestal op historische zeilschepen en passagiersschepen.