De wedstrijd tussen Liverpool en Arsenal eindigde zondag 27 augustus met een stand van 4-0. Voetbalfans weten dat de Nederlander Georginio Wijnaldum negentig minuten speelde, invaller Daniel Sturridge het vierde doelpunt van de wedstrijd scoorde en dat Liverpool nu op een gedeelde tweede plaats staat in de Premier League.
Kranten en journalistieke websites staan vol met dit soort informatie. Maar wie denkt dat al die informatie ter plekke wordt opgetekend door een journalist met een potloodje, heeft het verkeerd. Journalisten worden gevoed met informatie van buitenaf. Door wie? ‘De kans is groot dat die informatie bij ons vandaan komt’, zegt Simon Gleave.
Gleave is Head of Analysis, Sports bij Gracenote (voorheen: Infostrada Sports), een Amerikaans bedrijf dat ‘entertainmentdata’ verzamelt. Het volgt 200 sporten over de hele wereld. Van sepaktakraw (een obscure Aziatische sport waar de meeste Westerlingen nog nooit van gehoord hebben) tot voetbal. Het bedrijf legt allerlei informatie vast in zijn systemen. Uitslagen, opstellingen, passes, doelpuntenmakers. You name it.
Op de dag dat Liverpool tegen Arsenal speelt, staat de eerste verdieping van de vestiging in Nieuwegein volledig in het teken van voetbal. Onder het systeemplafond staan lange rijen tafels met beeldschermen, koptelefoons en comfortabele stoelen. Want wat doen sportdataverzamelaars? Juist, de hele werkdag naar wedstrijden kijken.
‘Een persoon noteert de belangrijkste gebeurtenissen: schoten, goals, line-ups, wissels en in welke minuut die voorkwamen. De man naast hem voert extra informatie in. Als er een schot geweest is, voeren we bijvoorbeeld in wat er vlak voor dat schot plaatsvond. Er zijn misschien passes, iemand heeft gedribbeld, of er is een onderschepping’, zegt Gleave. Zelfs de plek waar het schot werd genomen, wordt geregistreerd.
Mensenwerk dus. Maar volgens Gleave is er geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van gegevens in hun database. ‘Alle video wordt opgenomen. Ze kunnen die altijd terugkijken en de gegevens later invoeren’, zegt hij. Er zit bovendien een supervisor die het werk van de dataverzamelaars in de gaten houdt. ‘En deze jongens hebben goede vaardigheden. Ze kennen de clubs en herkennen de spelers heel goed’, aldus Gleave.
En dat is maar goed ook. Want niet de minste media maken gebruik van de data die Gracenote verzamelt. Het Amerikaanse persbureau Reuters bijvoorbeeld. En in Nederland zijn de Telegraaf, het AD en de NOS grote klanten. ‘Voor de NOS publiceren wij uitslagen op teletekst en op hun website. Dat is een volledig technisch proces’, zegt Gleave. Op de vraag of het niet erg is dat die uitslagen ook niet door een journalist gecheckt worden voor publicatie, antwoordt hij zelfverzekerd: ‘Dat is niet nodig.’
De database bevat een schat aan informatie. Op de tweede verdieping verzamelt Tim, een medewerker van Gracenote, informatie voor het AD. ‘Ze willen morgen een statistiekenpagina maken met informatie over Ajax, Feyenoord en PSV in thuisduels’, zegt hij. ‘Hebben ze ooit een heel seizoen alles gewonnen thuis? En wat is de langste reeks gewonnen wedstrijden in eigen huis?’
Maar niet alle sportberichten komen voort uit vragen van mensen. Als de computer een bijzondere reeks herkent, geeft die een seintje. Een medewerker hoeft bijvoorbeeld niet zelf te constateren dat een speler vier keer op rij scoorde, of dat er een seizoenrecord behaald werd. Dat doet een softwaretool. Gracenote hoeft zo’n bericht alleen nog in de livefeed te zetten, die toegankelijk is voor journalisten wereldwijd. Kortom: de computer bepaalt een deel van het sportnieuws.
Hoe teams en individuele sporters de boeken in gaan, is dus voor een groot deel afhankelijk van een groep mannen (vaak studenten) achter schermen in Nieuwegein en software die aanbevelingen doet. De prestaties van aanstaande sportlegendes worden vastgelegd in eentjes en nulletje op de harde schijven van Gracenote. En die informatie blijft lange tijd waardevol, laat Gleave weten. ‘Dingen die nu gebeuren kunnen we in een historische context plaatsen.’
Dus de volgende keer als een voetbalcommentator een opmerking maakt als: ‘In de onderlinge competitieduels tussen Liverpool en Arsenal vonden zeventien doelpunten in de negentigste minuut of later plaats’, kun je je afvragen of die commentator het geheugen van een olifant heeft of naar een livefeed zit te kijken.